Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone) (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)
Afbeelding van Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)Toon afbeelding van titelpagina van Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe liedekens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)

(1861)–Emanuel Hiel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Anne Marie.
(Karl Beck.)

Wel Anne-Marieken waar gaat ge naartoe?
Oud liedeken.
‘Wel 't is een oud versleten historieken wat ge bezingt.’
Iemand.
‘Dat zich, eilaas! alle dagen vernieuwt.
Ieder.
 
Gebroken is het vensterken,
 
geen meester wil het maken,
 
ze plekt er voor een blad papier;
 
de regen stort, en met woest getier
 
de stormen huilen en kraken.
 
 
 
Ach, Anne Marie ze kan niet meer
 
in kransen de roozekens binden;
 
want hare smaad is toch zoo groot;
 
een jongsken wemelt in haren schoot
 
en de vader laat zich niet vinden.
 
 
[pagina 87]
[p. 87]
 
‘Te hoog droeg zij de zwellende borst’
 
zoo babbelt een oude kwezel.
 
‘Te fier droeg zij de rozekens rond,
 
en viel als verslenste bloeme ten grond.’
 
Zoo lastert het juffergefezel
 
 
 
Ze minde zoo teêr den valschen man,
 
en gaf hem alles ten pande;
 
nu geeft hij andre liefde en lust,
 
nu wordt hij door andre gevleid en gekust,
 
en 't arme meisjen heeft schande.
 
 
 
O, dit gebrokene vensterken,
 
waardoor de stormen breken,
 
en de armoê van zijn eerlijk lief,
 
die hadden in 't hert van den eeredief
 
luid moeten van pligten spreken!
 
 
 
Daar baart de rijke bankiers vrouw
 
een zoontjen, haar innig verlangen;
 
zij zocht een mem met krachtig zog,
 
met zorgenden blik, vol braafheid, en nog
 
met 't mondjen vol schoone gezangen.
 
 
[pagina 88]
[p. 88]
 
Nu Anne Marie was frisch en mild,
 
en kon zoo aardig zingen;
 
van ‘minne’ want zij had zoo gemind!
 
van ‘Jan mijne man’ en ‘'t verlaten kind.’
 
en van andre mooije dingen.
 
 
 
Ze geeft haar sterkend borlend bloed
 
den dorstigen kleinen prater;
 
en 't kindeken van heur eigen lijf
 
wordt bij een gierig boerenwijf
 
gekweekt met slagen en water.
 
 
 
De moeder juicht, en treurig lacht
 
de mem bij 't bloeijen van 't rijke knaapken;
 
ze koopt met heuren karigen loon
 
versletene rokskens voor haren zoon,
 
dit arm verlatene schaapken.
 
 
 
Des zondags gaat ze bij haar kind,
 
het ander geeft ze te zuigen,
 
en ziet zij heur uitgemergeld wicht
 
dan snikt haar herte, dan gloeit haar gezicht,
 
en zij voelt door jammer zich buigen.
 
 
[pagina 89]
[p. 89]
 
Zij streelt en zoent met bevende lip
 
de wangen des lijdenden kleenen.
 
Hij kent haar niet, beziet haar niet,
 
en tot haren pligt, wat helsch verdriet!
 
roept haar des jonkers weenen.
 
 
 
De weken gaan, het jaar is om,
 
gedaan is thands heur plegen;
 
men schrijft haar getuignis: eerlijk en goed,
 
men schenkt heur daarbij een' ouden hoed:
 
nu kan ze gaan hare wegen.
 
 
 
Haar kind is dood, ze wil niet meer
 
in kransen de rozekens winden;
 
daar komt een morsig wijf bij haar:
 
‘zoetliefken, het dienen is lastig en zwaar,
 
gij kunt wat beters vinden.’
 
 
 
‘Ik heb een sierlijk kamerkijn,
 
en peerlen voor uw haren,
 
schoonkleêren en eten zoo veel en zoo goed!
 
kom, Anne Marie... de wulpschheid is zoet,’
 
Arm meisjen, wie zal u bewaren?
 
 
[pagina 90]
[p. 90]
 
O, van 't gebrokene vensterken
 
Klinkt vaak een droevig lieken,
 
terwijl m' in gindsche kroege lacht,
 
en slechts naar geilen wellust smacht
 
en zingt van ‘Anne Marieken.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken