Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De harde weg (1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van De harde weg
Afbeelding van De harde wegToon afbeelding van titelpagina van De harde weg

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

Scans (14.67 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De harde weg

(1945)–Emiel van Hemeldonck–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige

XXXV.

Sedert maanden verliet gravin Martha den lagen zetel niet meer, die bij het groote venster stond, vanwaar haar blik rusten en zwerven kon over het donkere gras, de bosschen en de hei, die naar den horizon vluchtten. De dagen, in onafgebroken rij aanschuivend, geleken op elkaar in de eentonige wenteling der uren. Sedert de verlamming haar geslagen had, was de Vrouwe veroordeeld tot deze rust, die zij in bitterheid des harten onderging. Als Alexander met het bericht thuiskwam dat haar zoon, smadelijk gebonden, mishandeld, bebloed, door de Turnhoutsche straten gevoerd was naar de kelders van het Kasteel toe, had zij geen woord gesproken. Bedienden had zij met een gebaar verjaagd, haar broeder zwijgend de deur gewezen, in eenzaamheid en naamlooze verbittering dezen smaad herkauwend; at niet, weigerde allen bijstand, stond trotsch en ongenaakbaar als een der eiken aan den dreefhoek.

[pagina 317]
[p. 317]

Maar de slag had dieper getroffen dan uiterlijk merkbaar was en onverwacht kwam de terugslag: op een morgen bleef zij liggen en geen der chirurgijns, die bijgeroepen werden, wist raad. De verlamming, die haar elken gang belette, week niet meer.

Zij vroeg niet, scheen gelaten dit leven te aanvaarden. Wanneer Claire en Thoenemans daar waren, en hun kinderen bij haar stonden, groeide er een glimlach om haar lippen, maar wie hem zag, geloofde er niet aan. Dieper dan de lach, leefde iets anders dat haar nooit verliet. Dankend kon zij het hoofd buigen als Hortense met haar kinderen overkwam en haar geschenken bracht, die een weelde waren in dezen harden tijd. Maar wanneer zij schijnbaar onverschillig naar haar echtgenoot vroeg, wist Hortense dat alleen dit haar had vervuld.

De Choiseul kwam en wat hij haar te zeggen had, onthield hij haar door luchtig gesprek en beleefd relaas over alles wat de wereld bewoog. Hij wees er op hoe zij alleen van al de adellijke families uit den omtrek haar eigendom had mogen behouden, haar dienstvolk en alles wat zij bezat; hoe het haar vergund was dit land, waar zij geboren was, te blijven bewonen, waar anderen als bannelingen verstrooid in den vreemde rondzwierven. De Vrouwe knikte peinzend en wanneer hij aandrong, zei ze hem dat het niet gering was. Hij had met het leger in den vreemde kunnen zijn, en Hortense met hem, maar het was hem vergund geweest hier te blijven, zoodat zijn vrouw vaak de gelegenheid werd geschonken haar moeder te bezoeken. Gravin Martha knikte en zweeg. Haar blik gleed over het land, waar de ploeger zijn paarden dreef; in het donker wordende gras leefden de eerste bloemen en de topscheuten van den jongen mast werden met den dag langer; in den avond zongen de vogels als dronken.

Toen zei kolonel de Choiseul donker en bits: ‘Hij wil niet! Ik had een voorloopige invrijheidstelling verkregen, en iedereen weet wat zulks beduidt. Hij heeft geweigerd, omdat hij zijn gezellen niet wilde achterlaten.’ Zijn oogen rustten op haar gelaat, maar onder zijn blik roerde zij niet. ‘Ik heb meer gedaan: ontvluchting scheen mogelijk, niet

[pagina 318]
[p. 318]

alleen voor hem, ook voor de twee anderen. Vruchteloos! Een vrijspraak eischen ze!’

Hij kon moeilijk zijn spijtigen spot bedwingen, maar ook onder die woorden bleef zij roerloos zitten, zoodat de Choiseul meenen kon dat zijn woorden haar niet hadden bereikt. Alleen haar oogen leefden en als de Choiseul die blik trof, huiverde hij. Was het machtelooze woede of brandende smart, die dit vuur ontstoken had?

Wanneer het zomer werd, zei oom Alexander: ‘Ik zal afreizen.’ Een oogenblik verrast, had zij hem vragend aangekeken. Maar het was niet noodig dat hij nog woorden sprak, zij hadden elkander verstaan. Hij maakte zich reisvaardig, zij liet hem geld voortellen. Zwijgend vertrok hij. Van uit den zetel bij het venster had zij hem gevolgd, door de lange dreef, tot hij achter de jonge bosschen verdween. Van dit uur af had het brandende verlangen haar verteerd.

Bespiedde zij den wonderbaren bloei van het voorjaar en het trage wentelen der dagen naar de komende zomerfestijnen? Haar blik gleed over beemd en bosch, de bloeiende brem, de hooge kruinen der boomen, verder, verder...

Tot zij zag. De avond daalde, door het open venster kroop de koelte binnen; zwaar geurden de bloeiende linden en reeds sloeg een nachtegaal aan. Ver nog in de dreef, waar de laatste zonnestralen leefden, naderde een ruiter. Zij moest niet vragen.

Zij zag den tragen, moeden stap, boom na boom, het duurde onmenschelijk lang. Zwart werden de stammen van de boomen als de zonneschijn hooger kroop; zwart was de ruiter en ook zijn paard.

Hij reed het plein op, stak niet de hand uit ten blijen groet. Zij kon het knarsen van het zand hooren en dan groeide de stilte rond haar, waarin zij angstig gespannen luisterend zat. Ging er geen deur open? Naderde daar niet het geluid van een stap in de gang?

Zij keek niet om als de deur piepend opengleed. Oom Alexander stond in de deuropening en boog, maar de Vrouwe wendde het hoofd niet om.

[pagina 319]
[p. 319]

Hij trad nader en stond naast haar; hij voelde zijn hart kloppen, maar kon die stilte niet storen.

Zij lei haar hand op de tafel; de ring gloeide om den fonkelenden steen. Zonder hem aan te zien, vroeg zij zacht: ‘Hoe is hij gestorven?’

Hij schrikte bij dit woord en kon niet spreken. Zij schudde het hoofd en zei: ‘Verhaal mij alles.’

Hij moest naar woorden zoeken en zoo groeide dit relaas, hortend eerst, dan vloeiender wanneer hij leefde in zijn verhaal. Lang zwijgend soms...

‘Hij wilde zijn gezellen niet verlaten, hoe ik hem ook praamde. Ik kocht hem de vrijheid, - ook daar is voor geld nog alles te koop, - maar hij weigerde. Hij glimlachte, al wist hij wat hem, wat hun te wachten stond. Den laatsten dag nog, - er was dan zekerheid... het mocht niet baten. Ik heb nooit zielsgeruster mensch geweten. Zacht, - een glimlach... Hij heeft mij omhelsd...’

Zij keek niet op bij den snik; er was geen leven in de hand die bleek, roerloos op de grauwe tafel lag.

‘Voor allen een groet, Hortense, Claire, de kinderen. Hij vroeg of voor het meisje Trude gezorgd was. En u moest ik omhelzen...’

Zij hoorde dit en keek naar hem om. Hij zag dien honger en, naar haar buigend, omhelsde hij haar.

Buiten zongen al de nachtegalen; de hooge toppen der boomen droegen het laatste licht van de ondergaande zon.

‘Zijn laatste woorden... Hier waren zijn gedachten. Moedig gestorven, hij weigerde den blinddoek... Hij heeft niet geleden. Ik heb zijn handen gevouwen, hij glimlachte...’

Hij zweeg, zijn stem begaf. Toen zag hij dat zij schreide. Er was geen geluid en zij bewoog niet. De tranen liepen over haar aangezicht; dof glommen de sporen.

Hij huiverde, durfde niet vragen. Wie kon weten of het kleinmoedige droefenis was, dan wel overweldigende trots die haar stugge moederhart doorwoelde?


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken