Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten 1861-62 (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten 1861-62
Afbeelding van Gedichten 1861-62Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten 1861-62

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten 1861-62

(1863)–Emanuel Hiel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

Op de Heide.

 
De heì, de dorre heide,
 
besprankeld met het warme bloed
 
gestort door haat en vorstenwoed',
 
ligt, als een' bedauwde weide,
 
te vonklen in den zonnegloed.
 
 
 
Een strijder ligt te sterven
 
een adelaar zit op zijn hoofd
 
te wachten op het bloedig ooft,
 
dat hij zal spoedig erven
 
als 's jonglings ziel is uitgedoofd.
[pagina t.o. 190]
[p. t.o. 190]


illustratie
Een strijder ligt te sterven.


[pagina 191]
[p. 191]
 
‘O, adelaar, mijn broeder,
 
zoo spreekt de strijder kalm en luid,
 
“pik mijne brandende oogen uit,
 
en drang één bij mijne moeder
 
en draag één bij mijne bruid.”
 
 
 
“Zeg, moeder, uw zoon is henen
 
waar men geen' moeder meer en vindt,
 
daarom is hij nu stokkeblind.
 
Zeg, liefken, hij is verdwenen,
 
dien gij zoo hebt bemind.”
 
 
 
Zijn' moeder is nu de aarde,
 
zijn liefken is de sombre dood,
 
die hem aan haren boezem sloot;
 
de heî is nu zijn' gaarde,
 
zij glinstert van bloemekens rood.’
 
 
[pagina 192]
[p. 192]
 
De heî, de dorre heide,
 
besprankeld met het warme bloed
 
gestort door haat en vorstenwoed',
 
ligt, als een' bedauwde weide,
 
te vonklen in den zonnegloed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken