Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland) (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (14.30 MB)

ebook (3.01 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 1 (onder ps. Samuel Falkland)

(1915)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 221]
[p. 221]

Dolce far niente.

Dolce far niente.

De wind schudt de wilgen.

Het zonlicht licht met strakke witheid. De kruinen slingeren, wrijven tegen elkander. Het is een zonnegewiegel van blaren, als gespeel van kinderen. Als ik goed luister, droomerig luister, hoor ik jubelkreetjes, schelle stemmetjes.

Maar er zijn geen kinderen.

De wind zwiept de takken op. Blaren huppen en joelen. Er zijn geen kinderen. Het is bedrog. Er zijn groene blaadjes, dwarrelend door elkander, er is lichtgelach op de loovers, er zijn schaduwtjes en zilverschubben. Er is het gróóte gesuis van de blaren.

Als ik de oogen sluit lijkt het de zee - het groote water, water en lucht. Groene golven komen langzaam gedragen, neervallend, opdeinend. Witte schuimstrepen sissen. En het gesuis ademt zacht, blazend aan in den mond, in den neus, in de longen, die bewegen in stalen gevoel van sterkte. Het is de zee, de zee, effen glad als een spiegel van licht, de zee rumoerig en wild, de zee met marmeren bergen en dalen, de zee als een vreemd verbeeldingsland. Het is de zee bij het strand, opkolkend golven in branding van schuim.

[pagina 222]
[p. 222]

Het is de zee, wen de zware lucht voortscheert de golven, de zee, als een binnenwater waarop reuzenlippen adem uitstorten, de zee, stil, vol geluiden, de zee als een droomenplek, waar de heete mond gulzig drinkt - drinkt - drinkt, in een passie naar licht, lucht, leven, dood. Het is de zee, groot, majesteitelijk, wiegend op het gladde lijf silhouetten van zeilen. Het is de zee, bij nacht, zwart en luguber, - bij avond, inslapend op wondermelodie van ònzegbaar-goede dingen, - bij middag als de zon op het water brandt -, het is de zee als een wit zuilenpaleis, statigend op tot in de wolken van sneeuw, zuilenpaleis met albasten vrouwen, badend en wiegend in water.

De zee, als de kinderen purper van leven stoeien in 't zand.

 

Er is geen zee.

Het is al bedrog. De wind stuift in de stoeiende wilgen. De blaren rukken driest, dollen en zwermen. Het is bladergesuis achter de schutting van den tuin, bladergesuis van de wilgen in zonlicht. Er is geen zee.

Dolce far niente...

Een musch lijnt door de warme, zonnige lucht, strijkt neer op een tak. De wind schudt tak en musch. Ze glanst in het licht, pikt met den snavel in het bruine borstje. De groene blaren, de blaren van zilver en groen, ravotten er om. Dan vliegt ze weer vort, bruine streep in het licht.

Beneden is het perk van groote groene planten. Gele koppen van bloemen, gele trossen knikkebollen, zacht bestreken door den wind. De gele koppen vlijmen uit scherp boven het groen. Het is een mooi perk van groote, groene blaren, groen in alle kleuren, zacht, donzig, bits, donker. Het geel

[pagina 223]
[p. 223]

pluimt er boven, drijft er over, fel, schreeuwend. Het perk staat, netjes afgerond, als de vroolijke, kleurige opgewaaide pruik van een boschduivel.

Kloek! Kloek!

Petie! Petie!

Ergens achter een schutting klinkt het pittig, gedempt geluid van kuikens. Ik zie ze in verbeelding, mollig, geel, dribbelend, met gele bekjes, pikkend in den grond.

De boomtakken zwiepen. De blaren stormen driftigjes. Schaduwen en groen én zilverloovertjes.

Een kat sluipt aan over de schutting. Stap voor stap. Fluweelen, zachte tredjes. Nu rekt ze zich uit, inbuigend het rugje - plompt neer van de schutting, verdwijnt in het groen. Monter klinkt het gepiep van de kuikens. De zon schijnt heet, uitmergelend den grond. Het is warm en de wind blaast in de blaren.

Een witte vlinder.

Ze klapklapt dicht bij den grond, bewegend met rukjes. De wind neemt haar op, stuwt het witte lijfje. Maar ze klapklapt naar de gele bloemen boven de groene planten. Ze laat de vleugeltjes rusten, de witte, papieren vleugels, blijft stil op een gelen tros, op een tros van heftig-gele bloemen.

Weer een musch. De musch tript rond op den grond, hip-hip-hip. Telkens een musschenschaduwtje op den grond. De kat uit het groen sluipt zachtjes, pootje voor pootje, het lichaam bijna sleepend over den grond. Maar de musch vliegt weg. De kat ligt lui in 't zand, de vier pooten gestrekt. De musch tjilpt in de boomen. De kuikens piepen. De blaren dansen in 't licht.

Wit als een rozeblaadje, fladderend op den wind dommelt de vlinder gratievol van de eene pluim naar de ander. Zij is van een wonderlijke, pure

[pagina 224]
[p. 224]

witheid. De vleugeltjes klepperen. Het is niet te zien of zij bewegen of worden bewogen. In het blinkende zonlicht rust ze nu weer. De plant knikt stil en zwijgend. Het is eene dunne, slanke plant. Alleen bòven één gele pluiming van bloemen. De vlinder wordt gewiegd, als een kindje dat moe is. Een tweede kleppert aan. Ze fladderen heen om elkander, twee witte, blankwitte, doorzichtige lijfjes. Ze zijn als opgewaaide veeren, stijgend, dalend. Ze spelen een spelletje van teerheid bij de gele bloemen, bij de groene, onrustige blaren. Ze spelen tot dicht bij den grond, wochtend en huppelend in het streelende, warme licht.

Kloek! Kloek!

Petie! Petie!

De kat rekt zich uit, geeuwt met een grooten open bek. Ze richt zich op, kromt lui den rug, geeuwt nòg eens, ziet de vlinders, de witte vlinders. Weer sluipt ze, als straks bij de musch, tred voor tred van het grijs sluwe lichaam. Ze kruipt langs de planten, loert, loert met groene, harde oogen.

De eene vlinder twinkelt heen over de schutting. De ander heeft een vleugel gebroken. Ze fladdert zacht op een struik. Maar de kat, speelsch en vlug, springt nòg eens. De struik buigt. Een paar blaren vallen af. De vlinder ligt op den grond.

De witte vleugels trillen. De kat snuffelt, gaat er bij liggen, vadsig, weelderig in de zonwarmte. De groote grijze poot verschuift het witte blanke lijfje. De vleugeltjes beven. De groene, harde oogen, de wreede oogen loeren, bekijken het getril. De voorpooten gooien de vlinder op, de wind waait haar langs den grond. De kat springt toe, als een roofdier dat speelt met zijn prooi.

Zij heeft de vlinder wèer. Zij draagt haar in

[pagina 225]
[p. 225]

den bek, legt haar neer op een plekje van zon, duwt haar spelend vort met fluweelen stootjes van den sterken poot. De vlinder beweegt niet meer. De gebroken, verfletste vleugels hangen mat op den stoffigen grond.

De kat geeuwt, rekt zich uit, wentelt zich op de andere zij.

De wind stoeit het dooie vlinderlijfje op boven de groote, groene planten, boven de knikkebollende pluimen van geel. De kuikens piepen. De blaren suizen als de zee.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken