Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De pothoofdplant (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De pothoofdplant
Afbeelding van De pothoofdplantToon afbeelding van titelpagina van De pothoofdplant

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

Scans (1.78 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De pothoofdplant

(1936)–Jac. van Hattum–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

Und ich sah, dass es zarte, feine Frauenhände waren....

 
Hij droeg de vloek - had zij gepeinsd haar dagen
 
niet op het kind en het ellek uur gevoed,
 
wel toegeneigd, schoon onder pijnlijk vragen:
 
‘Geen zoon, geen zoon, dan zijn mijn dagen goed.’
 
 
 
Formerend was ze geest in aarz'lend leven,
 
dat vond zijn vorm, úit boven hare wil;
 
nerveus had zij z'n dagen vol geschreven;
 
zij zag den zoon en zweeg, verbijsterd, stil.
 
 
 
Een knaap ging hij - eenzelvig en verlegen -
 
hij vond de weg niet, die een knaap wil gaan;
 
hij, die in het leven aandeel had gekregen,
 
bleef zeer vervreemd en aan de ingang staan.
 
 
 
Totdat een dag men smalend zei: ‘Gij, peinzer,
 
gij zijt een vrouw...’ - toen vloog een gloeiend rood
 
hem naar de kaken en toen werd hij veinzer,
 
ging dol en driest en zocht de koele dood.
 
 
 
Hij droeg de vloek - zijn vrouwenhanden waren
 
zacht als fluweel - zo was zijn gans bestaan,
 
onmerkbaar zelfs voor allen, die hem zagen:
 
aan 't anders-zijn is hij teniet gegaan.
 
 
 
Want smachtend ging hij, die niet anders wilde,
 
maar onbewust week van 't verlangde pad;
 
één, die zijn driften aan zichzelve stilde,
 
schoon elke daad zijn fel berouwen had.
 
 
[pagina 49]
[p. 49]
 
Zijn leven was martyri - eenmaal minde
 
hij zijnen vriend - úit boven elke maat,
 
tot, plots'ling, hij te nacht zich klaar bezinde,
 
dat strafloos geen natuur te buiten gaat.
 
 
 
En schuwer nog ging hij zijn donk're dagen,
 
zijn uren toe - de vriend had hem verstaan
 
en was verwonderd om zijn vreemde vragen
 
en wreev'lig dan aan hem voorbij gegaan.
 
 
 
Toen vraten spot en haat en misverstanden
 
aan ellek uur - na 's vrienden grof verraad,
 
en smalend wees men hem zijn vrouwenhanden
 
en hoonde hem om zijn uitzond're staat.
 
 
 
Wijd spant het water onder deemst'ren nachten
 
- stolden Gods sterren tot een verre traan? -
 
Hij is de golven, die hem fulpen wachtten
 
en moe-gejaagd, zijn einde toegegaan.
 
 
 
Want, wie aan het leven dus gepijnigd stonden,
 
drijft het leven voort tot een verkort bestand;
 
zij, die hem 's morgens in de golven vonden,
 
wezen elkaar zijn fijne vrouwenhand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken