Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heerlijk Helder (2015)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heerlijk Helder
Afbeelding van Heerlijk HelderToon afbeelding van titelpagina van Heerlijk Helder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

Scans (4.54 MB)

ebook (3.55 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/taalbeheersing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heerlijk Helder

(2015)–Ann De Craemer, Jan Hautekiet–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Slot
Het lot van de dodotaal

Het motto aan het begin van dit boek is een citaat uit Alice's Adventures in Wonderland (1865) van Lewis Carroll, in de meesterlijke Nederlandse vertaling van Nicolaas Matsier uit 1989. We herhalen het hier graag nog een keer:

‘In dat geval,’ zei de Dodo terwijl hij overeind kwam plechtig, ‘stel ik voor de vergadering te schorsen, aangezien het treffen van energiekere maatregelen op dit moment -’
‘Spreek je moerstaal!’ zei het Adelaarsjong. ‘Ik snap er de helft niet van, en jijzelf net zomin volgens mij!’ En het Adelaarsjong boog zijn kop omlaag om een glimlach te verbergen; een paar andere vogels kon je horen giechelen.

In Alice's Adventures in Wonderland krioelt het van de dialogen waarin taal het onderwerp is. Dat leidt vaak tot verrukkelijke taalspelletjes, en ook in het echte leven hield Lewis Carroll ervan de taal te kneden: hij schreef brieven in de vorm van een rebus, brieven die alleen in de spiegel gelezen konden worden, brieven in de vorm van een doolhof en brieven die enkel met een vergrootglas te ontcijferen waren. In zijn taalgebruik beschikt Carroll over net zo veel verbeelding als in de avonturen die hij de jonge Alice laat beleven. Weinig auteurs hebben zo meesterlijkGa naar voetnoot+ geïllus-

[pagina 148]
[p. 148]

treerd hoezeer de taal een levend wezen is; hoezeer je haar grenzen kan aftasten; hoezeer je ermee kunt spelen.

Een van Carrolls bekendste taalspelletjes is het nonsensgedicht ‘Jabberwocky’ uit Through the Looking-Glass (1871), het vervolg op Alice's Adventures in Wonderland. Het gedicht gaat over een vader die zijn zoon waarschuwt voor drie dieren die de omgeving onveilig maken, vooral de Jabberwock. Een groot deel van de woorden in het gedicht zijn door de schrijver zelf bedacht:

 
Jabberwocky
 
 
 
'Twas brillig, and the slithy toves
 
Did gyre and gimble in the wabe;
 
All mimsy were the borogoves,
 
And the mome raths outgrabe.
 
 
 
‘Beware the Jabberwock, my son!
 
The jaws that bite, the claws that catch!
 
Beware the Jubjub bird, and shun
 
The frumious Bandersnatch!’
 
 
 
He took his vorpal sword in hand:
 
Long time the manxome foe he sought -
 
So rested he by the Tumtum tree,
 
And stood awhile in thought.
 
 
 
And as in uffish thought he stood,
 
The Jabberwock, with eyes of flame,
 
Came whiffling through the tulgey wood,
 
And burbled as it came!Ga naar voetnoot+
 
 
[pagina 149]
[p. 149]
 
One, two! One, two! and through and through
 
The vorpal blade went snicker-snack!
 
He left it dead, and with its head
 
He went galumphing back.
 
 
 
‘And hast thou slain the Jabberwock?
 
Come to my arms, my beamish boy!
 
O frabjous day! Callooh! Callay!’
 
He chortled in his joy.
 
 
 
'Twas brillig, and the slithy toves
 
Did gyre and gimble in the wabe;
 
All mimsy were the borogoves,
 
And the mome raths outgrabe.

Een harde noot om als vertaler te kraken, maar Nicolaas Matsier deed het (in 1994) overtuigend als volgt:

 
Koeterwaal
 
 
 
Het schieuwerde, de glappe muik
 
Graffelde in de vijchten:
 
Maar heel sloef was de rontelguik,
 
En strave woelen krijgten.
 
 
 
‘Hoed voor de Koeterwaal je, zoon!
 
Zijn scherp gebit, zijn reuzenzwaai!
 
Vermijd het Dubdubdier, verschoon
 
De glurieuze Beffesnaai!’Ga naar voetnoot+
 
 
[pagina 150]
[p. 150]
 
Hij nam zijn worpel zwaard al tot verweer,
 
Maar moest lang op de vijand wachten,
 
Zat bij de Plingplongboom terneer,
 
Stond toen een poosje in gedachten.
 
 
 
In ruffig denken trof hem daar
 
De Koeterwaal, met vlammend oog,
 
Die zwingend door het groene vlaar
 
Hem worvelend bevloog!
 
 
 
Daar ging zijn zwaard van hup en hop,
 
Het vlijmde vliegensvlug.
 
Dood bleef het monster - met de kop
 
Ging hij galopsend terug.
 
 
 
‘Is hij ontzield, de Koeterwaal?
 
Werp aan mijn borst u, glans der jeugd!
 
O kostbaarlijke dag! Kaneel! Kanaal!’
 
Hij gnuivelde van vreugd.
 
 
 
Het schieuwerde, de glappe muik
 
Graffelde in de vijchten:
 
Maar heel sloef was de rontelguik,
 
En strave woelen krijgten.

In de Nederlandse vertaling van Alfred Kossmann en C. Reedijk uit 1947 was ‘jabberwock’ nog ‘wauwelwok’, maar terecht koos Matsier voor ‘koeterwaal’. Het verwijst naar het bestaande Nederlandse woord ‘koeterwaals’, en dat betekent ongeveer hetzelfde als waar ‘jabberwocky’ in het Engels sinds Lewis Carroll voor staat: taal zonder betekenis;Ga naar voetnoot+

[pagina 151]
[p. 151]

nonsens. Het taalgebruik in onzinartikelen van bijvoorbeeld The Postmodernism Generator of van Alan Sokal wordt ook wel ‘jabberwocky’ genoemd - al valt van het gedicht van Carroll nog meer te begrijpen dan van veel postmoderne teksten of managementgewauwel.

In Through the Looking-Glass is het Humpty Dumpty die Alice het gedicht uitlegt, want hij is een personage dat eerder in het verhaal al liet zien dat hij woorden graag onalledaagse betekenissen geeft. Hij zegt daarover tegen Alice: ‘Als ik een woord gebruik, betekent het gewoon wat ik verkies dat het betekent, niet meer en niet minder.’ Wanneer hij Alice de onbestaande woorden in ‘Jabberwocky’ uitlegt, snoeft hij dat hij alle gedichten kan uitleggen die ooit werden geschreven, en zelfs veel die nog geschreven moeten worden.

Humpty Dumpty interpreteert de nonsens met ongebreidelde creativiteit, maar hij en Alice bevinden zich in een fictieve wereld waar woorden inderdaad de betekenis mogen hebben die personages ze willen toekennen. In de reële wereld van de verschillende maatschappelijke domeinen die in dit boek aan bod zijn gekomen, moeten de woorden wél zo zijn gekozen dat ze de lezer of toehoorder niet in verwarring achterlaten.

In ons motto is verwarring precies het effect van de wollige woorden van de Dodo op het Adelaarsjong, dat vindt dat taal niet nodeloos ingewikkeld hoeft te zijn. Carroll bewees daarmee over de nodige zelfrelativering te beschikken, want in de interpretatie van zijn werk wordt het personage van de Dodo gezien als een zelfparodie van de auteur: Carroll stotterde en sprak zijn echte naam, Charles Lutwidge Dodgson, vaak uit als Do-do-dodgson.Ga naar voetnoot+

[pagina 152]
[p. 152]

Zelfrelativering is een lovenswaardige eigenschap. Dus nee, wij leunen nu niet zelfvoldaan achterover, wachtend op een stortvloed aan mea culpa's van politici, juristen, academici, managers en dokters. Wij beseffen bovendien dat dit boek niet het einde van onze inspanningen mag betekenen en zullen dan ook doorgaan met de #HeerlijkHelder-campagne. Sommigen zullen zeggen dat we vechten tegen de bierkaai, maar wij zullen antwoorden dat we onze taal zo koesteren dat die elk gevecht waard is.

De dodo was ook in de tijd van Lewis Carroll al een uitgestorven diersoort. Het is onze hoop dat de onheldere taal die hij in Alice in Wonderland spreekt eveneens zal uitsterven, en onze ambitie om daar met dit boek een steen aan te hebben bijgedragen. Mogen de krommunicatie-alarmen der Nederlandstaligen voortaan snoeihard loeien zodra wezelwoorden, bobotaal of jabberwocky nog maar in de buurt van hun sensoren komen.

 

Is dood immers geen anagram van dodo?Ga naar voetnoot+

voetnoot+
vertaalslag maken Bij boekenbal kan dat met een taalbat.
voetnoot+
vigeren Te gevaarlijk: stel je voor dat er een n ingevoegd wordt na de i. Dan sta je daar met je wetten.
voetnoot+
voorafgaandelijk Wat alle nog levenden zijn.
voetnoot+
voortschrijdend inzicht Waar beleidsmakers achteraan hollen.
voetnoot+
win-winsituatie De win-winsituatie voor aandeelhouders en CEO betekende en lose-losesituatie voor werknemers en de staatskas.
voetnoot+
woonachtig ‘Woonachtigen’ zijn mensachtigen die na een nacht stappen hun huissleutel niet meer vinden. Vreemd genoeg laten zowel vrouwtjes als mannetjes zich de dag nadien als ‘katerachtigen’ omschrijven. Te gebruiken met mate.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken