Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
poëzie

Subgenre
bloemlezing


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Horae Belgicae

(1968)–A.H. Hoffmann von Fallersleben

Vorige Volgende

XVI.
¶ Van cort Rozijn.

1.
COrt Rozijn wel liene neue
 
Ghi zijt seer stout ende onuersaecht
 
Ghi sult rijden van stede tot stede
 
Van Vlaenderen make ick v ruwaert.
2.
Graue van vlaender des doe ick noode
 
Jck sie so noode mijn ongeuoech
 
Jck leue so noode bi quaden ase
 
Want selue hebbe ick goets genoech
3.
Cort Rozijn v spitighe woorden
 
En sullen v niet te goede vergaen
 
Al voor dat huys van Repremonde.
 
Sal ick v doen v hooft af slaen
4.
Graue van Vlaender ghi hebt een dochter.
 
Si thoont mi so fieren ghelaet
[p. 22]
 
Daer sal ick noch eenen nacht bi slapen
 
Al soudt mi naemaels wesen quaet.
5.
Die heer van Vlaender keerde hem omme.
 
Hi was toornich ende onghemoet
 
Cort Rozijn ick salt v loonen
 
Desen toorne die ghi mi doet
6.
Heere van Vlaender ick bidde ghenade.
 
Den doot en hebbe ick niet verdient
 
This gheleden een corte wijle.
 
Dat ick was v beste vrient
7.
Cort Rozijn staet achterwaert
 
Als die maeltijt is ghedaen
 
Al voor dat huys van Repremonde.
 
Daer salmen v dat hooft af slaen
8.
Graue van Vlaender ick bidde genade
 
Voor mijn wijf ende voor mijn kint
 
Voor mijn vrienden ende voor mijn maghen
 
Ende voor mijn schoon ionghe lijf
9.
Doen die maeltijt was ghedaen.
 
Cort Rozijn was daer bereyt
 
Men ghinc daer zijn hooft af houwen
 
Het coste hem alle zijn suyuerheyt
10.
Fier ghelaet van schoonen vrouwen
 
Heeft menighen man in dolen ghebrocht
 
Dat machmen aen cort Rozijn aenschouwen
 
Het heeft hem sinen hals ghecost
11.
Graue van Vlaender ghi zijt een heer
 
Gaet ghi nv cort Rozijn dooden
 
Het sal noch haestelijc wederkeeren
 
Dat ghi dat sout doen seer noode
12.
Het geschiede op sinte Laureys dach
 
Des morghens vroech bi tijden
 
Dat die coninc van Enghelant
 
Op Vlaenderlant wilde strijden
13.
Alsser den dach ten auont quam
 
Haer en was niet badt te moet.
[p. 23]
 
Dan oft Vlaender ware mijn
 
Ende Brugge laghe in coude coelen
14.
Wi willen gaen bidden god den heere
 
ende maria die gods moeder was
 
Voor Cort Rozijn den schoonen man.
 
Want hi den doot ontschuldich was


Vorige Volgende