De aarde

Merkwaardigheden van de vaste oppervlakte des aardbols

[p. 1]

Hoofdstuk I.
De oppervlakte der aarde.

Eerste les.
Over de Oppervlakte der Aarde in het algemeen.

De Aarde, die wij bewonen, heeft eene verbazend groote oppervlakte.

Ten einde u daarvan eenigzins een denkbeeld te geven, zij het genoegzaam hier op te merken, dat zoo het mogelijk ware immer regelregt voort te gaan, en iemand aldus de aarde wilde rondtrekken, hij voor deze wandeling vier jaren zoude noodig hebben, zoo hij dagelijks zes uren wegs aflegde, en ieder jaar drie honderd dagen hieraan besteedde.

De aarde is dus verbazend groot, niet waar; want de wandelaar, over wien wij zoo even spraken, zoude in 4 jaren tijds haar slechts kunnen rondwandelen, immer regt voortgaande, zooals wij hoorden. Welk een aantal jaren zoude hij dan niet behoeven om haar in alle rigtingen te doorkruisen!

Ofschoon echter deze oppervlakte zoo uitgestrekt

[p. 2]

is, zijn wij echter in staat gesteld er vrij naauwkeurig over te kunnen handelen.

Deze kennis zijn wij verschuldigd, zoo aan de menigvuldige reizen te land als ter zee, door zaakkundige mannen gedaan en door hen beschreven, als ook door vele berekeningen en waarnemingen op zekere gronden verrigt, of met naauwlettendheid gadegeslagen.

In het algemeen verdeelt men de oppervlakte der Aarde in land en water.

Het grootste gedeelte, dat is bijna ¾ er van, bestaat uit water; het overige uit land.

Wij zullen in de volgende lessen eenige merkwaardigheden van die oppervlakte mededeelen. -