Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 153]
[p. 153]

*432 aen mijn heer mijn heer pieter cornellesen hooft op de kijsers gracht nast de vallekenier tot amsterdam

loent

 

1 Me Juffrou warde mammeer

 

2 Ick heb ioffrou tesselsach ve brief moeten laeten leesen die mijn nu 3 nit wil laten gaen voer mandach al hoe wel sij niet me komen en 4 kan want haer neef van oijen en kan dan nit vijt doch ick salsien ofGa naar eind4 5 ick noch een saterdach tuijs komen kan doch ick wet nit of tesselten 6 mijn dan orellof gheven sal willen ick sou de dan met de oude 7 monsuer sammer kommen doch soo ve b iemmers begert dat ickGa naar eind7 8 van de weck tuijs koem en sal niet laeter ve ve ghehoersaem teGa naar eind8 9 wesen doch ick sal hier op ve antwoert eest ver vachten doch soo 10 ve nit en belieft dat ick met sammer kom sal ve imant andersGa naar eind10 11 moeten senden ick bid ve mom peer doch te bedan ken van de 12 moite die hij gehat heft van mijn tijt om hier te blijven soo lanch te 13 ver lenchgen want ick twijfel miet of het heeft hem wel vel biddensGa naar eind13 14 ghekoest waer van ick hen hartelijck bedancke doch ick en kanGa naar eind14 15 mijn soo vel niet laten dunck kan dat momper om mijn nit teGa naar eind15 16 hebben stilder soude sijn doch hoepe dat aen momper stil sijn enGa naar eind16 17 aen mon suerch suijl slapen alleven vel is doch van het een sou ickGa naar eind17 18 mijn ghelichkick houden en het ander is mijn indifferrent hier 19 mede mijn ghebiedenis aen momper lief op viens ghesonthijt wij 20 nit vergaten te drincken ende mijn ghebiedende in ve goede graci 21 blijf ick

22 Me Juffrou

23 ve onderdaneghe dochter

24 Susanna Bartelotti

 

Susanna logeert bij Tesselschade. Haar moeder heeft geschreven, op haar, door Hooft ondersteund verzoek, dat ze nog wat langer mag blijven. Spelling en schrift, het ontbreken van de voorafgegane brief van Leonora en het scherts-

[pagina 154]
[p. 154]

karakter van de laatste zin (leestekens ontbreken) maken de interpretatie van het zeldzame document moeilijk.

De tekst schijnt in modern Nederlands te moeten luiden:

Mejuffrouw, waarde mamère,

Ik heb juffrouw Tesselscha uw brief moeten laten lezen, die mij nu niet wil laten gaan voor maandag, alhoewel zij niet mee komen kan want haar neef van Oyen kan dan niet uit. Doch ik zal zien of ik zaterdag nog thuis komen kan doch ik weet niet of Tesseltje mij dan verlof zal willen geven. Ik zou dan met de oude mijnheer Sammer komen, doch zo u het per se wilt dat ik van de week thuiskom, zal ik niet nalaten u gehoorzaam te zijn, doch ik zal hierop uw antwoord eerst afwachten. Maar als u niet wilt dat ik met Sammer kom, zult u iemand anders moeten sturen. Ik verzoek u monpère vooral te bedanken voor de moeite die hij gehad heeft om mijn tijd om hier te blijven zoveel te verlengen, want ik twijfel niet of het heeft hem veel gesmeek gekost, waarvoor ik hem hartelijk dank. Maar ik kan mij niet zoveel inbeelden, dat monpère door mij niet te hebben, stiller zou zijn maar ik hoop dat voor monpère stil zijn en voor mijnheer Suyl slapen hetzelfde is, maar over het ene zou ik mij gelukkig achten en het andere is mij onverschillig. Hiermede mijn complimenten aan monpère-lief, op wiens gezondheid wij niet vergeten te drinken, en mij aanbevelende in uw genegenheid blijf ik, Mejuffrouw, uw onderdanige dochter Susanna Bartelotti

 

De commentaar:

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 11.860.
Hs. enkel vel, de achterkant door Hooft gebruikt voor een minuut van 20 april 1631, 433.
eind4
een vrouw reisde niet alleen, zelfs niet van Alkmaar naar Amsterdam.
eind7
b is opgevat als een verschrijving voor t.
eind8
ve ve: verschrijving of meervoud? vgl. ‘U.E.E.’
eind10
de oude heer Sammer is blijkbaar de oudste van de drie broers vgl. 567; dat hij minder geschikt is als chaperon hoeft niets anders te betekenen dan dat hij ongetrouwd was.
eind13
veel biddens: bij Leonora.
eind14
hen: verschrijving voor hem.
eind15
dunck kan, verschr. voor dunken; zich laten dunken: zich inbeelden, vgl. laatdunkend.
eind16
stil zijn: òf de moderne betekenis in zichzelf gekeerd zijn, òf weinig werken; zekerheid hieromtrent zou de interpretatie van het grapje over Huygens beter kunnen helpen verklaren.
eind17
mon suerch Suyl: daar de schrijfster al getoond heeft, ‘monsieur’ te spellen ‘monsuer’, moet het verlengstuk wel een mislukte poging zijn om de deftige Huygens met ‘monseigneur’ te betitelen maar daarin is zij blijven steken; Suyl zou een vertrouwelijke afkorting van Zuilichem kunnen zijn, maar er was geen vertrouwelijkheid tussen dit meisje en de zo zelden te Muiden komende Huygens. Daarom is een waarschijnlijker gissing, dat zij in dit moeilijke woord, Zuilichem/Zuilekom, dat nog maar kort (Huygens was het vorige jaar heer van Z. geworden) in de conversatie voorkwam, ook is blijven steken; Huygens had enkele malen zijn afschuw van de slaap uitgesproken, de eerste keer in het begin van Kommerlick Ontwaken (W. II, 166) (1626). Dat Susanna daarmee niet schijnt op te hebben laat deze gissing toe: dat de dochters van Leonora wèl van slapen hielden en soms uit hun bed getrommeld werden met toepasselijke citaten uit Huygens' gedichten.
Nu blijft nog over, dat stilzijn voor Hooft hetzelfde zou zijn als slapen voor Huygens, en dat Susanna dat hoopt. Het eerste laat een gissing toe als het de tegenwoordige betekenis ‘in zichzelf gekeerd zijn’ heeft: dan verheugt S. zich over dit blijken van mompère's genegenheid voor haar. De analogie met Huygens' houding tegenover de slaap ontgaat ons: wij weten te weinig.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra