Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 5 (onder ps. Samuel Falkland) (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 5 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 5 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 5 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (15.08 MB)

ebook (3.02 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 5 (onder ps. Samuel Falkland)

(1906)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 35]
[p. 35]

Keukenjammer.

Om één uur kwam hij thuis koffiedrinken. Er werd meer gelàchen en gestoeid dan gegeten. Het was ook zoo vreemd, zoo nieuw. Nieuwe meubeltjes, nieuw zeil, nieuwe vloerkleeden, nieuwe messen, vorken, glazen. Alles nieuw. Ook hun leven. Van een tiendagige huwelijksreis waren ze pas thuis gekomen. Ze moesten nog wennen aan al de vréémdigheid.

‘Smaken je de eieren niet?’ vroeg ze, omdat hij zoo kieskauwde.

‘Nou smàken en smàken is twéé,’ zei hij lachend: ‘ik hou van héél zacht - en zòò hard heb ik ze nog nooit gezien’....

‘'t Is ook zoo'n làst met eieren,’ klaagde ze: ‘ik dacht nog wel dat ze half rauw zouen zijn. Mietje weet nèt zooveel van 't koken als ik’....

‘Koken is geen heksenwerk - dàt leer je gauw genoeg,’ glimlachte hij met wittebroods-glimlach.

‘Wel ja,’ zei ze optimistisch en ze gaven elkaar een wittebroods-kus en nòg een en nòg een, zooals in wittebroodsdagen gebruikelijk is.

De zwartgroene eieren stonden in zwijgende getuigenis.

Een uur later ging hij weder naar zijn kantoor,

[pagina 36]
[p. 36]

nagegroet, nagekeken door zijn vrouw - begon het jonge dagmeisje te ruimen.

‘Kan jij vleesch braden, Mie?’ - vroeg mevrouw.

‘Nou dat denk ik wel,’ zei het kind, dat 't moeder wel eens had zièn doen.

Mevrouw ging gezellig op een keukenstoel zitten, keek haar keukentje rond.

Het was een keuken om te zoenen, met een breede aanrechtbank, twee glazen kasten, waterleiding, nieuw fornuis en drie petroleumstellen. Hein had overal koperen krammen geslagen. Nou hing alles zóó ordelijk, zóó pleizierig, dat je er ùren naar kon kijken. En allemaal zulk solied, degelijk goed. Van de ommeletpannetjes had ze er drie, driè groottes. Van de blauwe vergieten twee, van de steelpannen weer drie - drie schuimspanen, zes geëmailleerde lepels. Maar het héérlijkst stel stond in de linker glazenkast, een verzameling van twaalf geëmailleerde pannen. Er waren zes blauwe èn zes grijze geëmailleerde pannen. Die leken precies op elkaar als broertjes en zusjes van een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf jaar, telkens een stukje dikker en grooter, gelijk de teekening het aangeeft en gelijk men het zich verder voorstellen kan. In de keuken was verder een geheele verzameling van keukendingen, maar de twaalf pannen in opeenvolgende grootten trokken

illustratie

[pagina 37]
[p. 37]

het meest de aandacht, had de jonge huisvrouw het liefst. De allerkleinste kon alléén dienst doen voor saus of zoo te warmen, de allergrootste was voor visch.

Mevrouw keek dit alles aan, voelde zich gelukkig. Zóóveel pannen en moderne keukenzaken had geen enkele vriendin. Ze kon rustig haar keukentje laten zien.

Genoeglijk begon zij te koken, nam pan no. 6 uit de kast, vulde haar met water, zette haar op de lustig brandende kachel. Ze had nog nooit gekookt. Als kind was ze op de Tooneelschool geweest, had drie jaar gespeeld in kleinere rollen - toen was de trouwerij gekomen. En nòch op de Tooneelschool, nòch op het tooneel leer je koken. Wat eenigszins tot je nadeel is, wanneer je de kunst vaarwel zegt. Vroolijk - in wittebroodsstemming - wiesch mevrouw met Mietje de kopjes en tegen den tijd dat 't water warm werd, liet zij de zak rijst, die 't meisje gehaald had in pan no. 6 glijden.

‘Zou twéé pond voor ons genóég zijn?’ vroeg ze aarzelend.

‘Dat weet ik niet mevrouw,’ zei 't meisje toekijkend: ‘'k weet niet hoe móéder 't doet’...

‘Ik weet wèl,’ zei mevrouw, dat een paar pond doperwten in den zomer niet héél veel is - maar rijst zet nog al uit, niet?’

‘Ja dat doet ze zeker,’ bevestigde Mietje.

Mevrouw zat prettig voor het fornuis, de voetjes op een stoof. De heele kokerij beteekende niks. Als je maar je verstand gebruikte ging het van zelf. De éérste menschen hadden 't ook niet geweten, tòch behoorlijk gegeten.

Met een der zes geëmailleerde potlepels doorroerde zij de pan, die niets anders vertoonde dan melkig water en een bodem van rijst. Je had maar bij tijden

[pagina 38]
[p. 38]

te proeven of ze gaar werd, dan kon er niets aan bederven. Rustig, zèker van haar zaak, haalde ze een boek van het boekenrekje binnen, herplaatste de voetjes op de stoof, las met aandacht de verzen van Louis Couperus, zooals het haar op de Tooneelschool geleerd was:

 
‘Gelijk een bleeke bloem in sombren hof,
 
Door zonnegloed maar zelden zoet gestreeld,
 
Zoo bloeide Williswinde droomende op
 
In schaûw van kloostermuren...
 
Droomend zag
 
Ze als droeve geesten, zwevende in den dood,
 
De witte nonnen, beden murmlend, gaan...

Bij de eerste bladzijden dwaalden hare gedachten nog wel af naar de rijst, daarna geraakte zij in de liefdesavonturen der schoone Williswinde verdiept, sneller lezend tot waar Floris ‘eerbiedvol de albasten wang beroert met zijn lippen’ en waar Williswinde wroeging gevoelt:

 
‘Maar weldra
 
Gevoelde zij, hoe wroeging als de klauw
 
Eens giers, heur pooplend hart omgreep... Daar rees,
 
Met woede bliksmend uit azuren oog’...

Sissend geluid deed haar opzien. Ook de rijst was gerezen, schuimde onstuimig over den rand, geleek met woede bliksmend uit het azuren oog der pan te schieten.

‘Vlug, vlug nòg een pan!’, riep mevrouw en Mietje droeg ongelooflijk snel pan no. 7 aan, waarin mevrouw een kwart van pan no. 6 overlepelde. Het was gelukkig afgeloopen. Pan no. 6 stond op het vuur, pan no. 7 op een petroleumstel. Mevrouw proefde, maar de korrels waren lange na nog niet gaar.

Voorzichtiger nu, met minder drift, las zij voort tot aan den droom der schoone Williswinde:

[pagina 39]
[p. 39]
 
‘En moede droomde ze iets van engelwieken...
 
Een vloed van maanlicht stroomde in haren schoot’...

evenwel zóó bedachtzaam, dat zij bij iederen regel naar de pan keek, wat wel niet de júíste houding is om van poëzie ònverdeeld te genieten, maar je nieuw fornuis voor ongelukken behoedt. Ditmaal zag zij de nieuwe rijst-rijzing aankomen, vóórzag zij de gevaarlijke zwelling en vlug kreeg ze zelf pan no. 8 uit de kast, vulde haar halfwege, zuchtte van inspanning. Er stonden nu drie pannen rijst te warmen en te koken.

De natuur was een mysterie. Als je sla stoofde bleef 'r niks over. En van zoo'n klèin zakje rijst al dríé pannen! 't Leek wel een klucht. Ze had Williswinde op de keukentafel gelegd, daar ze het terrein nauwlijks meer overzien kon. Ze begon zich te gevoelen als de kunstenaar van het circus, die op één tafel twaalf borden tegelijk in draaiing houdt. Koken was op zulk een wijze méér dan een wonder. Pas had ze pan no. 6 gedeeltelijk geleegd of pan no. 7 op het stel gaf dezelfde vertooning, zwol zoo aanmerkelijk dat het sap er langs liep.

‘Nòg een pannetje,’ verzocht mevrouw benauwd.

En in pan no. 9 werd de helft van no. 7 overgegoten waardoor de keuken er bedrijvig uitzag als een militaire kokerij: vier dampende pannetjes op kachel en stellen. Mietje goot in elk wat water bij, om aanbranding te voorkomen, mevrouw liep van de eene naar de andere, roerend en proevend. 't Was nog làng niet klaar. De korrels bleven hard, de vier inhouden groeiend.

‘Wat 'n ràre rijst,’ zei mevrouw, bedrukt.

‘Ja s'is èrreg raar,’ meende Mietje: ‘sulleke rijst heb 'k nog nooit van me leven gesien.’

‘Zeker 'n heel slècht soort,’ veronderstelde mevrouw.

Met pan no. 8 liep het weer de spuigaten uit.

[pagina 40]
[p. 40]

Die ellendige, sarrende, zwellende, rijzende rijst leek maar niet tot evenwicht te willen komen. Afschuwelijk! Wat wàs dat in 's hemelsnaam voor rijst!

Zenuwachtig, op huilen af, nam zij pan no. 10 uit de kast, lepelde de helft van no. 8 over en zoo moest zij het nog twéémaal doen - tot er zeven pannetjes te koken stonden. Eerst toèn was het evenwicht bereikt, liep geen der pannen meer over.

Het lijden was evenwel nòg niet voorbij. Pan no. 6 begon het eerst verdacht te ruiken, of liever no. 6, no. 7, no. 8 deden het tegelijk.

‘O! o!’, huilde mevrouw: ‘wat heb je je toch voor 'n ràre rijst in je handen laten stoppen! Kijk nou toch is aan!’....

Wanhopig overkeek zij haar batterij.

Pan no. 6 Dik-aangebrand.
Pan no. 7 Licht-aangebrand.
Pan no. 8 Zwaar-aangebrand.
Pan no. 9 Klonters in water.
Pan no. 10 Dunne pap.
Pan no. 11 Stijf als een uitgewrongen prop.
Pan no. 12 Bruin sop.

Bij de keukentafel snikte mevrouw het uit over zóóveel ellende.

* * *

Jaren geleden hebben we ook zoo getobd. Daarom verheugde het mij toen ik het bovenstaande hoorde vertellen. Andermans smarten verzachten de onze. ‘Mijnheer,’ zeide mij de bewuste jonge vrouw, met wie ik drie maanden nà deze gebeurtenis kennis maakte: ‘mijnheer, ik zal niets ten nadeele van de Tooneelschool zeggen. Ik heb er uitstekend voordracht en spel geleerd, grimeeren en hoogere mimiek, techniek van het Drama en Aesthetica, maar koken leeren ze niet. Zou de Commissie van toezicht daarvoor niet kunnen zorgen? 't Is zoo'n gemak!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken