Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Emblemata moralia (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Emblemata moralia
Afbeelding van Emblemata moraliaToon afbeelding van titelpagina van Emblemata moralia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

ebook (6.28 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Emblemata moralia

(1625)–Zacharias Heyns–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 30v]
[fol. 30v]

[Des menschen geest gestadich in onrust,
Niet lyden kan des lichaems minste onlust
]

 
Des menschen geest gestadich in onrust,
 
Niet lyden kan des lichaems minste onlust.
 
IN't midden vande web, in't midden van het net,
 
Tot welstant ende rust de Coppe spin geset,
 
Haer is onstellende, sich latende vervueren,
 
Soo haest de wesp alleen den rand daer van sal ruren:
 
Alsoo des menschen Geest gestelt tot s'lichaems rust,
 
In't midden van de Romp ontset sich met onlust,
 
Soo haest het minste deel van't aerdsche wort ontnomen,
 
Daer nochtans alles moet van Godt den Heere komen.
 
L'esprit humain s'esmeut sans cesse,
 
Au moindre mal qui nous oppresse.
 
TOut au milieu des retz agitez par le vent,
 
Au centre du drapeau, ou l'araigne est vivant,
 
S'esmeut, tout aussi tost que le bruiante guespe
 
Touche tant seulement l'vn des bords de son crespe:
 
Ainsi l'esprit humain vivant comme captif
 
Dedans les ceps du corps, est languißant, chetif,
 
Quand vn petit malheur en quelque part l'elance,
 
Encor que le Seigneur le tout en tout avance.
[Folio 31r]
[fol. 31r]

Anima in perpetuo motu.



illustratie

Ga naar margenoot+Ick was niet gherust om dat ick Titum mynen Broeder niet en vant.
Je n'ay point eu de relasche en mon esprit, d'autant que je n'ay trouvé Tite mon frerer.
[Folio 31v]
[fol. 31v]

Wtlegginghe.

HEt is kenneliick dat des menschen Geest (siinde met het Vleesch verknocht) in gedurige beweginge sich onstellende soo haest het lichaem of des lichaems minste goederen aengeroert worden, even ghelyck de Spinne gestelt synde in't midden van haer net) haer is onstellende, soo haest eenige wespe ofte groote vliege den rant van hare webbe in't minste aenroert. derhalven seyt Amb. 1. Off.

Animus ex corporis motu cognoscitur.
De geest wort bekent door de beweginge des lichaems.

Want so het minste lit des menschen schade lyd oft gequetst wort, is het gansche lichaem door de beweginge des Geestes onstelt, wort het hooft met den swaerde gedreygt, de hant door het besturen des geestes stelt sich daer voor om de slagen ende wonden te ontfangen, wort het lichaem vervolgt de beenen door de selve beweginge trachten dat in behoudenisse te brengen, &c. waerover de Godvruchtigen W. Salustius Heere van Bartas in synen sevensten dach der scheppinge wel seyt,

 
L'vn membre n'asi tost souffert la moindre offence,
 
Que tout le de meurant souffre pour sa souffrance.
 
D'een lit heeft niet soo haest het minste leet ontfaen
 
Oft alle d'ander me daer mede syn belaen.

Dat is naturelijck, voor so vele het lichaem (synde met den Geest verknocht aengaet: want dese beweghinge des Geestes is oock in onsen Salichmaker gespeurt, geliick Ioh in't 13. Cap. 21. vers schrijft. als Iesus dit geseyt hadde wert hy beroert in den Geest, ende betuyghde ende seyde, voorwaer, voorwaer, segge ick v. l. een van u sal my verraden doch den menscheliicken verswacten Geest is niet alleene beswaert in de

[Folio 32r]
[fol. 32r]

krancheden misvallen ende vervolgingen die het lichaem mochten overkomen, maer onstelt sich daer en boven over de minste tijdeliicke goederen die ontnomen ofte verlooren worden. also dat Bernardus in siin 47. Sermoon wel seyt.

Anima in carne inter spinas.
De Geest is in't vleesch als in de doornen.

Daer wy nochtans weten ende behooren te gedencken Dat alles van God komt, ende de tijdeliicke goederen voor geene goederen gehouden mogen worden, geliic Pibrac seer wel seyt.

 
Les biens du corps et ceux de la fortune
 
Ne sont pas biens à parler proprement,
 
Il sont suiets au moindre changement:
 
Mais la vertu demeure tousieurs vne.
 
Het tijd'liick goet, om recht te spreken
 
En is geen goet voor die de streken
 
Van't wanckele geval verstaet:
 
De deucht alleen komt ons te baet.
margenoot+
2. Cor. 2. 13.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken