Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 9. De poëzy verbind het dichten en vaerzenmaaken

De poëzy verbind het dichten en vaerzenmaaken. Dit zegt met andere woorden niets anders, dan dat de poëzy prosa in vaerzen is (§. 3.); want indien wy het prosa, 't welk wy dichtten, in vaerzen brengen, zo word poëzy daaruit geboren. Elk vaers is dus als een disteleerkolf aantemerken, in welke de taal der menschen tot godentaal gestookt en overgehaald word; en indien men de poëzy, door het vernietigen der vaerzen, dissolveert, ontstaat daaruit wederom prosa.

De poëzy verbind dan het dichten en vaerzenmaaken, zonder dat echter het dichten eenen noodwendigen invloed op het vaerzenmaaken hebbe. De inhoud der vaerzen is eene gantsch toevallige eigenschap, en heeft geen onmiddelyke betrekking tot hun wezen zelf; want de inhoud van allen is prosa (§. 3.), en in prosa word alles gezegd (§. 1.). Het onderwerp der vaerzen is derhalve even zo willekeurig, als de ordonnantie in een schilderstuk. Ook doet de stoffe niets ter zaake, ten aanzien der waardy van vaerzen, als loutere vaerzen: deeze zyn, van kunstwegen, goed of slecht, vloeijend of hard, hoewel ze niets meerder noch niets minder dan vaerzen kunnen zyn. Verhevene of laage gevoelens, oorsprongklyke

[pagina 21]
[p. 21]

of geborgde gedachten, sierlyke of platte uitdrukkingen, en alzulke verschillende eigenschappen meer, beslissen enkel ten voor- of nadeele van den prosaïschen inhoud der poëzy, maar geenszins ten voor- of nadeele der vaerzen.

De vaerzenzelve zyn ondertusschen de waare bestanddeelen der poëzy; zy zyn haar zelfstandig sieraad, en het starrenkleed waarmede de poëeten haar omgorden, indien ze zich anders onderstaan om die hemelschoone af te schetsen:

 
Want daar verf van vuur en stralen
 
Tekort schiet, om naar eys de Poëzy te malen;
 
De zuivre Poëzy, zoo heerelyk, zoo schoon,
 
Die om haar lokken vlegt Apolloos laurekroon,
 
En, als haar starrenkleed zoo zuiver is van smetten;
 
Wie durf hier onderstaan met averegs blanketten
 
Haar glans te ontsieren, of dat onbevlekt gelaat
 
Waarin nog sproet, nog vlek, nog iets wanschiklyks staat,
 
Met ongewassen hand baldadig te misverven?
 
Haar schoon eyst kleuren die verbleeken nog versterven!
 
(J. van Hoogstraten, Mengelpoëzy, D. II, bladz. 179) Ga naar voetnoot40

voetnoot40
Jan van Hoogstraten (1662-1736), Mengel-Poëzy of verscheide Gedigten, 5 delen, Amsterdam, bij Johannes van Leeuwen, 1714-1720, in het gedicht ‘De poezy of digtkunde, na de afbeelding van Caesar Ripa’, r. 7-15. KB 839 F 2.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken