De neef van Prikkebeen(1910)–Daan Hoeksema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] III. Hoe mijnheer Prikkebeen's neef, Petrus Prikkebeen Jr. lucht geeft aan zijn smart. Het sterfgeval, zoo onverwacht, Had hem geheel van streek gebracht. Hij kon nauw spreken van de smart Maar drukte tante vast aan 't hart, En kuste haar elk oogenblik, Op mond en wang, met zacht gesnik. Toen hij was uitgecondoleerd Werd door hem eens geïnformeerd Of hem, als lid van Prik's geslacht, Soms een legaat was toegedacht En toen hij 't woord vernam van: neen, Toen trilde hij in al zijn leên En werd hij bleek gelijk een doek En stamelde zijn stem een vloek En balde hij zijn vuisten rond En kwam er schuim op zijnen mond En knarsetande hij als dol En rees het haar hem op den bol. [pagina 7] [p. 7] Zij worden beiden, Nel en Dik, Geheel ontdaan van angst en schrik. Die vent stelt zich zoo razend aan Wat kon hij niet beginnen gaan? Zij geven water hem en wijn, Om 't hoofd een omslag met azijn Dan Spaansche vliegen in den nek, Dan valeriaan, dan duivelsdrek. Maar Petrus Prikkie komt niet bij En blijft in zijne razernij En briescht en proest maar altijd voort En vloekt en spreekt geen ander woord. Doch eindlijk zinkt hij op den grond En opent hij bedaard den mond En ziet met meêlij smeekend oog Naar Nella en naar Dik omhoog En zucht, terwijl hij transpireert: ‘Ik ben totaal geruïneerd. Vorige Volgende