Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjes (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjes
Afbeelding van Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjesToon afbeelding van titelpagina van Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Illustrator

Ajo



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjes

(1920)–J.T. Heins–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 2]
[p. 2]

[Van twee stoute boertjes en twee zoete boerinnetjes]

 
Jan en Han van Pieter Maas,
 
Dat waren me twee stropjes.
 
Zij hadden klompen als de baas
 
En mutsen op d'r kopjes.
 
 
 
Hun broekjes droegen zij zóó bol,
 
Dat 't wel ballonnen leken
 
En beider hoofdjes zaten vol
 
Van echte guitenstreken.
 
 
 
Zij zaten 't liefste op den hoek
 
Van vuile modderslootjes;
 
Zij zochten kikkers, baars en snoek,
 
En kregen natte pootjes!
[pagina 3]
[p. 3]
 


illustratie

[pagina 4]
[p. 4]
 
Op zek'ren dag lag in zoo'n sloot,
 
Een waterrat te drijven.
 
Die was zoo dood als Pierlaloot
 
En zou dat altijd blijven.
 
 
 
Doch Jan sloop zachtjes naar het dier...
 
Hij greep het met een vaartje,
 
En schreeuwde: ‘Han, Han, kom eens hier!
 
Er hangt wat aan dat staartje!’
 
 
 
Zij sprongen, tolden in het rond,
 
En hadden pret voor zeven.
 
Doch daar riep Jan: ‘Stil, hou je mond:
 
We zullen 'n grap beleven!’
[pagina 5]
[p. 5]
 


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]
 
Zij liepen zachtjes naar een muur
 
En zagen met hun beien,
 
In 't tuintje van hun nevenbuur,
 
Twee meisjes loopen breien.
 
 
 
Het één was Net, het and're Bet,
 
Twee lieve, zoete kind'ren.
 
Doch Jan, die aap, zou voor de pret,
 
Een ieder willen hind'ren.
 
 
 
En toen de meisjes bleven staan
 
En bij een boom wat rustten,
 
Riep Jan: ‘Vooruit! Nu zal het gaan;
 
Daar zullen zij van lusten!’
[pagina 7]
[p. 7]
 


illustratie

[pagina 8]
[p. 8]
 
Hij hing heel stilletjes de rat,
 
Vlak boven 't hoofd van Betje.
 
O! Wat een valsche streek was dat,
 
Dat leek niets op een pretje!
 
 
 
De meisjes breiden rustig voort;
 
Geen kwaad, waar zij aan dachten.
 
Zij hadden niets gezien, gehoord,
 
Van alles wat haar wachtte.
[pagina 9]
[p. 9]
 


illustratie

[pagina 10]
[p. 10]
 
‘Vieren! Vieren!’ riep nu Han;
 
‘Laat zakken dat cadeautje!
 
Vooruit, zoo zachtjes als je kan;
 
Straks geeft ie ze een pootje!’
 
 
 
Het vieze beest kwam langzaam aan,
 
Van boven uit de takken.
 
Het raakte Bets haar muts haast aan
 
En ging nog verder zakken.
 
 
 
Een oogenblik was alles stil,
 
Toen: ‘Hup!’ nog één flink zetje...
 
Twee schreeuwen en een plof... een gil...
 
En daar lag lieve Betje!
[pagina 11]
[p. 11]
 


illustratie

[pagina 12]
[p. 12]
 
Ook Netje beefde als een riet,
 
Zij voelde 't hartje kloppen.
 
Doch boeren-meisjes laten niet
 
Zich zóó gemak'lijk foppen.
 
 
 
Betje zocht en vond weldra
 
Twee dikke bezemstokken;
 
Toen joegen zij de jongens na,
 
Met fladderende rokken!
[pagina 13]
[p. 13]
 


illustratie

[pagina 14]
[p. 14]
 
De angst der helden was wel groot;
 
Zij liepen wat zij konden,
 
En rolden zóó maar in de sloot,
 
Waar zij die rat in vonden.
 
 
 
Doch Jan en Han van Pieter Maas,
 
Dat waren me twee stropjes,
 
Zij waren menigeen de baas
 
En hadden pient're kopjes.
[pagina 15]
[p. 15]
 


illustratie

[pagina 16]
[p. 16]
 
Zij keken onder water rond,
 
('t Was smerig in die slooten,)
 
En ieder van de jongens vond
 
Twee dikke ganzepooten!
 
 
 
Zij pakten vlug die pooten vast,
 
Toen volgde luid gesnater;
 
Twee ganzen, met hun zwaren last,
 
Die vlogen uit het water.
[pagina 17]
[p. 17]
 


illustratie

[pagina 18]
[p. 18]
 
Zoo werden beiden nog gered,
 
Al was het ook een wonder,
 
Doch moesten dad'lijk ziek naar bed
 
En kropen flink er onder.
[pagina 19]
[p. 19]
 


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken