De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 416]

168 Aen H. Jacob van Wijngaerden, Heer van Benthujsen ende Wijngaerden Ambassadeur etc.

1 Weledele erntfeste wijse voorsienighe Heere

2 De fame ende 't getuighenis van mijnen Neeve van der Nat mij inde² 3 memorie gedrukt hebben mij over lange soodaenighen gevoelen³ 4 van UEd. courtojsie ende gevoeghlijckheidt gegeven, dat ick mij⁴ 5 daer toe verlaetende verstout heb den Ed. H. van Schaeghen moej-⁵ 6 lijck te vallen om eenigh voorschrijvens aen UEd. noopende een 7 saecke inde welcke d'intercessie van deselve oft interpositie haerder⁷ 8 authoritejt bij den H van Schoonewal Ambassadeur ordinaris bij de 9 M^t van Groot Britanjen, mij ende mijnen indisputablen gerechtig-⁹ 10 hede, support van importantie soude konnen bewijsen. Ende naer-¹⁰ 11 dien mij door indispositie belet is UEd. te komen reverentie doen¹¹ 12 inden Haeghe ende voor haer vertreck de voors recommandatie te¹² 13 presenteren, soo heb 't naeste gevonden deselve hier inne aen haer te¹³ 14 richten, met eerbiedende bede, gelieve in conformite vanden in- 15 houden, mitsgaeders 'tgeene, des noot zijnde UEd. breeder ver-¹⁵ 16 claert kan werden door mijnen Neeve Willem Hooft die U Ed. de- 17 sen heeft te behandighen, bij den voors H. Ambassadeur Ordinaris 18 te opereren dat sijne Ed. gelieve sijnen eighenen eere ende reputatie¹⁸ 19 dat officie te doen, van de reden plaets ende mij 't mijne te laeten¹⁹ 20 genieten. Waeraen UEd. haere genereusheidt sal geven een eerlijck²⁰ 21 contentement, ende sich gewinnen (indien eevenwel de geringheidt 22 van soo een conqueste in consideratie komt) eenen, die²² 23 Ed. etc.

24 God almaghtigh bid U Ed, in luster ende voorspoedt gedujrighlijk²⁴ 25 te behoeden, ende altijds blijven sal

26 U. Ed.

27 Zeer ootmoedighe Dienaer

28 P C Hóóft

Hooft richt een schrijven aan J^r Jacob Oem van Wijngaerden, Heer van Benthuizen, lid van de extraordinaris ambassade naar Jacobus I van Engeland, die 23 januari 1621 vertrok en 30 april 1621 terugkeerde. De brief zal hem te

2 De fame ... gedrukt: subj.; van mijnen Neeve: attr. bep. bij getuighenis. Vgl. voor Dirck van der Nat 81, 132.

3 over lange: al lang geleden; gevoelen: mening.

4 gevoeghlijckheidt: vriendelijkheid; dat ik mij: dat ik mij, mij.

5 moejlijck vallen: lastigvallen. Dit betreft niet Hooft's oude begunstiger Johan van Beieren-Schaeghen, vgl. 62, maar zijn zoon Aelbert, 1577-1638.

7 intercessie: tussenkomst; interpositie: het in 't geding brengen.

9 gerechtighede (dat.): recht.

10 support van importantie: gewichtige ondersteuning.

11 indispositie: ziekte; reverentie doen: begroeten.

12 recommandatie: nl. de aanbevelingsbrief van de heer van Schaeghen.

13 't naeste: het meest voor de hand liggend, het best mogelijke.

15 mitsgaeders ... werden: ook overeenkomstig hetgeen u zo nodig uitvoeriger uiteengezet kan worden.

18 opereren: bewerkstelligen.

19 officie doen: dienst bewijzen; van ... genieten: aan de redelijkheid en aan mij te geven wat ons respectievelijk toekomt.

20 haere genereusheidt (dat.): haar edelmoedigheid; eerlijck contentement: eervolle bevrediging.

22 conqueste: verovering; in consideratie komt: enige aandacht verdient.

24 luster: aanzien (in deze vorm archaïstisch; WNT luster 3350).

[p. *19]

19 J^r F. van Zuylen van Nievelt

[p. *20]

20 V. Overlander, Heer van Ilpendam enz.

[p. 417]

Londen door Willem Jansz. Hooft worden overhandigd. Hij sluit een aanbevelingsbrief van de Heer van Schaeghen in en beroept zich op een gemeenschappelijke relatie, Dirck van der Nat. Vgl. 135, 167, 190.

Minuut. UBA II C II. 898.
Hs. de brief staat op de keerzijde van 167.
Dat. ongeveer 23 januari 1621, de dag dat het buitengewone gezantschap naar Engeland vertrok.