Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen) (1818)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
Afbeelding van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (59.98 MB)

Scans (43.72 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)

(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina II]
[p. II]

[Tweede deel]

Met Kerkelijke Goedkeuring.

[pagina III]
[p. III]

Voorrede.

Aangenaam en aanmoedigend, was het voor mijn hart, het gunstig onthaal mijner stichtelijke Liederen, die nu voor de vierdemaal ter Perse gelegd zijn. Ik verheuge mij, dat de uitgave van soortgelijke Liederen en Muzijk, zulk eenen bijval, bij het publiek, gekregen hebben, zoo, dat daardoor vele stichtelijke zanggezelschappen zijn opgerigt, en wel bijzonder, in Groningen en Vriesland, en die nu van tijd tot tijd, ook in de andere gewesten en steden van ons Vaderland, vermeerderen; hetwelk dan ook niet weinig aan den goeden smaak van een Godvereerend zingen zal kunnen bijdragen.

Nimmer had ik gedacht, een tweede deel dezer stichtelijke Liederen, te vervaardigen; vandaar, dat ik op den titel van den vorigen Bundel, de woorden: eerste deel, niet gesteld hebbe, dat echter nu, bij de uitgave van den vierden druk, het geval wezen moet, om deze beide Bundels van elkander te onderscheiden.

Mijne jaren, krachten, en veelvuldige werkzaamheden raadplegende, durve ik geene belofte doen, om een derde deel hier bij te voegen; evenwel hope ik, immer te toonen, dat ik geene snipperuren vruchteloos zal laten verloren gaan, maar dezelve zal trachten dienstbaar te maken, aan het heil mijner geloofs- en natuurgenooten.

Deze tweede Bundel is dan weder ingerigt in denzelfden smaak, als de vorige. Al deze Liederen zijn weder op onderscheidene zangwijzen, door den zangkundigen Dirk van der Reyden, Nz.

[pagina IV]
[p. IV]

gesteld, en zullen niet minder aan het zanglievende gehoor voldoen, blijkens 's Mans noodig voorberigt, hierbij gevoegd.

Wat de Cantate betreft, waarvan de Muzijkplaten bij elkander, en niet tusschen de zangwijzen gevoegd zijn, moet ik alleen berigten, dat het mij is voorgekomen, van belang te zijn, zulk een feest der Hervorming steeds in gedachtenis te houden, en niet slechts om de honderd jaren, daaraan te gedenken. Het is wel zoo, dat er vele, en waarlijk schoone stukjes, van dien aard, voorhanden zijn; maar het is ook waar, dat die veelal, onder de kleine geschriften, verloren gaan; vandaar dan, dat ik mijne Cantate voor dezen Bundel bewaard heb, te meer, om dat deze mijne stichtelijke Liederen, meestal in de zanggezelschappen gebruikt worden, waarin men toch, met de beste gevolgen, eene Cantate kan zingen; en hoezeer men dit stuk, zonder speelinstrumenten, kan uitvoeren, prijze ik echter hierbij het orgelmuzijk ten sterkste aan.

Nog moet ik berigten, dat de Koren, voorkomende op de bladz. 288, 289 en 290, met eenige veranderingen genomen zijn, uit mijne stichtelijke Gezangen, ontleend uit de peinzende Christen, door Ds. P. Broes, en uitgegeven bij A.B. Saakes, te Amsterdam.

Ik bidde God, dat Hij deze onze vernieuwde pogingen, met zijnen zegen weder zal gelieven te bekroonen, en dat deze zang- en toonkunsten dienstbaar mogen bevonden worden, aan het heil onzer medemenschen, en ter uitbreiding van het Koningrijk van onzen Heer Jezus Christus.

 

J. HAZEU, C. zoon.

 

Amsterdam

1 Maart 1818.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken