Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 75. Het rymen is een zeer moeijelyke arbeid

Het rymen is een zeer moeijelyke arbeid. Om zich hiervan te overtuigen, heeft men alleenlyk Boileaus tweede satire te leezen. En waarlyk, geen arbeid is bezwaarlyker dan die van het hardnekkig rym met de reden te paaren:

 
La raison dit Virgile, et la rime Quinault.
 
(Boileau, Satire II, v. 20) Ga naar voetnoot469

Dit ervaaren alle rymers: Vondel schreef elders:

[pagina 159]
[p. 159]

 
En nu een havik jaeght de bloode duiven voor.
 
(Ovidius Herschep., bladz. 343) Ga naar voetnoot470

‘Jaagt een havik de duiven voor of na?’ vraagt Huydecoper, by de beoordeeling van dit vaers (Proeve enz., bl. 482) Ga naar voetnoot471; en, vervolgt hy: ‘De reden zegt na, maar het rym eischte voor: 't verschil is wat groot.’ En over dit onderwerp is oneindig veel te zeggen.

Men kan zich ondertusschen zeer ligt een begrip van de moeijelykheid der rymery vormen, als men slechts gadeslaat, met welken arbeid de poëeten zelven die kunst vergelyken. By voorbeeld, somtyds met het lastig werken van den weever (§. 91.):

 
Ach! kende gy den angst, den onbeschryfbren last,
 
Die iemand, als hy mild op hombaars is vergast,
 
Op 't rymgetouw ervaart -- --
 
(A. de Haen, Mengeldichten, bl. 376) Ga naar voetnoot472

somtyds met den blokkenden arbeid van den schoenmaaker, die op de leest werkt:

 
Of moet ik Flakkus lier met ongeleerde vingeren
 
Misbruyken, en 't Latyn van zulk een' grooten geest
 
Onkundig schoeijen op een Nederduitsche leest;
 
(Proeve van Dichtoeffening, enz., bl. 171) Ga naar voetnoot473

en elders:

 
U die ons vaak de ziel ontrukt door uwe vaerzen,
 
En rustig voortreedt, op geen Sofoklesche laerzen,
 
Maar eigen maaksel en op eigen leest gestelt.
 
(F. Greenwood, Gedichten, Deel II, bl. 34) Ga naar voetnoot474

Somtyds met den vermoeijenden arbeid van het

[pagina 160]
[p. 160]

ploegen; en Apollo, in eigen persoon, zegt tot onze dichters en dichteressen:

 
Ploegt, onbezweeken, in myn vruchtbre lettervelden
 
Zo zal ik uwen lof de volgende eeuwen melden;
 
(Inwyding van den Amsteldamsche Schouwb.) Ga naar voetnoot475

of:

 
Laat zich uw zangeres tot eedler kunstwerk voegen,
 
Dan zulk een' misthoop, vol van walging, om te ploegen.
 
(A. de Haen, Mengeldicht., bl. 84) Ga naar voetnoot476

Somtyds met den afsloovenden arbeid van het smeeden:

 
Myn kracht bezwykt, en hyght voor yder deel,
 
terwyl ik smede een keten, een juweel
 
Van tienmaal tien en effen half zo veel
 
Vergulde schakelen.
 
(Vondel, Poëzy, Deel I, bl. 452) Ga naar voetnoot477

Ook gewaagt Pels van het smeeden en hersmeeden der vaerzen:

 
-- -- schrap het uit;
 
Of smeê het, en hersmeê 't zo lang, tot dat het stuit.
 
(Dichtkunst, bl. 44) Ga naar voetnoot478

Uit hoofde nu van den zwaaren arbeid der poëeten en rymeren, komen zy zo dikmaals zweetend voor. By voorbeeld:

 
Ik, min begaeft, met moeite u vaerzen wy,
 
Vergaert als geur van een Matynsche by,
 
Gezogen uit den tym te Tiroly <Tivoly>,
 
Met moeite en zweeten.
 
(Vondel, Poëzy, Deel I, bl. 441) Ga naar voetnoot479

[pagina 161]
[p. 161]

En wien is het wel onbekend

 
-- -- dat menig groot poëet
 
By zyn verheven werk van angst en wanhoop zweet,
 
Zyn handen wringt, zyn muts verzet, en honderd schachten
 
versnyd, of stukken kaauwt, eer hy in zyn gedachten
 
Een rymwoord vinden kan -- -- --
 
(Nomsz, Meng., bl. 188) Ga naar voetnoot480

Op den moeijelyken arbeid van het rymen slaan sommige zinspreuken der poëeten; by voorbeeld: Nil volentibus arduum, Constantia et labore, Kunst wordt door arbeid verkregen Ga naar voetnoot481, vooral ook het motto van Mozes Ga naar voetnoot482 dichter:

 
Door tyd en vlyt word veel verricht:
 
De kunst maakt zwaren arbeid ligt.

voetnoot469
Boileau, Satire II, r. 20.
voetnoot470
Ovidius' Herscheppinge XI, r. 409 (WB VII, p. 793).
voetnoot471
Huydecoper, Proeve van taal- en dichtkunde, p. 482.
voetnoot472
Abraham de Haen, Herderszangen en Mengeldichten, ‘Ter verjaaring van den Heer Cornelis Pronk’, r. 9-11.
voetnoot473
Proeve van dichtoeffening, ‘Vaerwel aen de zanggodinnen’, p. 167-177.
voetnoot474
Vervolg van F. Greenwoods Gedichten: ‘Lofkrans voor den rymzieken schoenmaker K.V.B.’.
voetnoot475
Bartholomeus Ruloffs (1735-1801), Inwyding van den Amsterdamschen schouwburg, bij Izaak Duim, 1774, p. 12.UBL 1087 E 26.
voetnoot476
Abraham de Haen, Herderszangen en Mengeldichten, ‘Aan de Heeren leden van het Kunstgenootschap Natura et arte’.
voetnoot477
‘De konincklyke harp’, r. 227 (WB IV, p. 60). Zie afwijkende spelling bij noot 368).
voetnoot478
Pels, Dichtkunst, r. 1163-1164 (variant: ‘sluit’ in plaats van ‘stuit’).
voetnoot479
‘Aan Antonius Iulus’, r. 41-44 (WB IV, p. 67).
voetnoot480
Nomsz, Mengelwerken, p. 188 (Rabener-bewerking).
voetnoot481
‘Nil Volentibus arduum’: Amsterdams kunstgenootschap, opgericht in 1669 door o.a. Lodewijk Meyer, Andries Pels en Joannes Antonides van der Goes.
‘Constantia et labore’, Daniel Willink is er lid van (zie noot 65).
‘Kunst wordt door arbeid verkregen’: opgericht in 1766 in Leiden.
voetnoot482
Nicolaes Versteeg, Mozes in twaelf boeken, onder het vignet op de titelpagina.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken