Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland) (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)
Afbeelding van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)Toon afbeelding van titelpagina van Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (13.48 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schetsen. Deel 6 (onder ps. Samuel Falkland)

(1906)–Herman Heijermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 162]
[p. 162]

Van de sentimenteele kip en hare kuikens die geen kuikens waren.

Op het buiten liepen bij de honderd kuikens, kuikens van alle soort, raskuikens, boerenkip-kuikens.

Toen nu nog de groote zwarte kip broedsch was geworden, had de eigenaar die er ook een aardig vijvertje op na hield, een dozijn eendeneieren in het broedhok gelegd.

Tien kwamen er uit.

Tien kittige gele jonge eendjes.

De eerste weken bleven ze angstig en trouw bij de kloek, die moeite had ze onder haar vleugels te nemen.

 

Kloek werd met haar tien kinders losgelaten. Voorzichtig stapte ze vooraan, nagekeken door den kalkoen, den haan, de kippen in de ren - èn de kippen er buiten

‘Wat is me dàt?’ vroeg de haan aan een kip die verbaasd was opgesprongen uit 'r warm-zonnig zandhoopje.

‘Jeeminee,’ dacht en zeide deze: ‘wat 'n horribele mònstertjes!’....

In de ren ontstond een formeele rel, kakelden vinnig en kwaadsprekend de kippen.

[pagina 163]
[p. 163]

‘Heeft u ooit zùlke waterhoofdjes gezien?’ - zei de goudkop, die vele malen moeder was geweest en zich op een eieren-stamboom kon beroepen waarbij andren het afleien: ‘affreuze schepseltjes - fidonc!’

‘'t Was te voorzien,’ meende 'n witte: ‘zoo òngezond lang op je eieren te zitten. Dat doet geen normale kip....’

‘Ze hebben ukbeentjes,’ hoonde eene jeugdige Andalousische àchter het netwerk. Zelden sprak ze als ràskip met de boeren pummels die ze voor buren had.

‘Zeg u dàt wel,’ knikte de haan verliefderig: ‘ik zou me schamen papa te heeten van derglijke mormels.’

‘O! O! O!’, lachte met een coquet falsetje een Italiaansche die zèlf buiten kuikens had loopen: ‘O, maar wat 'n bête gezicht! Je zou 'r 'n eed op doen dat 't mismaakte kànàries zijn!.... En wat loopt ze anstellerig.... O! En kijk u is,’ - proestte ze met drukke lachgilletjes: ‘kuikens met velletjes tusschen d'r teenen - wie heeft 'r van gehoord!’....

‘Ik vermeen,’ zei de kalkoen, kirrig z'n veeren opstuipend en bluffrig-schreeuwend: ‘nee, ik vermeen 't zèker, dat 'r iets achter zit. 't Is schande hoe los de zeden des tijds worden. Degeneratie en degeneratie. In 'n eeuw waarin ze Zola verheerlijken, krijg je pàrole d'honneur zolaïaansche kuikens! Schànde!’

De kloek, wel wetend dat ze bekakeld werd - de tegenwoordige kippen waren èrgerlijke koffieleuten! - stapte ongestoord, stevig haar tien zuigelingen bewakend.

Bij den treurwilg kwam ze 'n Minorca tegen, die met veertien jongens en meisjes an 't kuieren was.

Ráár dat andere kinderen 'r zoo kippig uitzagen, heelemaal niet zoo gedistingeerd als háár egaal-donzige dotjes.

‘Morgen mevrouwtje,’ zei de Minorca lievig, maar

[pagina 164]
[p. 164]

met glimmend-valsche oogjes: ‘voor de éérste maal uit?’....

‘Jawel,’ knikte de kloek: ‘de uwe zijn gegroeid....’

‘Niewaar,’ zei de ander: ‘maar als 'k niet ònbescheiden ben: zien de uwe 'r niet 'n beetje pips uit?’

‘Pips,’ glimlachte trotsig de kloek.

‘- 'k Meen zwakjes - je zou zeggen dat 'r gezichtjes....’

‘Wel nee,’ zei de kloek: ‘alles kwestie van afstamming en familie. 'k Zou ze niet anders willen, niet om àl 't hennep van de wereld....’

Blij dat ze die haatlijke gemeenigheid 'r beschaafd had uitgeflapt, liep ze haar kinderen na, die an 't ravotten waren.

 

Bij het heerenhuis lei 'n boerenkip in het zonnetje te braden. Acht pootige haantjes - verbeel je ènkel haantjes! Wat 'n pleizier! - liepen om haar heen.

‘Ug! Ug!’, lachte het stomme schepsel hardop.

‘Schaap!’ dàcht de kloek.

‘Mevrouw,’ lachte de boerin: ‘je mag ze wel goed voeden, véél wurmen en spinnekoppen en veel maïspap - d'r pootjes zakken....’

‘Jij zàkt!’ keef de kloek: ‘bemoei ik me met jouw stùmpers?’

‘Stumpers!’, riep de boerin, vinnig het zand uit haar veeren schuddend: ‘ìk zou niet voor mal willen rondloopen zooals jij!’

Maar meteen was de kloek 'r aangevlogen, trok 'r 'n ordinaire pluis uit d'r vàrkenskop.

‘Daar! Zoo behandel ik plebs,’ schreeuwde ze buiten adem en nijdig haar tien jongen narennend die te dicht bij 't water kwamen liet ze de boerenkip beduusd achter.

‘Hier blijven!’, riep ze haar kinders toe.

Pang! Een lei te water.

[pagina 165]
[p. 165]

Kermend-kakelend gilde de kloek, stapte met één poot te water, roepend en lokkend. Maar omdat ook bij kippen een ongeluk zelden alleen komt, kon ze in de eerste plaats door haar misbaar niet op de ànderen letten en in de tweede gaf de aarzlende kippepoot in het water aan de eendjes 't sein om gezamelijk kroos en modder te happen.

Kloek kreeg in waarheid een kippeflauwte - toen, als bezeten, liep ze om den vijver, klokkend, smeekend, wurmpjes pikkend om de bengels te verlokken en af te leiden.

Ze lièten haar roepen.

Als tolletjes draaiden, draafden ze, happend en smakkend, allemaal bij mekaar als een hoopje geel dons in het frisch groen van het kroos.

Juist toen Kloek begon te grienen, kwam een philosophische Italiaansche met 'r twaalf kiekens voorbij.

‘Kijk 'ns wat 'n ongeluk,’ weende de kloek: ‘Ze liggen te water....’

‘Sapristi,’ zei de Italiaansche: ‘daar sta 'k versteld van....’

‘Hoe krijg ik ze 'r uit?’....

De Italiaansche keek peinzend naar het gespartel benee.

‘'t Is òngehoord,’ zei ze: ‘daar broedt 'n móéder een-en-twintig dagen op!’....

‘Dertig,’ verbeterde de kloek.

‘Dèrtig,’ herhaalde de Italiaansche ongeloovig: ‘dèrtig dagen!’ - Maar dan om te troosten hernam ze: ‘De jeugd wordt bandeloos. Er is geen eerbied meer voor 't gezag en de voorschriften van ouders! Foei! Wiè is de vader?’....

‘M'n màn,’ zei de kloek zachtjes-snikkend: ‘de haan uit de gróóte ren.’

‘Ja - van diè is alles mogelijk,’ lasterde de Italiaan-

[pagina 166]
[p. 166]

sche: ‘dás 'n kippengek, mevrouw! Doch zóó bedoel ik het niet. De ons voederende hand pleegt wel eens daden die mij als kip voor de borst stuiten. Ik voor mij verwonder me er over dat ik twaalf Italiaandertjes heb gekregen. Gelegd heb 'k ze niet, daar zweer 'k op. Elke dènkende kip zal zeggen en volkomen ad rem: laat een ieder haar eigen ei bebroeden. Met welk recht dringt men mij ònechte kuikens op? Wilt u gelooven, mevrouw, dat mijn ventje me áárdig afsnauwde toen 'k voor 't eerst broedde op wat niet mijn broedsel was nòch het aanzijn aan hem had te danken? De menschen zaaien twist tusschen een hen en een haan, maken òns verdacht in de oogen onzer echtelieden, terwijl ze zelf heel wat drukte om 'n Alexandre Dumas fils maken. Waren het uw eigen eieren die u pleegde en koesterde?’....

‘Dat weet 'k niet,’ schreide de kloek: ‘ik weet alleen dat 'k van mijn kinderen hóú....’

Een poos bekeek de Italiaansche mède de zwemmende kiekens, die zich ganschlijk wel schenen te bevinden. Daarna sprak zij in diep nadenken:

‘.... Laten wij ons echter verheugen over ons matriarchaat. Per slotte deert ons de haan niets, zijn wij vele feministen vooruit. Treurig vind ik het alleen, dat bij dezulken die in ànderer nest geboren worden, vader èn moeder onbekend zijn, hetgeen de reeds bestaande verwarringen noodlottigerwijs vermeerdert. Doch, mevrouw, bij alle bezoekingen en ellenden past het ons de wonderen dezer wereld te overpeinzen. Uw geval kàn een mysterie zijn, neemt er den schijn van aan. Waarom, vroeg ik mijzelve dikwerf af, blijft alles bij het oùde? Waarom wandelen de menschen per se op hun beenen en nooit op hun handen? Waarom leggen wij onze eieren niet hóóg in de boomen, beveiligd voor kwakzalvers en

[pagina 167]
[p. 167]

bedriegers, die met onze dierbaarste spullen sollen en kwanselen? Waarom? Ge ziet er is aan de vragenreeks wèl een begin, geen eind. Troost u daarom met de gedachte dat een zwemmend kuiken een voorsprong heeft op den sleur van andere dier-genooten, die tam en willoos eene door niets gerechtvaardigde traditie volgen...’

 

De Italiaansche hernam haar loop, gevolgd door 'r twaalf pikkende, tsjilpende Italiaandertjes. De kloek bleef achter bij den vijver.

‘Het leven eener moeder is een gruwel,’ bedacht ze terwijl ze in het jammerlijk-sentimenteele verviel: ‘als mijn kinderen hun weg vinden te water en ik te land - hoe zal er dan óóit familie-harmonie tusschen ons groeien? Ik heb dit nog nimmer gezien. Mijn hemel, wiè heb ik ter wereld gebracht? Wàt heb ik misdaan om zoo in mijn eerst geslacht gestraft te worden? Zal ik in de toekomst mijn eigen eieren met wantrouwen moeten bezien? Mijn kroost in het kroos - het is beangstigend en vernederend. Wee, mij wacht de risée van de ren.... Wee, ware ik in den dop gebleven....’

 

Na eenige uren echter waren de eendjes vol-gesmuld, her-dribbelden zij àchter haar naar het broedhok terug. Inderdaad hàd zij bekijks.

In den loop stond àl wat kip was. En 'n gekakel, 'n spot, 'n gegrinnek!

De kalkoen, opgeblazen, pedant, krijschte boven allen uit, toen-ie de moeder met haar tien ontaarde kinderen zag:

‘Zóódje! - Dat tuig springt te water! Bah! Bah! 'n Kip die kikkers grootbrengt!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken