Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Cursus Middelnederlands (1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Cursus Middelnederlands
Afbeelding van Cursus MiddelnederlandsToon afbeelding van titelpagina van Cursus Middelnederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Cursus Middelnederlands

(1983)–Maaike Hogenhout-Mulder–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

24 Nibelungenlied

Het Nibelungenlied beschouwt men als het beroemdste epos van de Middelhoogduitse literatuur. Het zal kort na 1200 zijn ontstaan en het is van de 13e tot de 16e eeuw bijzonder populair geweest. Het gedicht heeft een geheel eigen strofenbouw: strofen van vier regels met gepaard rijm, die uit vier dubbelverzen bestaan met ieder 6 (of 7) heffingen; vaak heeft het vierde dubbelvers een extra heffing.

In het eerste deel van het lied zouden verschillende sagen uit de 6e eeuw (uit het Merovingische rijk) verwerkt zijn; aan het tweede deel ligt waarschijnlijk een Frankische sage uit de 5e eeuw ten grondslag. De hoofdpersoon in het eerste deel is Siegfried (zegeurijt in het mnl.), een koningszoon uit Xanten aan de Nederrijn en eigenaar van de grote schat van het dwergenvolk der Nibelungen. Hij huwt met Kriemhild, de zuster van Gunther (guntheer in het mnl.), een der koningen van de Bourgondiërs. Twisten tussen Kriemhild en Brunhild, de vrouw van Gunther, zijn er de hoofdoorzaak van dat Gunther Siegfried tijdens een jachtpartij laat vermoorden. In het tweede deel staat de wraak van Kriemhild over deze gebeurtenis centraal.

In de 13e eeuw is dit epos in het Brabants vertaald. Van deze vertaling zijn slechts twee fragmenten (origineel of afschrift) bewaard (samen 140 regels). De oorspronkelijke strofenbouw is nog herkenbaar. Ik geef een gedeelte uit het eerste fragment naar de uitgave door M. Gysseling in Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), II, 1, 's-Gravenhage 1980. (De opgeloste afkortingen zijn hier echter niet gecursiveerd).

 

Er is een jachtpartij georganiseerd door Gunther (die voor Siegfried noodlottig zal aflopen). Gunther heeft op de hoorn laten blazen ten teken dat het eten klaar is bij zijn tent. Op weg naar de maaltijd weet Siegfried

[pagina 173]
[p. 173]

Opmerkingen

1gemeet (20) is een bijvoeglijk naamwoord dat ‘vrolijk, levenslustig’ betekent en dat vaak als vererende toevoeging wordt gebuikt (MNW II, 1346).
2adie (8): lees diere. (Zie MNW II, 2083)
bHet feit dat de honden in 24 vrij rondlopen, lijkt in tegenspraak met 33 waar vermeld wordt dat ze vastgebonden liggen. Heeft er soms in de oorspronkelijke mnl. tekst riepen gestaan? Het woord roepen wordt in het mnl. vaak gebruikt om geluiden van dieren weer te geven. (Vgl. ook de Duitse strofe 958 uit opmerking 3)
3Ter illustratie geef ik twee strofen van de Middelhoogduitse tekst met een vertaling (naar de uitgave door H. Brackert, Frankfurt am Main 1970). Het zijn strofe 958 en 959, die corresponderen met r. 23 t/m 30:
958[regelnummer]
Als er gestuont von rosse, dô lôste er im diu bant
 
von fuoze und ouch von munde. do erlûte dâ zehant
 
vil grôze daz gehünde, swaz des den bern sach.
 
daz tier ze walde wolde; die liute heten ungemach.
959[regelnummer]
Der ber von dem schalle durch die kúchén geriet.
 
hei waz er kuchenknehte von dem fiuwer schiet!
 
vil kezzel wart gerüeret, zerfüeret manec brant.
 
hei waz man guoter spîse in der aschen ligen vant!
[pagina 174]
[p. 174]

met blote handen een beer gevangen te nemen, die hij vol trots meeneemt naar de verzamelplaats. Eerst volgt nu de beschrijving van Siegfried, die coene degen.

 
Ay hoe blidelike. die coene degen reet
 
groet soe was sijn gere. lanc ende daer toe breet
 
een diere swert soe had hi. gegort ane sine side
 
(sijn h)oren was van goude. dies was hi wel blide
5[regelnummer]
(van) betren iagecledren. en hoerde noit man sagen
 
(enen) roc van ziden. mochte men hem sien dragen
 
Ende enen hoet van sabele. gewaerliker dinc
 
het was een die goutboert. daer die horen ane hinc
 
ende enen hornen boge. hadde hi oec an heme
10[regelnummer]
met huden ouertogen. alse iageren geteme
 
en constene gespannen. anders engeen man
 
en ware met gewerke. hi en waert selue dan
 
bouen alle sine cledre. hadde hi enen roc ane
 
wel gemaect na heme. van swarten cordewane
15[regelnummer]
sint ic v die waerheit. al besceden moet
 
soe voerde hi enen koker. al uol strale goet
 
van harden stale gemaect. vier groete vingre breet
 
wat hiere mede geraecte. dat bleef doet gereet
[pagina 175]
[p. 175]
Vert. 958:[regelnummer]
Als er vom Pferd herabsprang, löste er dem Tier an den Läufen und am
 
Maul die Fesseln. Sofort fingen alle Hunde, die den Bären erblickten,
 
heftig an zu bellen. Der Bär wollte zum Wald laufen. Den Leuten war
 
nicht so ganz wohl in ihrer Haut.
959:[regelnummer]
Durch das Getöse erschreckt, gelangte der Bär in die Küche. Wie schnell
 
er da die Küchenjungen von den Herden fortscheuchte! Viele Kessel
 
stürzten um, das Herdfeuer wurde zerstreut. Ach, und da lag soviel
 
schönes Essen mitten in der Asche!

4 Er bestaat een Nieuwnederlandse vertaling van dit epos door J. de Vries (1954).

Opdracht

1 Wat zou Ay hier uitdrukken?
1 Wat kun je opmerken over de zinsbouw van dit vers?
2/3 Wat is de functie van soe in 2? En van soe in 3? Is er verschil?
2 Wat is een gere? (Let op de aard van de attributen die in de volgende regels vermeld worden.)
2 Hoe stel je je een lange en brede gere voor?
3 Wat betekent gegort? Is had een hww of een zww?
4 dies: Naamval? Waardoor veroorzaakt? Waarnaar verwijst het woordje?
5 Wat is het object bij hoerde?
5 Waarom kan het lidwoord voor man ontbreken?
6 Wat versta je onder enen roc van ziden? (Let op: in 13 blijkt hij nog een roc aan te hebben!)
7 Van welk materiaal is de hoed vervaardigd en welke kleur heeft hij?
7 gewaerliker dinc = ....
8 Waar hing de hoorn aan? (Zie opm. 2a)
8 Wat kun je opmerken over de zinsconstructie?
8/9 Is er verwantschap tussen de woorden horen en hornen?
10 Van welk ww is ouertogen afkomstig? Betekenis?
9/10 Maak nu duidelijk hoe de boog eruit ziet.
10 geteme komt van het ww .... Betekenis? Welk zinsdeel is iageren?
11/12 Vertaal deze regels. Let goed op de enkelvoudige ontkenningen in 12.
14 wel gemaect na heme: Wat versta je hieronder?
13/14 Van welk materiaal is deze roc gemaakt? Lijkt dit materiaal je geschikt voor een ‘jachttenue’?
15 sint: Woordsoort? Betekenis?
15 Wat wordt hier met die waerheit bedoeld?
15 al: Woordsoort? Betekenis?
15 bescheden = ....
16 Wat versta je onder enen koker al uol strale goet?
17 Waarbij behoren de bepalingen van - gemaect en vier - breet? Waaruit leid je dat af?
18 dat: Woordsoort?
18 Wat zou gereet hier betekenen?

[pagina 176]
[p. 176]
 
rechte alse een iagere. zegeurijt die helt reet
20[regelnummer]
het sagenne doe comen. des coninx helde gemeet
 
si liepen iegen heme. ende ontfingen doe
 
wel den coenen here. daer was menech vroe
 
hi beette van den orse. den bere hi ontbant
 
entie honde liepen. na den bere te hant
25[regelnummer]
die bere woude ten woude. daer hijt voer hem sach
 
d(oe v)loe vten wege. elc al dat hi mach
 
die bere van den lieden. duer die cokene ran
 
doe vloe vanden bere. die coc ende menech man
 
hi warp ouer rucge. wat dat hi daer vant
30[regelnummer]
scotelen ende teilen. die spise daer in tehant
 
doe spranc op met haesten. guntheer daer hi sat
 
die bere liep doe sere. hoert wies hi doe bat
 
dat men ontbonde die honde. daer si gebonden lage(n)
 
die iagere waren blide. doe si dat gesagen
35[regelnummer]
met bogen ende met sprieten. was daer menech doe
 
die den bere volghden. daer hi henen vloe
 
daer waren soe uele honde. dat niemen daer ne sc(oet)
 
die liede ende die honde. maecten geruchte groet
 
die bere vloe wel sere. wat hi geloepen can
40[regelnummer]
doe seide daer wel menech. het ware een crachtech m(an)
 
dine mochte meistren. ende weder vaen
 
zegeurijt hi vinch ene. ende doeddene wel saen

19 Waarbij is het woord rechte een bepaling?
19 Wat wordt er hier over zegeurijt gezegd?
20 Welke functie vervult het? (Zie blz. 45)
20 sagenne = ...+....
20 Hoe is de woordgroep des coninx helde gemeet opgebouwd?
22 Hoe zou je daer was menech vroe vertalen?
23/24 Wat wordt er in deze regels meegedeeld?
25 Benoem redekundig: daer - sach.
26 vloe komt van het ww .... Betekenis?
26 al dat hi mach = ....
27/28 Vertaal deze regels.
29/30 Zeg in eigen woorden wat hier verhaald wordt.
20 wat: Woordsoort? En dat?
31 daer hi sat = ....
32 sere kan door syncope ontstaan zijn uit de vergrotende trap .... Lijkt je dat hier waarschijnlijk?
32 Wat is het object bij bat?
34 Is er verschil tussen gesagen en sagen?
35 Met welke attributen gaat men achter de beer aan?
37 Waarom werd er niet geschoten?
39 wat hi geloepen can = .... Hoe is dit gedeelte met het voorgaande verbonden? Heeft ge- in geloepen dezelfde betekenis als in gesagen (34)?
40 t/m 42 Vertaal deze regels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken