Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cursus Middelnederlands (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cursus Middelnederlands
Afbeelding van Cursus MiddelnederlandsToon afbeelding van titelpagina van Cursus Middelnederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cursus Middelnederlands

(1983)–Maaike Hogenhout-Mulder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 158]
[p. 158]

20 Die riddere metter mouwen

Dit verhaal behoort tot de Britse romans. In de hoofdpersoon zijn twee uit de literatuur bekende figuren verenigd: een ridder die een aantal wonderbaarlijke heldenfeiten verricht ter ere van een jonkvrouw (Clarette in dit geval), en een vondeling die een speurtocht onderneemt naar zijn ouders. Een Franse bron is niet direct aan te wijzen, al is er wel overeenstemming met de Franse Richars li Biaus.

Het mnl. verhaal is opgenomen in de Lancelot-compilatie uit het begin van de 14e eeuw (zie tekst 4). Er heeft echter nog een mnl. versie van bestaan. De Kon. Bibl. te Brussel bezit enkele fragmenten (van ca. 1370) van een tweede versie die veel uitgebreider is geweest. Het lijkt waarschijnlijk dat de bewerker van de Lancelot-compilatie het verhaal tot ongeveer een derde van de oorspronkelijke lengte heeft teruggebracht.

C.W. de Kruyter heeft een facsimile-uitgave verzorgd van Die riddere metter mouwen (Leiden 1975) waarin zowel de betreffende bladen uit de compilatie als de Brusselse fragmenten zijn gereproduceerd. Hier volgt een gedeelte van de tekst uit de Lancelot-compilatie (diplomatisch naar het hs.). Afkortingen zijn opgelost, maar gecursiveerd.

 

Arthur is met zijn ridders naar de begrafenis van Tristan als er een schildknaap arriveert die ridder van Arthur wil worden. Als deze net binnen is, rijdt er een rode ridder voorbij die een jonkvrouw afranselt. Keye, die wegens ziekte achtergebleven is, geeft de koningin de raad de schildknaap snel tot ridder te slaan; dan kan die achter de rode ridder aan. Als Guinevere dit heeft gedaan, komt Clarette te voorschijn; zij vertelt de vreemdeling wat de plichten van een goed ridder zijn en geeft hem een mouw ten teken dat hij voor haar mag strijden. De ridder bedankt Clarette:

 
Ioncfrouwe god lone v ende tuwen wille
 
Sprac hi benic lude ende stille
 
Die coninginnen sprac doe saen
 
Clarette dit was wel gedaen
¶[regelnummer]
Dus voer die riddere wech ter vard
 
Ende keye sprac ter coninginnen ward
 
Vrouw min ors voerd hi daer henen
 
Nembermeer sidi den genen
 
Noch ic min ors. wats oec gesciet
10[regelnummer]
Hine volget den roden riddere niet
 
Al waerre .x. hi soutse verslaen
 
Wordi verbolgen. ic segt v saen
 
Kindine hine volgede hem niet
 
Maer clarette heeft wel bespiet
15[regelnummer]
Haer scoenheide te geuene enen man
 
Die vele bat derschen can
 
Oft met ere ploech eren
 
Dan vor enen riddere hem verweren
 
Die coninginne sprac her keye v tale
20[regelnummer]
Es quaet. ic rade v wale
[pagina 159]
[p. 159]

Opmerkingen

1a¶ is de weergave van het middeleeuwse paragraafteken.
bṣ ẹ (40) is geëxpungeerd. Expungeren is door het plaatsen van punten onder letters aangeven dat deze letters fout zijn.
2Vaak droegen de vrouwen verscheidene mouwen (in verschillende kleuren) boven elkaar, die alleen aan de schouders vastgespeld waren. Een jonkvrouw kon dan gemakkelijk een mouw afstaan aan een ridder.

Opdracht

1 Waarom wordt in lone de aanvoegende wijs gebruikt?
1 Wat wordt door ende verbonden?
1/2 Vertaal deze regels.
3 saen = ....
5 Wat kan Dus betekenen? Voor welke betekenis kies je hier?
5 ter vard = ....
7 Keyes woorden beginnen hier. Waar eindigen ze?
7 ors: Vergelijk dit woord met ‘ros’ (het ros Beiaart). Welk klankverschijnsel constateer je?
7 hi verwijst naar ....
8 sidi = ...+....
8 Waarnaar verwijst den genen?
9 Welk woord ontbreekt (ten gevolge van samentrekking) in de eerste helft van deze regel?
9 Vertaal wats oec gesceit. Kun je de -s van wats verklaren? Waarbij is deze groep een bepaling?
10 t/m 12 Waarnaar verwijst hi in 10? En hi en -i in 11/12?
11/12 Vertaal Al - verbolgen. (Let op de vorm waerre)
12 Waarbij behoort het gedeelte ic - saen?
13 Kindine: Los de enclisis op. Waarnaar verwijst het tweede lid? En waarnaar het derde? Wat is de gramm. functie van Kindine?
14 Van welk ww komt bespiet? Betekenis?
15 Haer scoenheide doelt op ....
15 Begrens de nabepaling bij het woord man.
17 Wat wordt door Oft verbonden?
18 hem: Woordsoort?
14 t/m 18 Vertaal nu deze regels.

[pagina 160]
[p. 160]
 
Dat gijs meer gewaget vor mi
 
Die riddere was daer noch soe bi
 
Dat hijt algader heeft gehort
 
Ende sweech al stille ende reet vord
25[regelnummer]
Ende pensde hi souts gewroken werden
 
Hine ontsonke hem inder eerden
 
Dus es hi ene mile gereden
 
Daer quam hi tere wegesceden
 
In elke sach hi houeslage baren
30[regelnummer]
Doen ne wisti welken varen
 
Daer vernam hi een magedekijn saen
 
Die lambere hoetde. doe liet hi gaen
 
Sijn ors vaste te hare ward
 
Ende vrachde hare met snelre vard
35[regelnummer]
Om enen riddere ende ene ioncfrouwe
 
Here si riden daer groten rouwe
 
Moet den riddere geuen onse here
 
Hi sleet daer ene ioncfrouwe soe sere
 
Vaertse bescudden des biddic v
40[regelnummer]
Si riden daer vore ṣẹ niet sere nv
 
Ter rechter hant seldi weten

21 Heeft het ww gewagen hier een object bij zich?
21 Geef op grond van het Wdb. een vertaling van meer die hier past.
22/23 Wie is Die riddere en wat heeft hij allemaal gehoord?
25/26 Geef een vertaling van hi - eerden en laat in je vertaling duidelijk uitkomen waarnaar hi (25), hi (26) en hem (26) verwijzen. (Zie blz. 81/82).
28 tere wegesceden = ....
29 Wat wordt met elke bedoeld?
29 Wat zag de ridder In elke?
30 Waardoor is de enkelvoudige ontkenning hier mogelijk? (Zie blz. 83/84) Vertaal deze regel.
31 t/m 41 Breng een interpunctie aan in dit gedeelte.
31 t/m 35 Waaruit blijkt dat de ridder haast heeft?
37 Wat is het ond. bij Moet geuen?
38 sleet is een variant van....
39 Vertaal deze regel.
40 Welke betekenis heeft sere hier?
41 Met Ter rechter hant wordt hier bedoeld....
41 seldi weten = ....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken