Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen (1778)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe proeve van klijne gedichten voor kinderen

(1778)–Pieter 't Hoen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina t.o. 63]
[p. t.o. 63]


illustratie
het milddadige meisje.
‘Ik dank u, riep ze, ô God! ô Goedheidsbron!
Gij schonk mij gunstig dit vermogen,
Dat ik dien armen laven kon.
bl.64.


[pagina 63]
[p. 63]

Het milddadige meisje.

 
Een aardig meisje van het Land
 
Ging op haar' tijd naar school toe treden;
 
Zij had een korfje aan hare hand,
 
Door moederlijke tederheden
 
Voorzien van spijs en een fles bier daarbij.
 
Hoe klijn zij was, de Deugd kon haar bekoren;
 
Zij liet vol vreugd zich zingend hooren;
 
(Een deugdzaam kind is altoos blij)
 
Doch naauwlijks halver weg geraakt,
 
Zach zij een' man, dood arm, schier naakt,
 
Zeer bleek, met ingezonken oogen,
 
En slapende in het lange gras;
 
Zij wierd tot in haar ziel bewogen
 
Met dezen man, die meélij waerdig was;
[pagina 64]
[p. 64]
 
En bukte, schreijend, bij hem neder;
 
Zij kuste zijne hand, hoe arm hij was, zeer teder.
 
‘ô, Riep ze, indien het kon geschiên,
 
Hoe gaarn wou ik hem bijstand biên!
 
Die arme bloed! welk ongelukkig lev
 
'k Zal doen het geen ik kan,
 
En aan dien schaam'len man
 
Mijn' klijnen voorraad geven.
 
Maar 'k moest hem in zijn' slaap niet storen;
 
'k Zou dan, het geen ik niet begeer,
 
Zijn dankbetuiging moeten horen.’
 
Straks lei zij alles bij hem neêr,
 
En sloop stil weg, met nat bekreten oogen.
 
‘Ik dank u, riep ze, ô God! ô Goedheidsbron!
 
Gij schonkt mij gunstig dit vermogen,
 
Dat ik dien armen laven kon.
[pagina 65]
[p. 65]
 
Die arme liên met meêlij ziet;
 
Uit al zijn magt hun hulpe biedt,
 
En van zijn weldoen niets wil weten,
 
Die mag te regt weldadig heten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken