Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pest-spieghel (1602)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pest-spieghel
Afbeelding van Pest-spieghelToon afbeelding van titelpagina van Pest-spieghel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.31 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pest-spieghel

(1602)–Zacharias Heyns–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[Folio Cvijr]
[fol. Cvijr]

Reviereyn.

 
VErganckelijcke mensch, wat is u yd'le leven?
 
Het welcke haest vergaet, als lichten rooc en wint
 
Hoe lange wilt ghy noch de werelt boos aencleven
 
Den Satan volgen na, van herten heel verblint,
 
Een quaden Heer ghy dient, den Mammon gy bemint
 
Des levens claer fonteyn, u ziele heeft verlaten
 
Het alderbeste goedt, werdt alderminst versint
 
T'gemoet is veer van daer, al gaetmen hier af praten
 
Ter werelt sietmen meest, beminnen groote staten:
 
Maer wie heeft lief de Heer, en dient hem na zijn woort?
 
Wie God wil dienen recht, die moet den Mammon haten
 
Twee Heeren niemandt can, hier dienen naer behoort
 
Dus wilt u wachten wel, als Satan u becoort
 
Op dat ghy niet en valt, in zyne loose laghen,
 
Wie s'werelts rijckdom dient, diens ziele is vermoort.
 
Hieromme wilt doch niet, den Mammon dus najagen
 
Om vele sonden groot, sendt God ons sware plagen.
 
 
 
Pest Oorloch, dieren tijdt, die worden nu gesonden
 
Als plaghen van den Heer, daer mede hy castijdt
 
Die Eng'len des verderfs, gheheelick zijn ontbonden,
 
Om dat wy leven meest, in boosheyt haet en nijt
 
D'een d'ander seer veracht, en vyandtlick bestrijdt.
 
Elck meest hemselven soeckt, door satans loose cueren,
 
Seer weynich soecken nu, het alghemeen profijt
 
Veel coopent alles op, en snacken naer't verdueren,
 
Den ronden God die wert, geeert tot allen uren,
 
Den Mammon elc een dient, de winning schijnt seer soet
 
Maer luttel denct de mensch, om't eeuwighe besueren
 
Sijn herte weynich lust, t'onsterffelicke goet,
 
Onachtsaem hy verdrenckt, in zijnder sonden vloet
 
Des werelts Rijckdom staet, alleen in zijn behaghen,
[Folio Cvijv]
[fol. Cvijv]
 
O arme mensche dom, denckt dat ghy sterven moet:
 
Wat rijckdom sult ghy dan, in't eynde met u dragen?
 
Om vele sonden groot, sendt God ons sware plagen.
 
 
 
Veel met den Rijcken man, om't rijcke Gods niet dencken
 
Haer schueren die zijn vol, zy leven in wellust
 
Door gulsicheyt te groot, zy d'eel natuere crencken:
 
Begeerens heete brandt, wort nimmermeer gheblust,
 
Het onverdaed'lijck goedt, des werelts rijckdom lust:
 
In alle dertelheydt, soo werdt den tijt versleten
 
Hovaerdich, gierich leeft, de mensche ongherust
 
Te comen soeckt men heel, tot eyghen hooch vermeten
 
Wanneer de mensche dan, int hooghste is gheseten,
 
Sent God de snelle doodt, die niemants niet en spaert
 
Hier door de mensche stout, ter neder is ghesmeten
 
Wat mach hem baten dan, den Mammon veel vergaert
 
De ziele schade lijdt, en meerder wort beswaert,
 
De Conscienci sal hem eeuwichlijcken knaghen,
 
Des silvers roest en gout, des werelts schat vermaert
 
Sal tot ghetuyghe staen: O wee hem in dien dagen,
 
Om vele sonden groot, sendt God ons sware plagen.

Prince.

 
Ghy rijcke Princen weent, bedenckt eens u ellende
 
Gods dach u comen sal, als eenen valstrick snel
 
Een yeg'lijck mensche ooc, tot God den Heer hem wende
 
Hy late af van't quaedt, en make goedt opstel
 
Voor alle dingen doet, den vromen gheen ghequel,
 
En wacht u om't geloof, hier yemants om te bringen:
 
Dees sond' te boven gaet, al d'ander sonden fel
 
Wanneermen yemants wil, in zijn consenci dwingen.
 
Men siet dat God de Heer, met plagen gaet omringen,
 
De Landen die met bloedt, haer hebben oyt besmet,
 
Den droeven dooden sang, zy treurich moeten singhen
[Folio Cviijr]
[fol. Cviijr]
 
Die onbarmhertich hier, den vromen doen belet,
 
So datmen door Gods straf, swaer Oorloch siet te met
 
En Diere tyden oock, de welcke veel beclaghen:
 
Ja God de Heer heeft noch, zijn scherpe sweert gewet
 
Dan 'tschijnt wy na geen Pest, noch na geen straffen vraghen,
 
Om vele sonden groot, sendt God ons sware plagen.

'tGae soo God wil.

[binnenkant achterplat]
[binnenkant achterplat]
[achterplat]
[achterplat]


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken