Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.45 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Editeurs

Cees van der Pluijm

Anneke van der Putte

Paul Sars

Rob van de Schoor



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten

(1988)–Pé Hawinkels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Elegie van het bedrogen enkelvoud

‘Je treft me dan steeds, steeds weer terwijl ik mijn gasten thee serveer.’
 
‘Nu ben ik weer alleen’, denken zij in zo'n geval,
 
en zien om z. heen met wie dan wel. Alleen
 
met passanten als de chauffeur van de G.T.W.,
 
die over het trottoir met een lachje naar een
 
collega holt, alleen met dat trottoir zelf,
 
dat zweet als kaas waarvan de houdbaarheid
 
te zeer beproefd is, alleen met het majorica
 
collier van de kalender, - men weet, noch kan het weten.
 
Nederig staat men, als een onderdaan, als
 
een eeuw, in de lijfsgeur van de huizen, houdt
 
een denkbeeldige pet voor het kruis, dat rust
 
als een graf, en kijkt van onderuit wat naar
 
het leven. En verrijst vervolgens uit de tombe
 
een ogenblik dat eist dat men, vrolijk als een on-
 
bedorven chauffeur, een hinde, van de G.T.W. zélf over
 
het trottoir, ruw als zolen, rent & z. laat kammen
 
door de herfst en zijn betekenissen, wel,
 
dan doen we dat.
[pagina 264]
[p. 264]
 
Want wie zijn wij,
 
dat we, nu we weer alleen & ontevreden zijn,
 
daarover zouden blijven kniezen? Wie, dan,
 
dat wij, wanneer naast ons de adem van
 
het uur opduikt, met vragen op ons afschiet als
 
een guppy van tussen de waterpest, ons de micro-
 
foon voorhoudt als betrof het een alcoholtest,
 
niet, dan wel ontwijkend zouden antwoorden?
 
Neen, neem een voorbeeld aan hem, wiens zolen
 
op dit trottoir versleten zijn. Hij luistert
 
vriendelijk naar de vraag, wát hij nu
 
zou willen, nu, nu, zoals bekend, hij het gezicht
 
moet missen, dat is ontkleurd, ontluisterd,
 
en verfletst onder het bed van zijn geheugen
 
is gerold.
 
‘Tja’, fluistert hij geduldig & bekwaam, als iedereen,
 
en glimlacht vol berusting als een bed duizendschonen;
 
aan de kim, wit & smakelijk als vruchtvlees van
 
een goudreinet, slaan de herinneringen op als vergul-
 
de vluchten van de vogels, als een handvol zaad,
 
dat de grote lippen van het akkerland kordaat
 
vaarwel zegt, terugvliegt naar de zon, waar het
 
niet vandaan komt, - ‘mijn gezicht, dat ooit
 
geglansd heeft alsof het even organisch & natuur-
 
lijk voor mijn innerlijk stond als de schil
 
voor appelsienen? Of had U, waarom moet U mij
 
nou zo martelen, dat tweede op het oog,
 
dat, als na een proces van schifting, als
 
een negatief, als een wonder aan mij is
 
bekend geweest, en dat ik ben kwijtgeraakt,
 
ik beken het, dat ik er heb doorgejaagd
 
als een erfenis?
 
Ja, als U zo aandringt... mijn medeburgers
 
hebben in dezen nu eenmaal recht
 
op de grootst mogelijke duidelijkheid, zoals
 
een ruwe rundertong een recht heeft op een
 
grote missiedobbelsteen van zout. Welaan -’
 
en dan spreekt hij in gelaten koor
 
met een meervoud van plaatsbekleders
 
van dat tweede gezicht, dat definitief verloren
[pagina 265]
[p. 265]
 
lijkt. Het wist, verneem je ademloos,
 
te glanzen, had alle vouwen en rimpels ver-
 
bannen, straalden van binnen uit, zoals
 
een voederbiet met een goedkope kaars daarin,
 
het had direct te maken met momenten dat de vrede
 
over ons, subjecten, daalt zoals het schuim
 
uit bier wel optrekt, het sprak even bedeesd en
 
z. bewust van zijn eigen, onvervreemdbare waarde als
 
het tengere geboomte in het stadspark, dat
 
de avond, onberispelijk in het milde van
 
een altijd weer originele angst, vraagt naar
 
zijn vadersnaam, alvorens hem smachtend & tanagra na
 
te kijken als hij zijn heroïsche entree
 
maakt in studentenkamers.
 
Daar hoor je van op, zeg je, en sprakeloos'
 
luister je naar hen, als zij beweren,
 
dat dat gezicht delicieus was, harmonisch & reëel;
 
dat het warm en plaatselijk vochtig was als de knop
 
van een magnolia voor hen die weten hoe de schaduw
 
in de pijpen van zo'n struik zijn werking in-
 
toneert, de knop van een dotterbloem voor hen,
 
die een jeugd hebben gehad die kikvorsen het leven
 
heeft gekost, henzelf een fortuin van later datum,
 
dat het geurde als een lelie, geuren gaf,
 
vertaald, bewerkt naar die van Brussels lof.
 
En wetend, dat ook jij dit eens & ooit
 
zou kunnen bereiken, voel je jezelf niet meer
 
de gloeilamp met welks waarde je geleerd is
 
jezelf te vergelijken, maar de zon, niets minder,
 
stralend, verwarmend & van een duurzaam vermogen
 
om geluk te zaaien. Dat is de staat waarin alleen
 
mensen als jij te luisteren vermogen naar
 
het antwoord op die vraag - wat zij willen,
 
nu dat gezicht verloren is, en dit het eerste
 
gezicht heeft uitgebeten als een leugen?
 
‘Wel, ik zou,’ zo zuchten zij ten slotte,
 
‘eenmaal nog, en wel op dit moment, de ontroering
 
willen voelen van toen in mijn jongensjaren
 
de harmonie, op zijn eigen metrum voor
 
het Allerheiligste uitschrijdend, die discrete
[pagina 266]
[p. 266]
 
en uiterst plechtstatige marsmuziek blies;
 
nog eenmaal elfjarig zou ik het schrijnen
 
willen voelen van die melodie, die als de tijd
 
zelf door het laantje trok, alwaar de linden
 
met hun schaduw het klamme voorhoofd van
 
't plaveisel betten, ik de leeftijd, de manieren
 
nog bezat om wanneer het allerhoogste je voorbij
 
ging, wanneer het statig & bewust zijn baan trok
 
op onoverbrugbare afstand, te beseffen
 
dat dit is zoals het hoort, dat het überhaupt
 
alleen daarin bestaat.’ En als het dan
 
van rechts, van links, dreigend klinkt: ‘Hoe zei U?
 
Zoudt U dat eens willen herhalen? Zeg dat nog eens,
 
als je durft!’, dan corrigeren zij,
 
vlug & vol van deemoed: ‘Wel,
 
omdat U het zo dringend vraagt,
 
ik heb een wens. 't Is simpel: graag
 
zou ik in staat zijn weer mezelf
 
als jongen van een jaar of elf
 
te zijn; dan voelde ik wel weer
 
wat toen wellicht éen enkele keer,
 
en daarna slechts in tweeërlei
 
herinneringen gold voor mij:
 
ontroering als op kermisdag
 
wanneer ik in de kerklaan zag
 
hoe de processie aankwam, hoor-
 
de hoe de harmonie, die voor
 
het Allerheiligste uit schreed
 
die mars blies, plechtig & discreet
 
naar mannen die het groot geheim
 
volgt onder gouden baldakijn.
 
Ik zou, nog éenmaal elf jaar,
 
het voelen schrijnen in mijn maag,
 
die melodie, uniek alsof
 
de tijd zelf door het laantje trok,
 
waar kuise lindenschaduw voor
 
de kinderkopjes zorgde, voor
 
mijn vingers borg stond die ik kruis-
 
te, ik, nog in manieren thuis,
 
en die de leeftijd nog bezat
[pagina 267]
[p. 267]
 
aant.
 
om innig te beseffen dat
 
het is zoals het eigenlijk hoort
 
wanneer het allerhoogste voor
 
je neus voorbijgaat, je laat staan,
 
zo naast zijn zelfbewuste baan,
 
ja, dat het als je goed nagaat
 
uitsluitend daarin kan bestaan.’
 
Kan bestaan, zoals het ten slotte
 
niet bestond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken