Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nagelatene gedigten en gezangen van juffrouwe Maria van Hengel, bestaande in geestelyke meditatien, tot opwekkinge van het geloof (1737)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nagelatene gedigten en gezangen van juffrouwe Maria van Hengel, bestaande in geestelyke meditatien, tot opwekkinge van het geloof
Afbeelding van Nagelatene gedigten en gezangen van juffrouwe Maria van Hengel, bestaande in geestelyke meditatien, tot opwekkinge van het geloofToon afbeelding van titelpagina van Nagelatene gedigten en gezangen van juffrouwe Maria van Hengel, bestaande in geestelyke meditatien, tot opwekkinge van het geloof

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.01 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nagelatene gedigten en gezangen van juffrouwe Maria van Hengel, bestaande in geestelyke meditatien, tot opwekkinge van het geloof

(1737)–Maria van Hengel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

XXVII. Meditatie.

Tot opwekking van ons ongevoelig harte, over den droevigen staat, van ons Vaderland en Kerke, en om ons zelven aan te porren, tot een naauw onderzoek van ons eigen Harte.

 
Zal niemand, in de bresse treeden
 
Daar Land, en Kerke dreund,
 
Wie is 't die s' ondersteund?
 
Getergde God! wat is de reeden?
 
Wat smookt 'er in 't besluit?
 
Gy voert uw oordeel uit,
 
Wy wagten zorgeloos op vreeden!
 
 
[pagina 120]
[p. 120]
 
Wat heeft ons oogen zoo bestreeken,
 
Wat slaapzugt, heeft ons 't hert
 
Bekroopen? 't voeld geen smert,
 
En 't ziet Gods Toorenvuur ontsteeken,
 
Dit is de zwaarste straf.
 
Wy dwaalden van u af,
 
Nu is uw Geest, van ons geweeken.
 
 
 
Hier uit is 't misverstand gereezen,
 
Dat Land, en Kerk ontsteld,
 
En 't vroom gemoet bekneld:
 
'k Roep hier door uit, vol angstig vreezen,
 
Wy tergden uw geduld,
 
Wat zal 't, gaat straf na schuld,
 
Heer, met uw grooten Naam, dan weezen?
 
 
[pagina 121]
[p. 121]
 
En 't liefd'loos hert, door vals vermoeden,
 
Wyt 't al zyns 's naastens kwaad,
 
't Verval van Kerk en Staat,
 
Daar ieder nedrig, moest bevroeden
 
Dat zyn weerstreevig hert,
 
Door trotsheid, 't al verwert,
 
En ons verwekt, dees' geezelroeden.
 
 
 
't Waar tyd, dat w' eens te zaamen spanden,
 
Ons smeekende gebeen:
 
Al is ons hert, als steen,
 
Och! of w' eens d' Almagt nog vermanden!
 
En dwongen, hem tot vreed'!
 
Al heeft hy 't wraakzwaard reed',
 
Hy breekt het, breekt j' uw zonden banden.
 
 
[pagina 122]
[p. 122]
 
Wek op de kragt van 't Geestlik leeven,
 
Dat ieder zig verkloekt,
 
Denk hoe God, Meroz, vloekt,
 
Als s' in den stryd, zyn volk begeeven,
 
Zoo gy u dan ontrekt,
 
Myn ziel, die 't kwaad verwekt
 
Zoo is dien vloek, voor u beschreeven.
 
 
 
Wilt elk uw eigen schuld beleyen,
 
Ook die van Land, en Kerk,
 
Myn ziel, slaa hand aan 't werk,
 
't Is zwaar, maar egter 't zal gedeyen,
 
Tot heil van u, en al,
 
Die 't wel betragten zal,
 
Die 't kwaad wel kend, zal 't kwaad wel meyen.
 
 
[pagina 123]
[p. 123]
 
Weekt 't harde hert, in traanen beeken,
 
Haal uit, al wat 'er schuilt,
 
Hoe is de wond vervuilt?
 
Daar dient geen balzem ingestreeken;
 
Laat eerst, door 't Corosyf,
 
Gezuivert zyn, en vryf,
 
Doch meest, uw stinkenste gebreeken!
 
 
 
Steld by uw ongereegelt leeven,
 
De strengheid van Gods wet,
 
Ziet hoe g' uw ziel dan red!
 
'k Weet, dat u Hel-angst zal doen beeven,
 
En doen u raadloos staan,
 
Maar grypt dan Jesus aan,
 
Die zal dog al uw schuld vergeeven.
 
 
[pagina 124]
[p. 124]
 
Zoekt doch aan Jesus vast te houden,
 
Vernieuwt door hem 't verbond,
 
Door wien gy 't houden kond.
 
Gy moogt u zelven, niet vertrouwen,
 
Ons hert is al te broos,
 
En 's Duivels list, te loos,
 
Dit doet ons yvervuur verkouwen.
 
 
 
't Is nodig, ernstig t' overweegen,
 
Wat goed u nog ontbreekt,
 
En in wat schuld gy steekt,
 
En bid God om dien grootsten zeegen,
 
Dat g' u bekeeren kond,
 
Uit kragt van 't Nieuw Verbond,
 
Eist maar, waar zyt g' al om verleegen.
 
 
[pagina 125]
[p. 125]
 
Heer heel ons Land! verwoest de zonden!
 
Stry tegens 't ziel verderf!
 
Dat niemand rust beërf,
 
Voor dat hy 't kwaad heeft uitgevonden,
 
En haat al wat gy haat,
 
Roei uit ons zondig kwaat,
 
En houd ons hert, aan u gebonden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken