Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.95 MB)

XML (2.41 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

(1976)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Eerste deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 480]
[p. 480]

*201 (P.C. Hooft aan Dr. Dirck Bas.)

1 Edele erntfeste hooghgeleerde welwijse zeer voorzienighe Heere,

 

2 Te laeghe leggende om met verdiensten op te koomen tegens d'Ga naar eind2 3 onverdiende jonste van UEd. mij in verscheiden occasien bewesen, 4 soo en heb ick niet naeder als UEd. te vernoeghen met het onbenoe- 5 ghen, dat ick bij desen verklaer te neemen aen de deunheit mijner 6 fortujne, die mij weighert sulke middelen van erkentenis, als UEd. 7 waerdigheidt met reden is vorderende. Ende wil mij troosten met 8 het vertrouwen, dat het eedel gemoedt Uwer Ed. mijne dankbaere 9 geneghenheidt zal erigeren tot de dignitejt van een danckbaereGa naar eind9 10 daedt, aenvaerdende de geringheidt hier bij gaende, met soo goeden 11 harte alsse gesonden wordt. Waer op,

12 Edele erntfeste hooghgeleerde welwijse zeer voorsienighe Heere, 13 ick met wensch van geluksalighe regeeringe UEd. den almoghen- 14 den bevolen laet, nevens reverente groete ende weldienstighe ge- 15 biedenis van

16 UEd.

17 Verplichten dienstwen

18 P C Hóóft.

[pagina *23]
[p. *23]


illustratie
23 C. Pz. Hooft


[pagina *24]
[p. *24]


illustratie
24 Prins Maurits


[pagina 481]
[p. 481]


illustratie

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C II. 822.
Datum en adressaat. De plaats in het hs. geeft geen andere aanwijzing dan dat G. van Papenbroek de brief in de buurt van 1627 rangschikte. De spelling met aarzeling tussen enkele en dubbele e en o herinnert aan de overwegingen van het ‘letterkunstig besluit’ van 1623 en Hooft's daardoor versterkte neiging tot experimenteren. - De aanspraak sluit als adressaat hoge regeringsambtenaren en officieren uit (‘vermoghene’ en ‘gestrenge’ ontbreken), maar richt zich tot een gepromoveerde die blijkens de afscheidsformule (‘geluksalighe regeeringe’) regent is. Het epitheton ‘verplichte dienstwillighe’ gebruikt Hooft alleen voor goede kennissen: Anna en Tesselschade Roemers, Huygens (maar later worden tegenover hem de buigingen dieper), Baek na 1633, éenmaal bij Beaumont en Bicker, éenmaal bij J. van Mierlo, een oude kennis, want bij zijn huwelijk in 1604 werd Hooft's Bruiloft-spel (LSt. III 11) opgevoerd. Bovenstaande brief moet gericht zijn aan iemand uit Hooft's eigen kring. Dr. Dirck Bas, vele jaren raad in de vroedschap van Amsterdam en van 1610 tot 1618 collega van Hooft's vader als burgemeester, hoewel 22 jaar jonger, voldoet. Hooft vraagt Bas in 45 om raad en tekent dan ‘UEd. geheeldienstwillighe vriendt’. - Bovengenoemde aanspraak en vorm van ondertekening komen beide voor in de opdracht van Henrik de Grote aan Bas, (226a). In deze opdracht staat ook de reden van Hooft's dankbaarheid: Dr. Bas had zich tijdens een extraordinaris ambassade in Engeland (1621-1623) ingespannen voor Hooft's financiële belangen, de lening aan Caron (vgl. 167 v.). En wat Hooft, terwijl hij voorlopig een ‘geringheidt’, b.v. een paar hazen of patrijzen, stuurt, bedoelt met ‘de digniteit van een dankbare daad’ waartoe zijn dankbare genegenheid opgewekt zal worden: dat is niets anders dan de opdracht zelf. De verschijning van Henrik de Gróte, in begin 1626, lag dus niet ver in 't verschiet, maar Hooft werkte er al sinds 1618 aan. Daar het gezantschap naar Engeland 12 februari 1623 was teruggekeerd, kan de brief op dat jaar gedateerd worden.
eind2
Te laeghe ... vorderende: Te zwak zijnde om het met verdienstelijke daden op te nemen tegen de onverdiende gunst (enz.), kan ik niets beters doen dan u tevreden te stellen met de ontevredenheid die ik verklaar te voelen over de schrielheid van mijn lot, dat mij zodanige blijken van dankbaarheid (om te geven) onthoudt als aan uw waarde alleszins toekomen.
eind9
erigeren: opwekken, opheffen; een danckbaere daedt: in tegenstelling tot ‘danckbaere geneghenheidt’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra