Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Sies mijn vlien, mijn jaghen'. Over vorm en inhoud van een corpus Middelnederlandse spreukachtige hoofse lyriek. Lund, UB, Mh 55 en Brussel, KB, Ms.IV 209/II (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Sies mijn vlien, mijn jaghen'. Over vorm en inhoud van een corpus Middelnederlandse spreukachtige hoofse lyriek. Lund, UB, Mh 55 en Brussel, KB, Ms.IV 209/II
Afbeelding van 'Sies mijn vlien, mijn jaghen'. Over vorm en inhoud van een corpus Middelnederlandse spreukachtige hoofse lyriek. Lund, UB, Mh 55 en Brussel, KB, Ms.IV 209/IIToon afbeelding van titelpagina van 'Sies mijn vlien, mijn jaghen'. Over vorm en inhoud van een corpus Middelnederlandse spreukachtige hoofse lyriek. Lund, UB, Mh 55 en Brussel, KB, Ms.IV 209/II

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.71 MB)

Scans (123.03 MB)

ebook (4.86 MB)

XML (1.14 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Sies mijn vlien, mijn jaghen'. Over vorm en inhoud van een corpus Middelnederlandse spreukachtige hoofse lyriek. Lund, UB, Mh 55 en Brussel, KB, Ms.IV 209/II

(2005)–A.C. Hemmes-Hoogstadt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Woord vooraf

De lange route naar de top heb ik maar zelden als saai ervaren. Natuurlijk moest er geploeterd worden en sommige passages waren zo lastig, dat ze slechts via een aantal passen terug en een ander opstapje konden worden genomen. Vele jaren bleef die top lokken. Onderweg kwam ik talloze interessante zijpaden en verleidelijke uitzichten tegen, zodat het me vaak moeite kostte het doel niet uit het oog te verliezen. De momenten dat ik het gevoel had een eenzaam avontuur te zijn aangegaan duurden gelukkig nooit lang. Veel tochtgenoten, die ik hier graag wil bedanken, vergezelden mij op het gehele of delen van het traject.

Allereerst wil ik mijn promotor, Wim Gerritsen, noemen. Dat ik onder de leiding van een zo beproefde gids mijn avontuur heb mogen volbrengen, beschouw ik als een grote eer. Aanvankelijk heeft hij veel geduld gehad en me de ruimte gegeven lange pauzes in te lassen, maar als ik weer op adem was gekomen, stond hij altijd klaar voor het volgende stukje. Toen duidelijk werd dat de tijd voor een toppoging beperkt was en het moment daartoe gunstig leek, heeft hij echter het touw stevig ter hand genomen, mij in het rechte spoor gehouden en me gestimuleerd de route uit te klimmen en daarvan helder verslag te doen. Ik heb onderweg veel van hem geleerd.

Daarnaast kon ik rekenen op de aanmoedigingen en de uitgestoken hand van de professores emeriti Dr. H. Tervooren en Dr. A.H. Touber, toen ik de mij grotendeels onbekende zone van de Middelhoogduitse lyriek - en dan met name die van de Sangspruch - wilde doorkruisen. Dankzij hen is het me nog duidelijker geworden hoe vaak de Middelhoogduitse en de Medioneerlandische lyriek - en hun onderzoekers - langs dezelfde route trekken. De hoogleraren Dr. J.P. Gumbert (emeritus) en Jos Biemans gidsten mij veilig door de codicologische en paleografische passages en deelden genereus van hun specialistische kennis; Evert van den Berg heeft mij in het ‘gemengd terrein’ van de dialectgeografie en de historische taalkunde voor menige uitglijer behoed. Bij mijn aarzelende en soms wankele interpretatiestappen hebben Karina van Dalen-Oskam, Ton Duinhoven, Annelies van Gijsen en Corry Hogetoorn mij met uitvoerige raad en daad terzijde gestaan. Voor bibliotheekvragen kon ik altijd bij Bertine Bouwman terecht. Veel dank ben ik ook Gisela Gerritsen-Geywitz en Thea Summerfield-de Vries verschuldigd: zij vertaalden mijn Nederlandse samenvatting in fraai Duits en klinkend Engels.

Tijdens het schrijven van het gedeelte over het al of niet gezongen zijn van deze gedichten bereikte mij het ontstellende bericht van het verongelukken van Kees Vellekoop. Hij had toegezegd deze paragraaf met mij te bekijken, maar die afspraak kon hij niet meer nakomen. In dankbare herinnering aan zijn warme belangstelling en aan alles wat ik vanaf het Antwerps Liedboek-project gedurende vele jaren van hem heb mogen leren, draag ik dat deel aan hem op.

[pagina 10]
[p. 10]

In 1992 a travel grant of NWO enabled me to study the bifolium at Lund University Library where it is preserved. During that stay the then Principal Librarian P. Ekström Ph.D. and the present Keeper of Manuscripts Birgitta Lindholm did their utmost to fulfil all my wishes. I am very grateful to them for their help at that time and in later years. I also wish to thank Lund University Library for the permission to print reproductions of the bifolium Mh 55 in this doctoral thesis. Daarvoor heb ik gebruik mogen maken van een microfilm uit het fotoarchief van de bronnen van de Middelnederlandse letterkunde bij de Opleiding Nederlands aan de Universiteit Utrecht. Ook de Koninklijke Bibliotheek van België verleende mij toestemming afbeeldingen van Ms. IV 209/11 in dit boek op te nemen, waarvoor ik deze instelling van harte dank zeg.

Op het laatste traject wist ik mij gezekerd door Greet Jungman en Jan Nijhof, die het tochtverslag met een kritische blik hebben gelezen en mij ieder op hun manier nog eens lieten nadenken over de inhoud van het geschrevene en over de vraag, of dat niet beter en bondiger kon. Voor Greet lagen deze inspanningen op een haar niet geheel onbekend terrein, Jan zal het bij sommige passages van dit hem totaal vreemde massief geduizeld hebben. Ik zal hun inspirerende commentaren missen.

Tot slot is er mijn gezin, dat vele jaren met het uitzicht op deze berg heeft geleefd. Sander en Marleen hebben, zodra zij beseften waar ik mee bezig was, mijn klauterpartij met belangstelling gevolgd en door hun relativerende opmerkingen (‘Je wilt het toch zelf?’) me vaak weer met beide voeten op de grond gezet. Dat Marleen mijn laatste hoogtemeters zal begeleiden, is voor haar moeder heel bijzonder. De rol van Sies is nauwelijks in woorden uit te drukken. Als tochtgenoot van het eerste uur heeft hij alle mogelijke emotionele en materiële steun geboden. Ik ben gelukkig en dankbaar dat we samen ook deze top heelhuids hebben mogen bedwingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken