De kameraadjes van Pietje Smeerpoets (ca. 1900-1910)–Heinrich Hoffmann– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] De luie Jet. De klok slaat zeven! Wie ligt zoo laat nog in heb bed? O kijk, het is de luie Jet. Neem toch een voorbeeld aan de bij, Die is zoo traag toch niet als gij; Het vogeltje dat roept u toe: Wij zijn nog lang niet zingensmoe; Ziet, hoe de mieren draven, loopen, Zij trekken uit bij heele hoopen. De klok slaat acht! Hier zitten kindren in de school; Straks maken zij weer pret en jool, Mietje, Flora en Roset; Doch waar is toch de luie Jet? Ziet, hoe zij slaapt, Nu en dan gaapt - Of het bijtje bromt, En haar toeroept: komt! Of de vogel fluit: Kom je bed toch uit! Zij slaapt altijd stevig door, Stoort zich niet aan 't vooglenkoor. En wat komt er nu van Jet, Die blijft liggen in haar bed? Wie niet vroeg opstaat, Niet naar school toe gaat, Wie niet vlijtig leert, Maar in 't bed zich keert, Moet eens, vroeg of laat, Beedlen langs de straat. Vorige Volgende