Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oefeningen voor een derde oog (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oefeningen voor een derde oog
Afbeelding van Oefeningen voor een derde oogToon afbeelding van titelpagina van Oefeningen voor een derde oog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes
non-fictie/dagboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oefeningen voor een derde oog

(1965)–D. Hillenius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[IX]

Het woordje medelijden is een beetje taboe tegenwoordig. Men mag verontwaardigd zijn bij onrecht, men mag zelfs proberen iets aan het onrecht te doen, maar medelijden mag niet genoemd.

Ik denk dat verontwaardiging over onrecht dat anderen aangedaan wordt, niet mogelijk is als men niet eerst medelijden gevoeld heeft, zoals het onmogelijk is om verontwaardigd te worden t.o.v. zelf

[pagina 34]
[p. 34]

ondervonden onrecht als men daaraan niet eerst geleden heeft, of althans daarvan een voorsmaak geproefd heeft.

Om andere reden denk ik dat er een principiële fout in medelijden schuilt. (Wat nog geen reden is om het medelijden op te heffen. Men heeft over medelijden niets te willen. Iemand moet me trouwens nog eens uitleggen wat wil is.)

Het beste kom je daarachter wanneer je zelf in bepaalde situaties opeens met schrik bemerkt dat er mensen zijn die medelijden met je hebben. Die situaties kunnen troosteloos, wanhopig, armoedig, ziek etc. zijn. Maar men beseft heel goed dat het medelijden van de omstanders niet het minste raakvlak heeft met eigen verdriet of pijn.

De meeste toeristen hebben medelijden met de Spanjaarden die in rotswoningen leven. Van dichtbij gezien blijkt het woord medelijden al niet juist, waar de toeristen aan lijden is alleen aan de gedachte dat zij zelf in zulke holen zouden moeten leven, de Spanjaarden ondervinden - op dit punt althans - geen lijden.

Hetzelfde heb ik wanneer ik denk aan de bewoners van moderne flats, slecht gebouwd, slechte geluidsisolatie, klein, fantasieloze nuttige ruimte. Maar ook hier is het medelijden fout. De bewoners zijn zonder uitzondering heel tevreden met hun stukje doos, de enige klachten die men hoort gaan over het ontbreken van bepaalde onderdelen aan het pleuterig comfort. Omgekeerd hebben zij medelijden met mij, omdat ik geen radio heb, in een houten huis woon zonder centrale verwarming etc.

Op enige afstand van mijn werkkamer staat een houten noodschool. Af en toe (nogal vaak voor mijn gevoel) hoor ik de woedend uitschietende stem van een meester. Zo'n haat tegen deze klootzak, zo'n bijna onverdraaglijk medelijden met de kinderen. En toch heb ik het zelf niet beroerd gehad op school. Ik kan me geen enkel ernstig conflict herinneren. Zoals de kinderen van nu ongetwijfeld voor het grootste gedeelte ook niet zullen doen. Het is alweer de gedachte dat ik zelf in mijn tegenwoordige staat afhankelijk zou zijn van zo'n despootje, waaraan ik lijd, geen medelijden. Mijn vraag is of niet elk medelijden op deze misvatting gebouwd is. Of er wel letterlijk medelijden is.

Van een echtpaar dat - voor zover ik kon zien - samen gelukkig oud is geworden, sterft de man. De vrouw heeft groot verdriet, maar niet het verpletterende dat ik had verwacht en waaraan ik - door medelijden - enigszins leed.

[pagina 35]
[p. 35]

Ik meet de pijn van dat verlies af aan mijn nog ongestoorde bezit van gelukkige relaties. De vrouw meet haar verdriet aan haar reeds bijna opgegeven bezit aan geluk. Zij kan natuurlijk meten aan haar herinnering en elke keer dat zij dat doet is ze diep ongelukkig. Maar herinneringen zijn - ondanks dat ze geflatteerd worden - minder scherp en in ieder geval minder continu aanwezig dan de eigen, huidige situatie van de medelijder.

Voor een kind is een jaar een eeuwigheid. Voor een volwassene is het om voordat hij weet wat ermee gedaan kon worden. We zijn nooit in staat om het gevoel van een ander te meten, omdat wij niet in de zelfde omstandigheden verkeren.

Verdriet, afgunst en andere onlustgevoelens komen voort uit vergelijking van de tegenwoordige ongunstige situatie, met een gunstiger situatie in het verleden of met een gunstige situatie bij de buren. Die vergelijking is het sterkst mogelijk als men zelf in de gunstige situatie verkeert. Vanaf de dijk gezien lijkt de polder dieper dan wanneer men zelf in de polder staat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken