Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 86. Tusschen sommige rymwoorden heerscht waare sympathie

Tusschen sommige rymwoorden heerscht waare sympathie; en zy schynen voor elkander gemaakt te zyn; als by voorbeeld: Spanje en Brittanje, prins en geenszins, veinzen en gepeinzen, helm en schelm, huigchelen en guigchelen, wesp en gesp, heilig en veilig, kunst en gunst, kennis en schennis, winst en minst, kreupel en gepeupel, vergif en rif, schilderen en verwilderen, rups en hupsch, burger en wurger, purper en slurper, oordeel en voordeel, kogel en vogel, hoogte en droogte, koortsen en toortsen, geboorte en poorte, adem en vadem, lengte en engte, lustig en rustig, hobbelen en dobbelen, flikkeren en blikkeren, schoonheid en gewoonheid, herwaarts en derwaarts, waereld en bepaereld, droessem en bloessem, duivel en zuivel, en veele anderen meer. Men leeze den Kosmopoliet (Deel I, bl. 382-384) Ga naar voetnoot564, die daaromtrent in het breede uitweid.

[pagina 185]
[p. 185]

Wien is de sympathie tusschen liefde en griefde onbekend? Zy is zo groot, dat Nomsz op zyne beide vaerzen:

 
Maar wie kon zich deez' dag verbeelden, dat de liefde,
 
In 't zorglykst oogenblik, een' konings boezem griefde?
 
(Ferdinand Cortez, Bedr. II, toonl. 2) Ga naar voetnoot565

te recht aantekent: ‘Liefde en griefde! Heerlyk! Zo de liefde niet griefde, hoe zouden wy toch rymen?’ (Aanteek. op alle zyne tooneelstukk., bl. 20) Ga naar voetnoot566.

De sympathie tussen vryheid en blyheid is even blykbaar; want

 
verliest myn geest zich in den roem der vryheid,
 
Dan komt in 't volgend vaers gewis het rymwoord blyheid.
 
(Nomsz, Mengelwerken, bl. 188) Ga naar voetnoot567

Tusschen lagchen en pragchen is de sympathie even onweêrstaanlyk, en wie weet niet, dat

 
Gelyk een aangezicht, dat lacht, ons meê doet lachen,
 
Zo weet een schreijend ons meelyden afteprachen.
 
(Pels, Dichtkunst, bl. 10) Ga naar voetnoot568

De heer van Zuilichem moet echter deeze sympathie niet bemerkt hebben, want hy schreef:

 
Het lagchen heeft geen weêrga, Griet;
 
Men rymt op 't woord van lagchen niet.
 
(Huigens, Sneldicht., XVI, 71) Ga naar voetnoot569

Op de sympathie tussen zout en goud vind men by De Decker het volgende puntdicht:

 
In rym syn sout en goud niet selden nagebuuren:
 
Goud is een duursaem ding, zout doet de dingen duuren:
 
Maer mensch blyft selden goed in 't midden van 't goud,
 
Gelyk de vissen zoet in 't midden van 't sout.
 
(Puntdichten, Boek II, 239) Ga naar voetnoot570

[pagina 186]
[p. 186]

Eindelyk, om door een' vloed van voorbeelden niet te verveelen:

 
Wie had gedacht dat bittere alsem
 
Verandren zou in zoete balsem?
 
(J. Heyblocq, Farrago latino belg., bl. 15) Ga naar voetnoot571

en echter geschied zulks telkens door de sympathie van het rym. Riekt, voor het overige, de poëet den zwavel, zo valt hy oogenbliklyk op den navel; doch steekt hem de walg, zo geraakt hy wiskunstig aan de galg:

 
Men moet rymen op den Hemel,
 
't Zal 't gewoel zyn van 't gewemel.
 
Zo men rymt op koel of stoel,
 
Is 't gewemel van 't gewoel.
 
(De Hollandsche Spectator, Deel II, bl. 474) Ga naar voetnoot572

voetnoot564
De Kosmopoliet, I, p. 382-384; in nr 47 van 18 nov. 1776.
voetnoot565
Nomsz, Ferdinand Cortez, overwinnaar van Mexico, bij Izaak Duim, 1757 (2de druk 1769), naar het Frans van Alexis Piron, p. 21, r. 15-16.UBA 688 C 54.
voetnoot566
Nomsz, Aantekeningen, van J. Nomsz, op alle zyne tooneelstukken, Erven David Klippink, 1784. Deze uitgave bevond zich in Hoffhams bibliotheek in Prenzlau. UBA 222 F 13.
voetnoot567
Nomsz, Mengelwerken, p. 188 (Rabener-bewerking).
voetnoot568
Pels, Dichtkunst, r. 257-258.
voetnoot569
Huygens, ed. Worp, Deel III, p. 182: variant: ‘Het lacchen heeft geen weerga, Griet, / Daer rymt op, lacchen, niet’.
voetnoot570
De Decker, Puntdichten, Boek II, nr. 239: kwatrijn ‘Sout en Goud’.
voetnoot571
Heiblocq, Farrago Latino-Belgica, p. 15.
voetnoot572
De Hollandsche Spectator: ‘'t Zal gewoel zyn van 't gewemel’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken