Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 73. Vader Vondel was een groot rymer

Vader Vondel was een groot rymer; en by

[pagina 155]
[p. 155]

gevolg een puiks-puikdichter (§. 63.): want het meeste sluit het mindere in zich. Dat hy waarlyk een groot rymer was, is waereldkundig. De Drossaardt Hooft plagh tot Vondel te zeggen: ‘Dat gy een rymer zyt, hebt gy van uwen grootvader Kranen’ (Vondels leven, bl. 7) Ga naar voetnoot449. -- En elders heet het van hem: ‘Om dit met meerder bevalligheid te doen hebben wy geen kosten, en de Rymer’ (J. van den Vondel) ‘geen arbeyt aan de rymen gespaart’ (Bericht voor Vondels Tooneel des mensch. levens) Ga naar voetnoot450. --- Pels beriep zich met nadruk op

 
Vondel, Vollenhove, en die in deeze tyden
 
Het vloeijenst rymen.
 
(Dichtk., bl. 6) Ga naar voetnoot451

Ook spreekt Vondel zelf, in zyne werken, alöm van zich als rymer; by voorbeeld, tot Hooft:

 
Beveelt men my dan 't rym, 'k beveel u 't rymeloos;
 
(Poëzy, Deel II, bl. 123) Ga naar voetnoot452

en tot denzelfden:

 
Of rym ik, dat een boer dit Duitsch niet kan verstaan?
 
(bl. 204) Ga naar voetnoot453

en tot zynen genoeglyken Tymen:

 
Wil je zingen, ik wil rymen;
 
(bl. 472) Ga naar voetnoot454

en in zyn' Lof der zeevaart:

 
Maar ziet, terwyl ick rym, zo staet daer 't wonderwerck;
 
(Poëzy, Deel I, bladz. 149) Ga naar voetnoot455

en in zyne Bespiegelingen:

[pagina 156]
[p. 156]

 
Och! of ze mynen geest met haren gloet in 't rymen
 
Ontstak -- --
 
(Bespiegelingen, bl. 53) Ga naar voetnoot456

en op zeer veel andere plaatsen meer.

En geen wonder! de groote Vondel,

 
welkers naam, van de eene aan de andere as,
 
De werrelt omzweeft, in zyn lof noyt te agterhaalen,
 
Hoe wyd men hem vervolg, daar andre zonnen stralen,
 
Of vremder starren de aard ons ligten boven 't hooft;
 
(J. van Hoogstraten, Mengelpoëzy, Deel II, bl. 181) Ga naar voetnoot457

de te recht vergode Vondel, van wien het heet:

 
Zo zult ge in Febus koor God Vondels zy bekleeden,
 
(Lofbazuin voor le chef d'oeuvre d'un inconnu ) Ga naar voetnoot458

moet buiten kyf een groot rymer zyn; en wie erkent hem niet voor een' puiks-puikdichter?

voetnoot449
Het leven van Joost van den Vondel door Geeraart Brandt, ed. P. Leendertz, p. 4.
voetnoot450
Tooneel des menschelikken Levens door J. v. Vondelen, Amsterdam, by Willem Lamsvelt, 1698: ‘Bericht’ (niet in WB).
voetnoot451
Pels, Dichtkunst, r. 149-150. Zie noot 440.
voetnoot452
‘Brief aen den Drost van Muyden’, r. 129 (WB III, p. 191).
voetnoot453
‘Roskam’, r. 106 (WB III, p. 303).
voetnoot454
‘Deuntje aen Kornelis Tymensz Padbrue’, r. 25 (WB III, p. 405).
voetnoot455
Zie noot 417 (‘Het lof der zeevaert’, r. 75).
voetnoot456
Bespiegelingen van Godt en godtsdienst II, r. 352-353 (WB IX, p. 472).
voetnoot457
Jan van Hoogstraten, Mengel-Poëzy, ‘De poezy of digtkunde, na de afbeelding van Caesar Ripa’.
voetnoot458
Thémiseul de Saint-Hyacinthe (1684-1746), Le chef d'oeuvre d'un inconu <‘inconnu’>, zesde druk, A La Haye, chez Pierre Husson, 1714. In het voorwerk zit een ‘lofbazuin’, door Buijnsters toegeschreven aan Justus van Effen (Justus van Effen, p. 78 en vooral 96-97). UBL 701 G 24.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken