De kameraadjes van Pietje Smeerpoets (ca. 1900-1910)–Heinrich Hoffmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Pietje Smeerpoets. Pieter, laat je zoetjes wasschen; Wil je niet in water plassen? Houd toch op met je gehuil, Want je bent terdege vuil. Eindlijk, eindlijk is hij klaar, Nu schreeuwt hij niet meer zoo naar; Nu hoort men hem niet meer roepen, Want er valt hier wat te snoepen; Hier toch staat braambessenbrij! Daadlijk is er Pieter bij, Steekt er de vijf vingers in, En besmeert zich wang en kin; Ook zijn neus heeft hij geraakt, Zelfs zijn schrijfboek vuil gemaakt. Maar daar komt zijn moeder aan, Nu zal het hem slecht vergaan; Zij bindt Piet, wat treurig lot, Met één been aan 't varkenskot, Het varken vuil als elk zwijn, Zegt: Piet, gij kunt nog vuiler zijn. Vorige Volgende