De Hollandsche natie

Regelnummers proza verbergen

[p. 269]

Korte inhoud van het voorgaande dichtstuk.

Eerste zang.
Zedelijkheid.

3Aanhef. - Voorstelling van het onderwerp. - Aanspraak aan mijne 4Landgenooten. - Aanroeping. - Liefde tot het Vaderland. - Alles zijn 5wij aan onze voorvaderen verpligt. - De Natuur heeft andre landen 6begunstigd, alleen Nederland niet. - De grond dien wij bewonen is 7een voortbrengsel der kunst. - De zedelijkheid onzer voorvaderen. - 8Deugd. - Verdraagzaamheid. - Weldadigheid. - Matigheid. - Gods-9dienst. - Voortreffelijkheid onzer voorvaderen in Zedelijkheid. - 10Cats. - De Ruiter. - De welvaart der voorouderen, een gevolg hunner 11deugd. - Hambroek. - Schaffelaar. - Bijling.

Tweede zang.
Heldenmoed ter land.

14Nederland bij den Rhijn vergeleken. - Bespiegeling over 's lands ge-15schiedenis bij het graf van Willem den I^sten. - Zucht voor de vrij-16heid, het kenmerk der Batavieren en der Nederlanders. - Strijd tegen 17Spanje. - Alkmaar. - Naarden. - Leyden. - Slag bij Nieuwpoort. - Lof 18van Willem den I^sten. - Nederland uit kleine beginselen groot gewor-19den. - Oorlogen met Engeland, Frankrijk, Zweden, enz. - Liefde tot 20het Vaderland. - De Dichter wordt verplaatst in het zielenveld. - Be-21schrijving. - Aanspraak van Vondel. - De Groot heeft ook den lof van 22Nederland verdedigd.

[p. 270]

Derde zang.
Heldenmoed ter zee.

25Nachtgezicht van den Dichter. - De zee is het lauwerveld der Hollan-26ders. - De Grieken en Romeinen zijn geene grooter helden dan de Ne-27derlanders. - Engeland heeft altoos met overmagt tegen ons ter zee 28gestreden. - Zeeslag op de Zuiderzee tegen Bossu. - 's Lands zeevaart 29uit kleine beginselen groot geworden. - Dood van Claasens. - Vier-30daagsche Zeeslag. - Lof onzer Zeehelden. - Lof van De Ruiter. - Slag 31op Doggersbank.

Vierde zang.
Zeevaart.

34De Nederlandsche maagd ontvangt de schatting van Oost en West. - 35Togt naar het Oosten. - Houtman aan de Kaap de Goede Hoop. - 36Een geest verschijnt hem. - Voorspelling. - Geschiedenis van Egeron 37en Adeka. - Overwinningen. - Lofzang der Oostersche volkeren. - 38Voorspoed van Nederland. - Togt van van Noord. - van A. Tasman. - 39Ontdekkingen in het Noorden. - Togt van Barendsz. - Walvisvangst. - 40Handel.

Vijfde zang.
De wetenschappen.

43Aanspraak aan de Dichtkunst. - Voortreffelijkheid der Nederlanders 44in de Wetenschappen. - Bestemming van den Mensch. - De Sterre-45kunst. - Huigens. - Boerhave. - Albinus. - Kamper. - Verplaatsing in 46de dagen der voorouderen. - Aanspraak van den Priester in den tem-47pel der Wetenschappen. - Aansporing aan Neêrlands Dichters. - Huig 48de Groot, - Nieuwland. - Drebber. - Jansen. - Metius. - Bakker. - Ste-49vin. - Erasmus enz. - Drukkunst. - Koster. - Lofzang op Koster. - De 50Nederlandsche maagd door de Priester der Wetenschappen bekroond 51enz.

[p. 271]

Zesde zang.
De schoone kunsten.

54De lof der schoone kunsten. - Voortreffelijkheid van deszelfs beoefe-55naar. - Voorrang der Grieken. - Voortreffelijkheid der Nederlanders. - 56Beschrijving van den Tempel der schoone kunsten. - Homerus. - 57Vondel. - Vergelijking met Franschen, Engelschen en Duitschers. - 58Hooft. - Nederlandsche Dichters. - Dichteressen. - Van Merken. - 59Latijnsche Dichters. - Bouwkunst. - Van Kampen. - Schilderkunst. - 60Schilders. - Besluit. -