Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mijn aap lacht (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mijn aap lacht
Afbeelding van Mijn aap lachtToon afbeelding van titelpagina van Mijn aap lacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

Scans (12.62 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mijn aap lacht

(1991)–Albert Helman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige

IX

Dit dan, nieuwe vrienden die op mensenvoeten wandelt met uw kleren aan, is wat ik mij nog van mijn vóórbestaan weet te herinneren. Vergeefs probeer ik verder te graven, naar een leven dat nog dáárvoor moet zijn geweest. Ik weet niets meer. Ik weet alleen dat ik na een onkennelijk interval, een ondoorgrondelijk duistere afwezigheid, teruggekeerd ben in het hier-en-nu, als mens onder de mensen, aan wie niets wat menselijk is, onthouden werd. De uitgestotene der dieren, de al-te-menselijke.

En menselijkheid is smart; is voortgezette pijn uit duister vóórbestaan; is huilen om geluk uit verdriet; is lijden. Met een vrolijk en luchthartig doen, de mensen en de dieren en de planten en de dingen laten lijden, wijl je zelf alleen maar pijn bent, die zichzelf vergeten wil. Want achter ons, uit de herinnering aan grauwe oertijd, kennen wij nog vaag de mogelijkheid van een geluk, zo blank, zo stoorloos, dat alleen de schuldeloze dieren in de laatste maagdelijke wouden, op de laatste onbeklommen toppen het bezitten. En hoe lang nog? Vóór ons uit wenkt soortgelijke mist - wellicht dezelfde; maar zij wijkt terug naarmate wij ons haasten naar haar verte; altijd blijft ze onbereikbaar, nevelig en vaag. Tenzij wij - na dit leven - zouden wederkeren in de lieve dieren die ons hebben voortgebracht. Maar is de weg omkeerbaar? Zelfs als wij spiralen, volgt de kromme nog een richting. Evolutie is de fraaie naam van onze doem. Maar het heimwee blijft, naar het paradijselijke leven van de goede, zachte dieren, een gelukseeuw onbereikbaar, kindertijd der schepping toen atomen speelgoed waren, en de mier niet wijzer dan de dauwdrup deed.

[pagina 275]
[p. 275]

Aeonen hebben ons vervreemd van onschuld en geluk. Ons rest alleen het fabelen der fonteinen...

Dit te ontdekken, en toch hopeloos ernaar te blijven hunkeren, is onze grootste pijn. En in de onbereikbaarheid ervan, fingeren wij van alles, spelen een komedie van geluk - vol valsheid; venten met een levensleer die tot geluk voert - niets dan leugens; dringen anderen ons vervalst geluk op, met een geest vol ongeduld, een hart vol bitterheid en hoogmoed. En dan onze lach...

Dat ik, een aap eens, nu als mens teruggekomen ben in het bestaan dat tussen de geboorte en de dood is uitgeworpen als een boemerang, beschouw ik na de ervaringen en meditaties die nu reeds de grootste helft van mijn nieuwe leven in een wereld van oninteressante schurken in beslag genomen hebben, als een straf voor wat ik in mijn vroegere apen-existentie heb misdaan. Als straf voor de corruptie van mijn dierlijkheid, mijn ontevreden drijven naar het nieuwe, mijn belustheid op het avontuur, mijn ongemerkte bezoedeling met menselijk streven, menselijk drijven, en het meest nog als een straf voor al te menselijk lachen, onderschatting van de staart en overschatting van de wil. Ik heb de zuiverheid der dieren met de hybris van de mens verward en niet bijtijds begrepen dat de waanzin die in huizen, kerken, straten en paleizen woont, slechts opgewogen wordt door de verheven wijsheid der natuur; daar waar zij onaantastbaar blijft. Ik heb erom gelachen als om alles, en nu mag ik aldoor lachen, want ik ben een mens geworden. Ik mag lachen om de smart. Ik móet.

Als aap was ik een prooi alleen van dat wat de aap bedreigt: geweer en klem, het roofdier en de honger en de uiteindelijke, maar door dieren nooit gevreesde dood. Als mens ben ik de prooi van alles en van allen: van mijn medemensen allereerst, die kwaad doen, doden en verwonden, met gedachten evenzeer als met geweren, woorden, werken, instrumenten. Van de kleinste dieren, virus en microben, evengoed een prooi als van de grote monsters die kanonnen, bommen, vliegmachines en raketten zijn. De prooi ook van het schijnbaar levenloze: van het poolijs, de vulkaan en het onderaardse vuur, niet minder dan van de allerkleinste deeltjes, die men splitst in nog veel kleinere, opdat ze meer ellende en wredere ondergang bewerken. Prooi ben ik zelfs van mijzelve, dit gemartelde bewustzijn, dat het

[pagina 276]
[p. 276]

hier-en-nu kent, maar nog steeds van betere levens dromen kan, en onderwijl van liefde kalt, die aan het merg vreet.

Een machteloze prooi...

En daarom lachen we. En daarom spotten we. En daarom halen wij de schouders op voor alles. Daarom roepen wij de aap in ons tevoorschijn, trachten in hem tegelijk het ideaal en de karikatuur te zien van wat wij zelve zijn, en dwingen hem ons voor te lachen, nu hij eenmaal veel te oud werd en te veel beleefde om nog te kunnen schreien. Wat maar goed is, want verbeeld je dat hij dan aanstekelijk werkte en dat er tranen kwamen bij ons, fiere mannen, stoere vrouwen, brave kinderen... Tranen zijn beschamend, en je weent ze hoogstens heimelijk en alleen, in het donker. Maar we kunnen samen lachen, en wie al-is-het-een-glimlach weet te wekken, is zijn kost wel waard en noemt men goed gezelschap. Lachen is het exclusieve privilege van de mens, en daarom bovenal moet de aap die eenmaal heeft geleerd te lachen, na zijn ondergang - die onherroepelijk volgt op alle lachen - weer terug als mens. Om zijn corruptie uit te boeten als een lacher van geboorte, lacher onder andere lachers, homo sapiens!

Dat hij daarbij dan zijn staart moet missen, is niet meer dan billijk. Het zou hem tot al te veel oprechtheid dwingen als hij mens werd met een staart. En niets is onder mensen zo veracht, gewantrouwd en geweerd als juist oprechtheid. Laat ze bij de apen blijven. Hun is de grimas en ons de huichellach.

Maar ik moet, om niettemin oprecht te zijn en dus nog voor het laatst aapachtig, zeggen, dat ik deze straf om mens te zijn, toch wel zeer hard vind. Levenslang je best te moeten doen - als mens! - om ooit, misschien, opnieuw als schuldeloos dier te mogen wederkeren in het ondermaanse, is een opgaaf die niet meevalt. Want hoe moet het leven van een mens nu zijn, dat zulk een loon verdient? Geen sterveling die het weet, geen boek dat het vertelt; de dominee leert juist het omgekeerde en de pastoor ook niet veel anders. Om van al de humanisten, die alleen in menselijkheden denken, maar te zwijgen!

De moraal van mijn geschiedenis blijkt dan ook erg eenzijdig en derhalve waardeloos te zijn. Zij is alleen te ontdekken uit het stand-

[pagina 277]
[p. 277]

punt van de aap, een standpunt waarop wij, de koningen der schepping, ons nooit kunnen plaatsen. Wat zou dit mijn held bevallen, zo hij er nog was! Zijn apenleven vanuit menselijk standpunt zonder enige moraal per slot - dat zou hem passen... Lachen zou hij voor de laatste maal; en zo zie ik hem zitten, lachend om zijn zelfbevestiging en ons fiasco. Daardoor toch, zijns ondanks, weer wat menselijker geworden...

Arme, die hiervoor moest boeten met zulk een reïncarnatie, dat hij in dit boek zijn eigen schande blootlegt, - wijl de mens nu eenmaal mededeelzaam is!


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken