Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het ijzersterke prentenboek (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het ijzersterke prentenboek
Afbeelding van Het ijzersterke prentenboekToon afbeelding van titelpagina van Het ijzersterke prentenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.94 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

P.W.M. Trap



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het ijzersterke prentenboek

(1869)–David François van Heyst–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

In het bosch.

Als wij al die mooie herten en reeën op nevensstaande plaat bekijken, dan verbeelden wij ons haast, dat wij voor den hertenkamp in den Haarlemmerhout staan. Misschien zijt gij daar wel eens geweest, waarde lezers, zoo niet dan moet ge Papa en Mama eens vragen, om er op een fraaien zomerschen dag met u heen te gaan. Ik geloof stellig dat ge veel pleizier op uw uitstapje zult hebben. De Haarlemmerhout is een groot bosch buiten de stad Haarlem, en de hertenkamp is een uitgestrekte met rasterwerk omringde plaats, aan het begin van dat bosch. Dáár wandelt een onnoemelijk aantalherten en reeën rond. Sommigen loopen elkander met vroolijke sprongen na; anderen, die wat lui zijn uitgevallen, liggen heel gemakkelijk op den grond onder de hooge boomen. Men vindt er herten van allerlei soort: groote en kleine, oude en jonge; met prachtige, uitgebreide horens, waar zij heel grootsch op zijn, en met zeer kleine, onbeduidende horentjes. Als een wandelaar het hek nadert, dan komen de herten dichter bij, om te zien of hij ook misschien een stukje brood voor hen heeft meegebracht. Is dat zóó, dan zijn zij heel blij en nemen zonder eenige vrees het brood uit zijn hand aan. Gewoonlijk ziet men bij den hertenkamp dan ook verscheidene kinderen, die het een of ander voor die dieren bij zich hebben en hen tot zich lokken.

De horens der herten, geweiën genoemd, worden jaarlijks vernieuwd, en bij sommigen kan men den ouderdom uit het aantal takken te weten komen. In ons vaderland zijn maar weinig herten te vinden. Behalve in den Haarlemmerhout, alsook in den hertenkamp van het Haagsche Bosch en op eenige buitenplaatsen, vindt men ze alleen nog in enkele streken van Gelderland, waar in het najaar soms groote hertenjachten worden gehouden. In Duitschland zijn zij veel talrijker, maar toch is ook dáár hun getal in de laatste jaren veel verminderd. Op het Jachtslot van den Hertog van Nassau bij Wiesbaden zag ik een zaal, waar al de meubelen, zooals een groote lichtkroon, stoelen, schrijftafel enz. van de horens van herten gemaakt waren. Achter dit Jachtslot bevond zich ook een groot bosch of park, waar 300 wilde zwijnen onderhouden werden, om en dan later jacht op te maken. Wilde zwijnen vindt men in ons land niet eer. Op de plaat ziet gij er een afgebeeld. Het dier, dat gij boven aan de plaat ziet, komt bij ons daarentegen menigvuldig voor: een haas namelijk. Zooeen hebt gij zeker wel eens gebraden op tafel zien staan. Vossen en marters zijn dieren, die gij nooit na moet volgen, want zij zijn beiden zeer knap in het stelen. Wee de arme kippen, als de listige vos in het kippenhok kan komen.

Het witte hert.

 
Twee mannen, vol ijver en jeugdige kracht,
 
Begaven zich ter hertenjacht.
 
 
 
Een prachtig hert met witte huid
 
Begeerden beiden tot hun buit.
 
 
 
Maar daar de zon geweldig stak
 
Verlangden zij spoedig naar rust en gemak.
 
 
 
Zij legden zich onder een denneboom,
 
En hadden daar een vreemden droom.
 
 
 
‘Ik hoorde 't hert daarginds in 't bosch,
 
Zijn voetstap klaterde over 't mos.
 
 
 
Ik loste mijn buks bij het hondengeblaf:
 
Daar klonk mijn schot - pif paf! pif paf!
 
 
 
Wij liepen zoo snel als de wind het na,
 
En 'k blies op mijn horen - trara! trara!’
 
 
 
Zóó spraken zij zamen, heel vroolijk en blij -
 
Daar liep hun het witte hert voorbij.
 
 
 
En vóórdat het tweetal nog wist wat daar was,
 
Sprong het hert reeds ver weg, over struiken en plas.
 
 
 
Vergeefs schoten beiden hun buks op hem af,
 
Het hert gaf geen zier om hun: pif paf! pif paf!
 
 
 
Vergeefs klonk 't geluid van den horen hem na,
 
Het hert gaf geen zier om hun: trara! trara!
 
 
 
Wie slaapt en wie droomt en niet vlijtig zich weert,
 
Verliest het geluk, dat hij vurig begeert.
[pagina 4]
[p. 4]
 


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken