Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Avonturen aan de Wilde Kust (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Avonturen aan de Wilde Kust
Afbeelding van Avonturen aan de Wilde KustToon afbeelding van titelpagina van Avonturen aan de Wilde Kust

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.47 MB)

ebook (54.29 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/aardrijkskunde-topografie
non-fictie/culturele antropologie-volkenkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Avonturen aan de Wilde Kust

(1982)–Albert Helman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De geschiedenis van Suriname en zijn buurlanden


Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Een veelstromenland

Als geen ander aaneengesloten gebied op aarde, wordt Groot-Guyana geheel omgrensd door een drietal zeer grote rivieren: de Amazone, die de grootste van alle op aarde is, een van haar voornaamste zijtakken, de Rio Negro, en de Orinoco, die ook al niet behoeft onder te doen voor de belangrijkste rivieren in Europa of Azië. Tussen de deltamondingen van de Orinoco - een geheel en al Venezolaanse rivier - en die van de Amazone, welke evenals de Rio Negro geheel en al door hedendaags Brazilië stroomt, wordt heel de Wilde Kust doorsneden met kleinere rivieren, die intussen toch altijd nog vergelijkbaar zijn met de Rijn of de Rhône. Aangezien bijna al deze rivieren de mogelijkheid schiepen die de avonturiers aan de Wilde Kust benutten om in het land door te dringen en er hun kolonies te vestigen, is het goed hun eigenaardigheden, al is het maar vluchtig, in beschouwing te nemen.



illustratie
Tijdens het regenseizoen gemakkelijk bevaarbare rivieren bieden in de ‘droge tijd’ dikwijls slechts een moeizame doortocht voor zelfs de primitiefste korjalen.


Om te beginnen, de Orinoco die in het hart van Groot-Guyana zijn oorsprong heeft, merkwaardigerwijs eerst westwaarts, dan met een enorme bocht noordwaarts, en vervolgens met een even grote zwaai oostwaarts stroomt, onderwijl sterk aangroeiend door het opnemen van de Rio Meta die in de Andes ontspringt, en van talloze zijriviertjes uit het zuiden en het westen. Alvorens zich naar het noorden te keren, komt de Orinoco bij het plaatsje Piedra Lais ‘op loopafstand’ nabij de Casiquiare, die in de Rio Negro uitmondt. Zodoende is het Orinocobekken praktisch verbonden met het grote Amazonestroomgebied. En dit is niet de enige plaats met zulk een mogelijkheid; deze doet zich ook voor tussen de Rio Guaina (zoals de Rio Negro verder stroomopwaarts heet) en de Atabapo, een linker zijtak van de Orinoco, die een gedeelte van de grens tussen Venezuela en Columbia vormt. Het zijn communicatiemogelijkheden die wijde perspectieven openen voor de toekomstige openlegging van het meest westelijke en minst toegankelijke deel van het Guyaanse achterland.

Met de bevaarbaarheid van de Orinoco is het intussen niet zo best gesteld, de proporties in aanmerking genomen. Voor zeeschepen is dit slechts tot het huidige Ciudad Bolívar mogelijk; de zeilschepen der vroegere ‘veroveraars’ en avonturiers konden nog wel enige tientallen kilometers verder stroomopwaarts varen, maar zagen zich dan onherroepelijk gedwarsboomd door de stenen drempels - stroomversnellingen of cataracten - die kenmerkend zijn voor alle Guyaanse rivieren zonder uitzondering. Slechts op vrij korte afstand van het kustgebied, juist daar waar het hogere land begon, riepen zij de indringers een onverbiddelijk halt toe, - tenzij deze lieden bereid waren zich te voet verder in de wildernis te wagen. Hetgeen steeds een levensgevaarlijke onderneming was.

De grote uitzondering bleef ‘de moeder aller rivieren’, de Amazone, zelfs voor grotere schepen bevaarbaar tot de stad Manaus, waar zij de watermassa van de Rio Negro krijgt toegevoegd. Deze, door betrekkelijk laag land stromende brede rivier is met honderden eilandjes bezaaid, zowel voorals nadat hij de Rio Branco in zich heeft opgenomen, die ook vele honderden kilometers voor kleinere vaartuigen toegankelijk is, zijn oorsprong in de Serra Pacaraima vindt, nabij de huidige landsgrenzen van Venezuela, Brazilië en de Republiek Guiana. Het eigenaardige van de Rio Branco is, dat hij als enige van al de grote rivieren uit het hele gebied, van noord naar zuid stroomt. Zijn naam ontleent hij, evenals de Rio Negro, aan de kleur van het water, dat in de Rio Branco door kalkachtige bestanddelen een ietwat troebel-wit voorkomen heeft, in de Rio Negro door veel plantaardige bijmengsels een licht- en soms zelfs diepbruine kleur, dezelfde die

[pagina 17]
[p. 17]


illustratie
In hun bovenloop blijven de ‘jonge’ rivieren die zich door woeste steenmassa's een weg banen, de enige nog bruikbare toegangswegen tot het diepere binnenland.




illustratie
Dieper landinwaarts treft men veelal hoge oevers aan, die het best voor bewoning in aanmerking kwamen en ook later de geschiktste wijkplaatsen voor vluchtelingen werden.




illustratie
Overzichtskaart van Groot-Guyana, met de voornaamste rivieren die de avonturiers hun eerste toegangswegen naar het binnenland verschaften en waarlangs zij hun nederzettingen en plantages inrichtten.


[pagina 18]
[p. 18]


illustratie



illustratie



illustratie
Zowel bij vloed als bij eb blijkt ‘de Wilde Kust’ ontoegankelijk, zelfs voor kleine vaartuigen. Uitgestrekte modderplaten groeien nu eens aan, verplaatsen zich dan weer tot op grote afstand. Meestendeels bestaan zij uit aanslibsel van de honderden kilometers verder uitmondende Amazone-rivier.
De ‘ombuiging’ van oost naar west, die sommige rivieren nabij de kust maken, is duidelijk van de lucht uit te zien.
De in hun benedenloop zich grillig voortslingerende rivieren splitsen zich menigmaal rondom eilandjes die met een verhollandste Indiaanse term ‘tabbetjes’ genoemd worden. Vooral de jongere zijstromen meanderen in sterke mate.




illustratie
Met uitzondering van schaarse plekken bij een riviermonding bezitten de landen aan de Wilde Kust geen bruikbaar zeestrand, maar worden aan hun noordgrens afgesloten door zogenaamde vloedbossen.


[pagina 19]
[p. 19]

ook in veel riviertjes en beken van het oerwoudgebied wordt aangetroffen. De betrekkelijk kleinere rivieren die aan de Wilde Kust uitmonden en alle ontspringen in het middengebergte dat de waterscheiding vormt tussen de noordwaarts naar zee afvloeiende en de zuidwaarts in de Amazone uitmondende rivieren, hebben een paar eigenaardige kenmerken met elkaar gemeen. Veelal monden zij paarsgewijze in zee uit, met dien verstande, dat de meest oostelijke rivier zich vlak bij de kust naar de andere toebuigt, zodat zij dan over een korte afstand één gezamenlijke brede monding hebben. De geweldige watermassa's die met hun troebele aardkleur noord-westwaarts uit de Amazone in de oceaan worden voortgestuwd, schijnen hieraan debet te zijn; en wie - nog onbekend met het land - zulk een vaak met zand- of modderbanken versperde dubbele riviermond binnenvaart, staat al gauw voor de keus: recht door te varen of de dikwijls grotere oostelijke rivier op te gaan. Lang bleef het een gok voor de avonturiers, die tenslotte op bijna alle plaatsen beide mogelijkheden benutten.

Deze groep van Guyaanse stromen en stroompjes behoren alle tot het type van ‘jonge’ rivieren, grillig en meanderend in hun loop, nog altijd soms hun bedding verplaatsend ten gevolge van overstroming, afspoeling of toevallige blokkering van hun loop. Aan zelfs kleinere zeewaardige vaartuigen bieden zij niet verder dan waar het zeegetij nog merkbaar is, gelegenheid tot doorvaren. Weldra doemen, aangekondigd door veel geraas, de stenen drempels op, die de toegang tot het hoogland versperren. Grote watermassa's razen tussen en over het kale gesteente heen en maken deze ‘vallen’ zelfs voor ranke kano's haast onmogelijk te trotseren. Alleen de ‘inboorlingen’ verstonden deze kunst en waren, vooral aanvankelijk, zelden van zins de vreemde indringers hierin bij te staan. Hun gewone technische hulpmiddelen hielpen de blanken zelfs in latere eeuwen niet om op eigen kracht deze poorten naar het diepe binnenland te bestormen. Pas in ons tijdperk van vliegtuigen en gefabriceerde satellieten begint de westerling iets meer te kennen van het hoogland en de gebergten, waar de rivieren waarlangs zij reeds eeuwen geleden hun plantages inrichtten, hun bovenloop en oorsprong hebben.

Van de Beneden-Orinoco af, waarin de Caroni - een voor deze geschiedenis niet onbelangrijke rivier - zijn wateren uitstort, naar het oosten toe, zijn hier van betekenis: de Barima, die uitstroomt in de zuidelijkste der vele ‘Boca's’ waarin de Orinoco zich in het moerasland verdeelt (de huidige Delta Amacuro) en in de nabijheid waarvan zich veel geschillen hebben voorgedaan; voorts in het huidige grondgebied van de republiek Guiana: de Waini, de Moruca en de Wakapau, waar ook tal van schermutselingen plaatsvonden. Aan de Pomeroon, de rechter tweelingrivier met de Wakapau, lieten reeds vroeg de Nederlanders zich tijdelijk neer, terwijl de brede en vrij ver bevaarbare Essequibo zijn naam gaf aan de belangrijkste Zeeuws-Hollandse kolonie in deze streek. De Demerara kreeg later pas als toegangsweg voor de gelijknamige kolonie betekenis en werd tenslotte zo belangrijk, dat zich nabij de monding van deze rivier de hoofdstad Georgetown - overigens vrij laat - ontwikkelde. Van meer historische interesse dan de Mahaicony is de Berbice, die ook al zijn naam aan een afzonderlijke, bijzonder roerige Hollandse kolonie gaf, als voornaamste zijrivier de Wiruni (Wironje) heeft, en samen met de Canje - oord van veel avonturen - de zee bereikt. Bij de samenvloeiing van de Berbice en de Canje ligt het Engelssprekende stadje dat als levende herinnering aan het

[pagina 20]
[p. 20]

verleden nog altijd de naam van Nieuw-Amsterdam draagt.

Een van de grootste rivieren van Guyana is de Corantijn, die de grens vormt tussen de twee jonge republieken Guiana en Suriname, het voormalig Nederlands Guyana. Ook de Corantijn heeft een oostelijke tweelingstroom, namelijk de veel kleinere Nikéri, die op zijn beurt zijn naam gegeven heeft aan het nabij de monding gelegen stadje Nieuw-Nikéri. In het midden van de republiek Suriname komen alweer twee grote rivieren gezamenlijk in zee uit: de Coppename en de Saramaka, precies zoals het geval is met de Surinamerivier, die zijn naam aan het gehele land gaf, en de Commewijne waar men, juist op de plaats waar deze uit het oosten komend, zich bij de Surinamerivier voegt, het oude fort en daar omheen het plaatsje Nieuw-Amsterdam gebouwd heeft als zoveelste herinnering aan de oude, avontuurlijke ‘presentie’ van de Nederlanders. Als zijarm van de Commewijne heeft ook de Cottica een niet onbelangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van het land.

De grens tussen Suriname en Frans-Guyana - in feite nog de enige ‘kolonie’ aan de Wilde Kust, al heet het ook met een wijdse term een ‘overzees departement van de Franse Republiek’ - wordt alweer gevormd door een van de grootste stromen in deze streken, die als kleinere tweeling uit het oosten de Mana met zich de oceaan in voert. De bevaarbaarheid van de Marowijne is even gering als die van de overige Surinaamse rivieren; de ‘drempels’ vertonen zich al na enkele tientallen kilometers, wanneer een schip er al in slagen mocht een doortocht te vinden tussen de zand- en modderbanken nabij de brede monding. De Sinnamary en de Kourou zagen beide reeds enkele eeuwen geleden Franse plantages langs hun oevers ontstaan en bezitten thans gelijknamige dorpen nabij hun uitloop in zee.

Hetzelfde is het geval met de verder onbelangrijke Rivière de Cayenne, waaraan het oude vestingstadje Cayenne ligt, tegen de deels modderachtige, deels bij uitzondering ietwat steenachtige zeekust aangedrukt.



illustratie
Uitgestrekte zwampbossen in het lage kustgebied zijn niet alleen moeilijk toegankelijk, maar kunnen alleen door kostbare inpoldering tot waardevol bouwland worden omgevormd.


Deze collectie van voorname rivieren zou schromelijk incompleet zijn, wanneer niet op zijn minst de allergrootste door zuidelijk Guyana in de Amazone uitwaterende ‘rio's’ vermeld werden: de Jari en de Paru, met eveneens hun oorsprong in genoemde bergketen, nabij de grens tussen Brazilië en Suriname, alsook de veelvertakte Trombetas, die zijn bronnengebied nabij de zuidgrens van de Republiek Guiana heeft. Deze linkerzijtakken van de Amazone zijn, hoewel minder imposant dan de Rio Negro of zelfs de Rio Branco, toch stuk voor stuk veel grotere rivieren dan de beter bekende die aan de Wilde Kust uitmonden. Maar ook hun bevaarbaarheid is op slechts korte afstand van de Amazone reeds twijfelachtig, daar zij voor het overgrote deel van hun honderden kilometers lengte, zich door het steenachtige hoogland een weg banen. Zij bevloeien heel het noordelijke deel van de staat Parà en nagenoeg de gehele staat Rio Branco, maar vormen desondanks slechts voor zeer weinigen een toegangsweg tot deze streken, die dan ook tot de minst bekende op aarde gerekend worden. Zoals wij zagen, zijn het niettemin juist de rivieren geweest, die hun namen gaven aan gehele kolonies, provincies, landen en allerlei stadjes. Want de rivieren waren het eerste lokmiddel voor de avonturiers die als naamgevers optraden terwille van elkaar en van hun thuisgebleven landgenoten. Dat zij er vaak een verwarring mee gesticht hebben, die zelfs tot op heden hinderlijk gebleven is, moeten wij maar voor lief nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken