Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Emblemata moralia (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Emblemata moralia
Afbeelding van Emblemata moraliaToon afbeelding van titelpagina van Emblemata moralia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

ebook (6.28 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Emblemata moralia

(1625)–Zacharias Heyns–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 6v]
[fol. 6v]

[Weynich is ghenoech en goet,
Dewijle men verhuysen moet
]

 
Weynich is ghenoech en goet,
 
Dewijle men verhuysen moet.
 
D'Arabisch Visscher om syn leven t'onderhouwen
 
Sal met een groote moeyt noch timmeren noch bouwen.
 
Een Schildpads schelp alleen hem dienstich is en nut
 
Op't water voor syn schuyt, op't lant ooc voor siin hut:
 
waer toe dan 'tgroot gebou, van huysen ende Schepen,
 
Daer mede wy de siel tot in den afgrond slepen?
 
O mensch in u gewoel om samelen groot goet
 
Gedenct, gedenct by tijts dat ghy verhuysen moet.
 
De peu se doit on contenter,
 
Puis que d'ici faut remuer.
 
VOy l'Arabe pescheur bastit tout vn navire
 
D'vne seule tortue et mesnagier, retire
 
D'elle tant de profits, que son couvercle fort
 
Luy sert de nef sur l'eau et d'hostel sur le port:
 
A quoy donc tel exes des naux & d'edifices,
 
Pour guider nostre ame en perdition propices?
 
Vous qui estudiez à beaucoup amaßer,
 
Souvien, souvienne toy, quil te faut remuer.
[Folio 7r]
[fol. 7r]

Vivitur parvo bene.



illustratie

Ga naar margenoot+Ick wil u een bete broods geven, daer na sult ghy voort gaen.
Ie t'apporteray vn morcheau de pain, puis apres vous paßerez.
[Folio 7v]
[fol. 7v]

Wtlegginghe.

EEn groote wijsheyt ist dat de mensche in syn leven siinen staet overlegghe, hem daer mede vergenoeghe, mate houde ende met Icaro niet te hooge en vliege, dewijle men met weynich leven kan ende het leven cort is: Want afgerekent de kindscheyt, den ouderdom, het slapen, de siecten, so des lichaems als des Gheests ende andere onmaeticheden, sal daer niet veel tijts overschieten, daer en tusschen houden wy qualiic huys, ons aenstellende als oft wy op aerden eeuwich te leven hadden, loopende van d'een in d'ander weereldt om groot goet te vergaren in´t gevaer des levens, bouwende groote schepen ende timmerende groote huysen, waer over wy ons in ghedurighe slavernye bevinden, andere besteden haer erfgoederen qualiick, die niet alleen verliesende ende verquistende, maer oock tot ondeucht ende schelmstucken gebruyckende, ende die alsoo quijt siinde, klagen ende roepen dat hun niet genoech is achter ghelaten, wenschende weder na de doodt van eenighe hare vrienden daervan sy erffenisse verwachten. Maer

 
Waer toe dient dat groote goet,
 
Dewijle men verhuysen moet.

Ende men met een kleyntgen dit corte leven kan onderhouden gelijcmen speuren mach in den Arabischen visscher hier tot een voorbeeld gestelt, die een gherust leven leydende hem met weynich vergenoecht, dienende hem de schelpe eender schildpadden niet alleen voor een schuyte op Zee maer ooc voor een hutte op strand. Derhalven seyt Horatius seer wel. 3 Epist.

[Folio 8r]
[fol. 8r]
Quod satis est, cui contingit, nihil amplius optet,
Non doneus et fundus, non aeris acervus et aurj,
AEgroto domini deduxit corpore febres,
Non animo curas.
 
Wie tot siin onderhout genoech heeft, wensch niet meer,
 
Noch land, noch huys en hof, noch gout en kan den Heer
 
Die kranc te bedde leyt verquickende weer stijven,
 
Noch d'alderminste sorch uyt sijn gemoet verdrijven.

Ende Lucanus.

Divitiae grandes hominj sunt vivere parcae
AEquo animo.
 
Een seer groote rijckdom heeft,
 
Die te vreden matich leeft.

Ende alsoo besluyte ick met den hooghgeleerden Catz.

 
Die in weynich stelt syn lust,
 
Is seer weynich ongherust,
 
Maer diet nette spant te breedt,
 
Vint oft hier oft daer syn leedt.

Ende in sijn 12. Emblema.

 
Een weynich spijs en dranc kan siel en lijf vermaken,
 
Elc heeft genoech die maer syn gierich hert wil staken,
 
Die meest begeert heeft minst, dies wilt ghy syn gerust
 
Vermeerdert niet u goet maer mindert quade lust.
margenoot+
Genesis. 18. 5.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken