Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 211]
[p. 211]

463 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: Muyden 17 & 18 Junij beantw 20 ditto)

Loont.

 

1 Monsr mon Frere,

 

2 UE lang swijghen zeide mij genoegh, dat zij ujt der stadt moestGa naar eind2 3 zijn, tot den ontfang van UE laesten, daer de koorts, zoo ick denk, 4 UE het daghteken, in heeft doen vergeten. Ach waer zij zooGa naar eind4 5 vergetel, in, zelf op haeren dagh te passen! Ick had' die hoop al 6 gemijnt, op 't oordeelen van UE arts, dat haer aen korte daeghenGa naar eind6 7 bondt. Maer de roozen ontvallen mij, nu ick gister woort nochtGa naar eind7 8 windt van UE vernomen heb. Echter slae mij 't quaedst ujt denGa naar eind8 9 hoofde, ende geeve liever de schult aen de drokheit vanden maen- 10 dagh als aen de ziekte. 'T zij, zoo 't zij. Dewijl UE in allen gevalle 11 noch aende laegher wal is, zoud' het tijdtlijker wezen haer, metGa naar eind11 12 eenigh ingelejdt ooft, oft diergelijke lieflijkheit, zoetlijk te ver-Ga naar eind12 13 quikken, als met de maghtighe smaekelijkheit van groene gengber, 14 en mannenlekkernij, gelijk Tacitus opschaft, in stede van sterken, 15Ga naar margenoot+ t'ontstellen. Niettemin, dewijl dezes mans zult wel duiren kan,Ga naar eind15 16 zeind 'er een potjen af, om ter goeder gelegenheit, gëoorbaert teGa naar eind16 17 worden. Naerdien ick duchte, UE zich in state vindt, om, niet zoo 18 ras, mijnen brief aen mijn' neef de Rijke, te konnen, zelf behandi- 19 ghen, zal goedt zijn, dien aen zijne E te doen zenden, door UE 20 dienaer, met bijvoeghen der rede, waerom aldaer zoo lange vertoeftGa naar eind20 21 heeft. Ick heb bewijzinge vande HH van de Reke over de ver-Ga naar eind21 22 timmering alhier laest geschiedt, op den Rentmr Colterman, ter 23 somme van gl 1111 &c. Indien 't nu UE bekenden tot Haerlem 24 moght te passe koomen, daerom vervolgh te doen, zoude mijGa naar eind24 25 aengenaem zijn, ende hunne moejte ten danke geloont worden.Ga naar eind25 26 Bidde dan om eenigh bescheit hierop, ende God almaghtigh, U E

27 Monsr mon frere te verleenen, haere oude gezontheit, nevens de 28 vulte haerder goede begeerten, blijvende,

29 U E

30 Gansdienstwe broeder

31 P C Hóóft.

30 Ujt mijn Toorentjen.

31 den 17en Junio. 1631.

[pagina 212]
[p. 212]

32 Monsr mon frere,

33 Nae 't bestellen van dezen te rug gekeert bij mangel van veerschuit, 34 gewert mij gisteravont heel laet d'uwe met de weektijdingen, die 35 dank hebbe, voor 't maeken van den mijnen tot een' valschen 36 propheet, in 't stuk der koortz: vande welke UE verlost is, der-Ga naar eind36 37 welke niet naeders te zeggen heb, als mijne wensche, dat UE 38 gezontheit lang dujren moghe, nevens verversching van dienstighe 39 gebiedenis.

40 18 Junij.

 

Lopende zaken.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.133 en 134, het onderschrift is een kattebel, genummerd 133.
eind2
genoegh: vrijwel (WNT genoeg 1557 XVIIde e.).
eind4
zij: de koorts, de anderdaagse die om de andere dag, of de derdendaagse die om twee de dagen terugkwam.
eind6
gemijnt: tot de mijne gemaakt; aen korte daeghen binden: nog maar weinig tijd geven.
eind7
de roozen ontvallen mij: niet in WNT; op grond van ontelbare tropen met ‘roos’ in de een of andere gunstige betekenis, kan Hooft bedoelen: het geluk ontvalt mij.
eind8
slae (ick): zet ik.
eind11
tijdtlijker: meer van pas.
eind12
ingelejdt: gekonfijt; als...ontstellen: dan met de sterke smakelijkheid van groene gember, een mannenlekkernij zoals Tacitus opdient, (uw maag) van streek te maken in plaats van te versterken.
margenoot+
Conserven
eind15
wel duiren kan: goed houdbaar is.
eind16
gëoorbaert: genuttigd.
eind20
rede: reden; waerom (hij); aldaer: in Baak's huis.
eind21
bewijzinge: betalingsorder.
eind24
daerom vervolgh doen: daar werk van maken.
eind25
vulte: volheid.
eind36
derwelke: aan wie (aan welke Edelheit).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra