Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bolke de Beer (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bolke de Beer
Afbeelding van Bolke de BeerToon afbeelding van titelpagina van Bolke de Beer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrators

N.J. de Graaff

Rein Stuurman



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bolke de Beer

(1935)–A.D. Hildebrand–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

VII. Wie bouwt een huis voor Bolke?

Wie? Tja.... dat was een moeilijk geval. Bolke moest een nieuw huis hebben. En een flink groot huis, want jullie weet, dat hij van plan was zijn zusje te gaan bevrijden, die kleine Olke.

Het moest een huis worden voor twee beren. Maar Bolke kon geen huizen bouwen, want hij was van nature een holbewoner.

En nu geviel het, dat Bolke op z'n ochtendwandelingetje een hoge heer tegenkwam. Deze heer leefde op twee hoge benen en hij noemde zich reiger. Bolke had hem wel eens meer gezien, maar hij vond die reiger zo trots.... zo hoogmoedig.

‘Morge,’ zei de reiger en dat viel Bolke nogal mee.

‘Goedenmorgen,’ zei hij vriendelijk, ‘wat hebt u een reuze benen.’

De reiger antwoordde, ‘dat komt, omdat ik een lid ben van de familie der steltlopers.’

‘Ik zoek een huis,’ zei Bolke.

[pagina 59]
[p. 59]

‘Als ik er een vind, zal ik aan je denken,’ antwoordde de reiger.

‘Daar heb ik niet veel aan, reiger, waar woon jij?’

‘Hoog, in een oude beukeboom. Daar heb ik mijn nesthuis.’

‘Je moet er voor voelen,’ lachte Bolke. ‘Valt u er nooit uit?’

‘Och nee.... m'n vrouw en ik zijn er aan gewend, Bolke.’

‘Weet u nergens een huis voor me?’ vroeg Bolke nog es.

‘Ja.... of eigenlijk nee.... of eigenlijk ja.... geen huis.... maar wel een hol.’

‘Een hol?’ juichte Bolke, ‘zeg me waar dat is.’

‘Dat is moeilijk uit te duiden. Ga maar even mee. Dan zal ik je wijzen, waar het is.’

De reiger ging met grote stappen door het bos wandelen en Bolke holde er achteraan. Verdraaid, wat had die reiger lange benen. Bolke's tong hing al gauw over z'n tenen.

‘Als ik te langzaam loop, moet je 't maar zeggen,’ zei de reiger, ‘wij zijn dat lopen niet gewend. Wij vliegen altijd.’

‘Te langzaam?’ hijgde Bolke, ‘man hou op.’

Na tien minuten kwamen ze in de buurt van de beek, waar de treurwilgen zichzelf in het water

[pagina 60]
[p. 60]

bekeken. Ze hingen als oude mannetjes over de beek heen, moe en heel oud.

‘Is het hier?’ vroeg Bolke verbaasd.

‘Beste Bolke,’ zei de reiger,’ wij moeten ons te water begeven.’

‘Dat is niet prettig,’ zei Bolke, ‘ik houd niet van water, zie je.’

‘Je zoekt een hol? Dan moet je er wat voor over hebben.’

Bolke liet zich langzaam in de beek zakken. Foei.... wat was dat koud! hij werd nat tot op z'n huid. Het ging door z'n pelsjas heen.

Voor de reiger was het kinderspel; hij stond maar tot z'n knieën in het water, maar Bolke had moeite om z'n hoofd boven water te houden.

Zo kwamen ze bij een bocht in de beek; daar hing een treurwilg heel ver over het water en onder die treurwilg zag je een donker gat. Bolke stak z'n hoofd naar binnen. Het was een ruim hol. Boven het hol hing een bordje:

‘Te huur.
Te bevragen bij vrouw Wilde Eend.
Een eindje verder.’

‘Prettig bevragen is dat,’ zei Bolke, ‘als je in het water staat.’

Langzaam waadde hij verder. Vrouw Wilde

[pagina 61]
[p. 61]


illustratie
Bolke stak zijn hoofd naar binnen. Het was een ruim hol.


[pagina 63]
[p. 63]

Eend zat voor haar deur en ze schrok, toen ze Bolke aan zag komen. Ze had wel gehoord van de nieuwe Bommeldrom, die uit Apeldoorn was gekomen, maar ze had het wonderdier nog niet gezien.

‘Vrees niets,’ zei Bolke, toen hij zag, dat ze bleek werd, ‘ik ben een vreedzame Bommeldrom.’

‘Wat wil je?’ vroeg vrouw Wilde Eend niet erg vriendelijk.

‘Ik wil het hol huren,’ zei Bolke, ‘wat is de prijs?’

‘Zeven pond kroos in de week,’ zei Vrouw Wilde Eend, ‘maar ik verhuur het alleen bij vooruitbetaling.’

‘Wat is kroos en wat is vooruitbetaling?’ vroeg Bolke.

De reiger lachte en dat was net, of er een oude boerenkar over een grintweg reed.

‘Dit is kroos,’ zei Vrouw Wilde Eend en ze toonde Bolke een oude jampot waar groenig goedje in zat. ‘En vooruitbetaling betekent, dat je eerst moet betalen en dan mag gaan wonen in het hol.’

‘Hoe kom ik aan kroos?’ vroeg Bolke.

‘Dat zoek je in de beek, Bommeldrom. ‘En als je wat hebt, dan kom je maar hier; dan kan ik

[pagina 64]
[p. 64]

het voor je wegen en je moet net zolang zoeken tot je zeven pond bij elkaar hebt.’

‘Top,’ zei Bolke.

‘Wat zei u?’ vroeg Vrouw Wilde Eend, ‘ik versta geen circustaal,’ voegde ze er snibbig aan toe.

‘Neem me niet kwalijk, vrouwtje,’ zei Bolke, ‘ik bedoel, dat ik het best vind en ik zal maar direct gaan zoeken.’

‘Heb je er nu al aan gedacht, dat je steeds moet zwemmen om in je huis te komen?’ vroeg de reiger.

‘Nee eigenlijk niet,’ stotterde Bolke. ‘Kunnen we geen bruggetje maken?’

‘Dat hoeft niet,’ zei Vrouw Wilde Eend. ‘Bij de meubels van het hol hoort ook een waterjas. Als je die aantrekt, word je niet nat.’

‘Een waterjas? Zie ik er zo dom uit, dat u me nou al voor het lapje wilt houden?’

‘Zanik niet,’ zei Vrouw Wilde Eend kalm. ‘Enige maanden geleden zijn hier een paar tweebeners geweest. Ze hebben met stokken in het water geslagen en ze zijn in een mierennest gaan zitten en ze hebben zich zeer ruw en onbehoorlijk gedragen. Maar gelukkig hebben ze een jas laten liggen. Die heb ik, als vergoeding voor de angst, die ik heb doorgestaan, meegenomen naar huis. Dat ding, daar kan geen water door. En eerst had

[pagina 65]
[p. 65]

ik m'n hol verhuurd aan een haas. Die gebruikte de waterjas altijd. Hij wikkelde zich erin en wandelde kalm door de beek. Dat kun jij nu ook doen, Bommeldrom.’

‘Vrouw Wilde Eend, je bent als een moeder voor je huurders,’ zei Bolke.

‘Van vleierijen ben ik niet gediend,’ antwoordde de wilde eend, ‘en kom nou maar liever je huur betalen, dat is beter dan praatjes.’

Bolke nam beleefd afscheid, de reiger knikte even.

Toen gingen ze terug naar het hol en Bolke haalde de waterjas. Hij ging aan land, schudde zich duchtig uit en liet zich in het zonnetje drogen. Na een uurtje was zijn pels droog, hij wikkelde zich in de waterjas en begon te zoeken. In een oud koekjesblik, dat hij gevonden had bij de bosweg, verzamelde hij zoveel mogelijk kroos. Toen het blik vol was, ging hij naar Vrouw Wilde Eend en deze woog de eerste oogst.

Het was bijna drie pond. Bolke zocht nog een blik vol en toen nog een half blik en toen had hij genoeg. Voor de eerste week was de huur betaald. Het was een plechtig ogenblik, toen hij het bordje boven de deur wegnam en er een ander bordje boven hing waarop stond:

[pagina 66]
[p. 66]
 
‘Hier woont Bolke,
 
Een Bommeldrom.
 
Niet in het hol gaan als
 
ik niet thuis ben.’

Bolke hing de waterjas aan een spijker in de wand en ging zijn nieuwe huis eens bekijken. Er stonden een tafel in en een luie stoel en twee harde stoelen en in de hoek een kachel en een klerenkast, waar niets in zat en waar Bolke ook niets in kon doen, want hij had niks en een paraplu-stander.

Bolke was zeer tevreden met z'n nieuwe huis.

Hij knikte tegen zichzelf en sprak toen ook alweer tegen zichzelf de volgende woorden:

‘Bolke, ik wens je van harte welkom in je nieuwe woning. Ik hoop, dat je hier prettig mag wonen. Je kunt hier tenminste veilig slapen, want niemand zal je hier ooit zoeken.’

En toen zei hij: ‘Dank je wel Bolke, voor je hartelijke wens. Ik ben ontroerd door de vriendelijkheid, waarmee je gesproken hebt.’

Hij klopte zichzelf op z'n schouder, gaf zichzelf een hand en toen ging hij in de luie stoel zitten.

Het werd nu hoog tijd, om een plan te bedenken voor Olke's bevrijding.

De tranen kwamen Bolke in de ogen, als hij aan z'n zusje dacht. Wat zou het arme beertje zich

[pagina 67]
[p. 67]

eenzaam gevoelen in het circus, waar ze niemand had, dan haar broertje Bolke.

Zo spoedig mogelijk moest ze bevrijd worden. En toen herinnerde Bolke zich met schrik, dat hij nu al vier of vijf dagen hier was en dat het circus dus wel niet meer in Apeldoorn zou staan. Het zou wel naar Arnhem vertrokken zijn, want dat was het plan. Bolke had het een van de stalknechten horen zeggen.

Hij schrok zo erg, dat hij meteen opsprong en het hol uitliep. Op het laatste ogenblik dacht hij nog aan de waterjas. Hij trok het ding aan, waadde door de beek naar de oever en verstopte de jas in de bremstruiken.

Op een holletje ging hij naar Buizer. Hij had met Buizer al over zijn zusje gesproken.

‘Buizer,’ riep Bolke, toen hij in het hazenhuis zat, ‘er moet nu iets gedaan worden. Laten we vanavond grote vergadering houden op de hertenwei.’

‘'t Is best,’ zei Buizer, ‘dan moeten we ze allemaal waarschuwen. Laten wij maar eerst naar Vlens gaan, dan kunnen we later de kraaien rondsturen met de boodschap.’

‘Een hapje honing, Bolke?’ vroeg Vrouw Buizer.

Bolke stond op. Hij keek de twee hazen ernstig

[pagina 68]
[p. 68]

aan. Hij legde zijn rechter voorhand op z'n hart. De tranen sprongen in zijn ogen, toen zei hij plechtig:

‘Nooit.... nooit.... nooit zal Bolke meer een hap honing eten voor hij zijn zusje heeft gered. Dat beloof ik plechtig.’

Buizer omhelsde Bolke. Bolke was een held.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken