Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 87. Hoe minder analogie tusschen twee rymwoorden is, hoe beter

Hoe minder analogie tusschen twee rymwoorden is, hoe beter; want dies te meer loopt de kunst daarby in het oog, die, by het uitvullen der vaerzen, echter een volledig verband dier heterogene rymen heeft weeten te vormen. Het toont weinig bekwaamheid, om, by voorbeeld, wafel op tafel, pronker op jonker, handel op wandel, groeijen op bloeijen, maaijen op zaaijen, yslyk op afgryslyk, gruwlyk op huwlyk, Helikon op hengstebron, dronken op beschonken, wyntje op Tryntje, brand op ledekant, enz te rymen; maar ongelyk meer kunst word vereischt om Kleopatra en Sumatra, Constantyn en maaneschyn, genageld en

[pagina 187]
[p. 187]

gehageld, pest en gemeenebest, doolhof en koolhof, paskaart en vlasbaard, misdryf en vischwyf, enz. enz., met een gelukkig gevolg onderling te doen rymen. Nogthans weet een fiks rymer diergelyke strydige rymwoorden door geestige kontrasten aan elkander te huwen; en men kan zich daarvan, by het leezen onzer poëeten, zeer dikmaals overtuigen. Het gepaste gebruik van licht en schaduw, van negatieven en positieven, (§. 70.) is vermoogend de onmooglykheid hier mooglyk te maaken. Hiertoe reken ik, by voorbeeld, wanneer een dichter zegt:

 
die geen bancket van taerten
 
Noch marssepeinen schaft, myn ridderen, maer kaerten
 
Graedbogen, Astrolaebs, en klooten hol en bol.
 
(Vondel, Poëzy, Deel I, bl. 159) Ga naar voetnoot573

of:

 
Het heerlyck orgel noot geen dwaze zangverquisters,
 
Maer wyzen, op 't bancket van veertien paer registers;
 
(bl. 228) Ga naar voetnoot574

en:

 
De lieve lucht ontlaet; hier groeit geen alsem,
 
Maar suikerriet; de boomen zweeten balsem.
 
(H. Schim, Kruisfeest, bl. 84) Ga naar voetnoot575

Hoe eigenzinniger derhalve sommige rymwoorden zyn, des te meer roem verwerft de poëet, indien hy ze door een' geestigen draai weet te paaren; als, by voorbeeld, Anonimus, in zyn Grafschrift op Uilenspiegel:

[pagina 188]
[p. 188]

 
Hier ligt begraven schalke Tyl;
 
Zyn vader heette Euphraat noch Nyl,
 
Zyn moeder Rachel noch Abigel:
 
Hy is berucht als Uilenspiegel;
 
(Mengelwerken, bl. 211) Ga naar voetnoot576

en Focquenbroch:

 
Hier na zo zong hy, hoe dat Pyrrha
 
Haar keijen smakte, hier en daar,
 
En om dat dit wel rymd op Myrrha,
 
Zo, loof ik, zong hy ook van haar;
 
(Dichtwerk, Deel I, bl. 279) Ga naar voetnoot577

en elders:

 
Hy roepende fluks om een bliksem,
 
Sprong op, zo luchtig als een koe;
 
Maar zagt, ik vind geen rym op ixem:
 
Doch lykwel dat's tot daaraan toe.
 
(Deel I, bl. 26) Ga naar voetnoot578

Dit laatste staaltje is een bewys, hoe zich de dichter door zyne kunst weet te helpen, zelfs dan, wanneer zyn rymwoord geheel geenen weêrklank heeft.

voetnoot573
‘Het lof der zeevaert’, r. 385-387 (WB II, p. 451).
voetnoot574
‘Inwydinge van het stadthuys’, r. 353-355 (WB V, p. 872).
voetnoot575
Hendrik Schim (1695-1742, uit Maassluis), Bybelpoëzy, bestaende in Kristus Kruisfeest [...], Te Rotterdam, by Arnold Willis, 1723. PBF C 13709.
voetnoot576
Anonimus, Mengelwerken, p. 211. Niet getraceerd.
voetnoot577
Van Focquenbroch, ‘Silenus. Zesde Herderszang. Op een andre Toon’, alwaar: ‘Haar reijen smaakte’ en ‘zo loof ik zong hy’).
voetnoot578
Van Focquenbroch, ‘Typhon of Reuzenstryd. Derde Zang’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken