Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland) (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (13.10 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 3 (onder ps. Samuel Falkland)

(1905)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 71]
[p. 71]

Rooie Zakdoek.

Leeuwtje zat over me. Leeuwtje is een klein ventje, met groote ‘idealen.’ Eén daarvan is, dat hij nog altijd een ‘ideale’ vrouw zoekt.

Ik had hem zoo juist voor Mast een kop koffie geoffreerd.

Het was guur weer en Leeuwtje was stil.

‘Weer verliefd?’

‘Nee.’

‘Waarom kijk je dan zoo sip?

‘Ik... ik’...

De ik-ken werden onderbroken door een niesbui.

‘Kou gevat,’ bromde hij. En om z'n neus te snuiten, trok hij 'n zakdoek uit z'n jaszak.

Ik lachte. Een paar menschen er om heen lachten. Leeuwtje moffelde z'n zakdoek met vlugheid weg. Want 't ding zag er uit, alsof 't een paar uur in bloed had gelegen.

‘Heb je 'n neusbloeding gehad?’

‘Nee.’

‘Gevochten?’

‘Nee, nee!’

‘Mensch, wat ben je nijdig!’

‘Laat me fatsoenlijk uitniesen.’

Hij nieste dan ook uit. Maar 't gekietel in z'n

[pagina 72]
[p. 72]

neus was zoo sterk, dat hij op een gegeven oogenblik, dat ik niet beschrijven wil, tóch gedwongen was, z'n roodgekleurden zakdoek te voorschijn te halen en zich te snuiten.

‘Je hebt niet gevochten, je hebt geen neusbloeding gehad? Leeuwtje, dàn heb je 'n moord op je geweten.’

‘Ja, Sam, aan dit doekje zit het bloed van een vermoord ideaal.’

‘Alweer een?’

‘Ze had blauwe oogen.’

‘Wie “ze”?’

‘Een beeldje... een kind van achttien jaar... een kopje om te stelen...

‘Zwart?’

‘Nee, blond - hoogblond - goudhaar.’

‘Natuurlijk - als je vrouwen hoort beschrijven zijn 't altijd engelen met goudhaar.’

‘Hou nou je bakkes.’

‘Dank je.’

‘Ze had oogen - waarachtig ik had ze nog nooit zoo gezien. - Blauwe oogen waarin je kon kijken uren lang, zonder 'n enkel leelijk verlangen.’

‘Er zijn geen leelijke verlangens.’

‘'k Wou, dat je me liet uitvertellen. - Je moet er niet mee spotten, Sam. Ja, je lacht, omdat ik zoo gauw en zoo dikwijls verliefd ben. Maar ik kan 't niet anders. 't Is mijn natuur. Mooie, klare, eerlijke oogen van vrouwen zijn het beste van je leven. Wat is er anders, wat is er anders?’...

‘Dwaal niet af, Leeuw.’

‘Zij had er een paar van limpiede blauw, van blauw zoo kinderlijk-rein, dat als ik met haar was, ik haar liet snappen en ratelen en niet praatte, om alleen te zien en te voelen de rust die er van de stille blauwe oogen uitging.’

[pagina 73]
[p. 73]

‘Dat moet voor haar wel gezellig geweest zijn.’

‘Denk je dat zij er op lette? Als ik met haar roeide...’

‘Nu ja maar kerel, dat is alles heel belangwekkend voor iemand, die duizendmaal je beschrijvingen van vrouwen en oogen gehoord heeft, maar je zakdoek, je moordenaarszakdoek? Heb je met je engel van het limpiede blauw gevochten?’

‘Aannemen! - Een kleintje koffie!’

Leeuwtje was uit zijn humeur. Ik was misschien wat te ver gegaan. Maar 't was ook zoo grappig, hem in zijn eeuwige verliefdheden te volgen.

Halfweg het ‘kleintje’ begon hij weer.

‘Van middag voor de derde maal ben ik met haar gaan roeien. Toen ze over me zat in den stuurstoel en het bootje door het zilverig water sneed, was ik gelukkig. God, ze was nog zoo jong - achttien - zoo heelemaal onbedorven. Ze had geen vader en geen moeder meer. Ze woonde in bij een voogd...’

‘Wist die voogd van roeipartijen?’

‘Natuurlijk niet. - Was dat dan noodig? Ik heb haar hand nog niet aangeraakt bij wijze van spreken.’

‘Mes compliments!’

‘Een kind met zulke onschuldige blauwe oogen is overal veilig...’

‘Schrijf daar een verhandeling over en zend een exemplaar aan den voogd.’

‘Goed! Maar bij mij is ze veilig. We roeiden naar het Kalfje...’

‘Zij dronk een advocaatje.’

‘Hoe weet je dat?’

‘Vrouwen drinken in het Kalfje altijd advocaatjes, kinderen melk en mannen bitter.’

‘Sam, je bent een idioot.’

[pagina 74]
[p. 74]

‘Nóg eens, merci.’

‘Zij dronk een advocaatje, ik een glas port. We zaten in een prieel...’

‘De nachtegaal sloeg...’

‘Nee, wel de klok. We moesten weer weg. Het advocaatje had haar een kleur gegeven. Ze keek me soms aan - zoo heerlijk, zoo goed. - Maar we moesten weg. Ik roeide terug. Langzaam. Elke slag bracht de giek dichter naar Amsterdam, naar de menschen, den vóógd. Toen begon het ongeluk...’

‘Ongeluk? Nu wordt ik nieuwsgierig.’

‘Als je je mond had gehouden, had je nu al alles geweten. Nog geen tien minuten van het Kalfje begon het plotseling, zonder dat we het een van beiden hadden zien aankomen, te stortregenen...’

‘Natuurlijk als jij naar limpiede blauwe oogen kijkt!’

‘Te stortregenen, maar zóo gemeen, dat het kind in minder tijd dan ik je deze woorden zeg, doornat was. Ik hing haar mijn jas om, maar het was zulk een wolkbreuk, dat het water over haar japonnetje plaste.’

‘En jij?’

‘Ik? O, ik zat in mijn sporthemd en sportbroek. Ik nam gewoon een koud bad.’

‘Goed om een tering op te loopen.’

‘Ik roeide desperaat naar den weg, maar de boomen gaven geen beschutting. Nog een minuut doorroeien en we kwamen bij een boerderij. Zij stapte uit. Ik lei de giek vast en kwam achteraan, nee maar jongen zóó doornat in mijn dunne roeipak, dat ik begon te rillen toen ik bij haar stond onder het afdak van de boerderij. Zij had nog altijd mijn jekker om. Het geval vroolijk opnemend, begon ik te lachen. Maar zij keek alsof ze zou

[pagina 75]
[p. 75]

gaan huilen, want het regenwater liet stroompjes bloed druppelen van de roode bloemen, die in massa op haar zomerhoedje stonden. - “Nu is mijn hoed bedorven,” - zei ze en ik zag dat ze moeite deed om zich goed te houden. Toen nam ik mijn zakdoek en lei dien beschuttend over het hoedje, daar de wind nog altijd druppels onder het afdak dreef. Het rood van de bloemen kleurde dadelijk mijn witten zakdoek. Ik stond te rillen. Het water stroomde langs mijn bloote armen. Het sporthemd plakte op mijn lichaam. Je weet wat een lam gevoel dat is. Mijn kousen en turnschoenen waren zóo, zóo kletsnat, dat ik me verbeelden kon in het water te staan.

“Lach nu eens,” zei ik, zelf moeite doend om vroolijk te zijn. - “Lach nu eens! Heb je het zoo wel droog in mijn jekker?” Jongen, ze zag er zoo aardig uit in mijn blauwe jas, die ik haar tot aan den hals had dichtgeknoopt. Ze bleef stil met een verdrietig gezichtje. Ze zei alleen maar - “Mijn hoed!... al de bloemen zijn bedorven!”

Ja dat zag ik. Ik zag het rood op mijn zakdoek. Toen, Sam, je mag dat nou gek vinden, toen ben ik ook stil geworden. Want ze zag niet dat ik wanhopig nat was, ze zag niet dat ik alleen een sporthemd aan had, ze zag niet mijn witte pantoffels, die stonden in een plas water en slijk.’

‘En verder?’

‘Verder niets. Na vijf minuten brak de zon weer door. De bui was heftig maar kort. We roeiden terug. Na een halfuur lachte zij weer en had ik me weer droog geroeid, behalve de voeten. En ze vond me den verderen weg stil en vervelend....’

‘Arme ezel.’

‘Dat is de historie van den rooden zakdoek.’ En hij nieste weer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken