Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 215]
[p. 215]

465 A Monsr Monsieur Joost Baak, bij 't oudemannenhujs in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: Muyden 1 Julj 1631 beantw 7 ditto)

Loont.

 

1 Monsr mon frere,

 

2 UE welgegronde gissingen, ende 't getuighenis der loopmaeren, 3 stijven mij in 't gevoelen, dat de Sweed, het schip wel half, opGa naar eind3 4 móóij weêr gelaeden heeft. 'T is een moedigh Heer; en zulke hartenGa naar eind4 5 planten de voetstappen wel diep inde slib der hoope. Hij zal zichGa naar eind5 6 ingebeelt hebben, dat de Duitsche vorsten, door 't hoogh en 7 scherp vlieghen vanden Arent, op de wip staende, om hem t'ont-Ga naar eind7 8 wijken, oft een voordeel af te zien, zich door zijne jeghenwoordig-Ga naar eind8 9 heit, voorts zouden laeten stooten, daer 't scheen dat zij wezenGa naar eind9 10 wilden: te weten, in den oorlogh. Maer de Sax dunkt mij een vorst, 11 die met loode voeten gaet, ende van 't volk die de koe gebondenGa naar eind11 12 willen hebben, al isze doodt. Hij is 't roer van 't schip onder de 13 zijnen, en alles ziet nae zijn' mondt nu. Zoo hij zijn geldt en kraftenGa naar eind13 14 eenen vreemden in handen stelt, adieu achtbaerheit, adieu ontzich.Ga naar eind14 15 Want men leeft dan op genaede vanden geenen, dienmen meester 16 maekt. De naerijver heeft zeenuwen en spieren, in die groote ge-Ga naar eind16 17 moeden: ende noode zien zij den oppervorst veranderen, daer 'tGa naar eind17 18 eenighzins nae beschooren schijnt, oft zij moeten zich zelven zijn' 19 plaets toeleggen. D'oude dienstbaerheit valt draghelijxt; niet alleen,Ga naar eind19 20 om dat versche vlieghen, met eenen leedighen bujk aenkoomen;Ga naar eind20 21 maer ook, om dat het spijtigh is, verbij gezeilt te worden, al blijft-Ga naar eind21 22 men eeven voorlijk in de rij, ende dat d'eerste d'achterste wort. 23 Het graeuw niettemin isser zoo aen, dat het de jeghenwoordigheGa naar eind23 24 heerschappije altijds lastighst vindt, en een juk van hout swaerderGa naar eind24 25 op den hals, als een van loot, dat zij niet en voelen. Verandering is 26 altijds bekoorlijk, ende wort veeltijds zoo zeer gezocht, zeidt eenGa naar eind26 27 wereltwijz man, van den geenen, die wel, als die quaelijk staet.Ga naar eind27 28 Dies zoude mij geen wonder doen, dat de gemeente, al oordeeldze 29 schoon 't beswaer van den Sweed niet minder als dat van den 30 Kaizar te zijn, dezen afviel, om den haet dien zij hem draeghen.Ga naar eind30 31 Want daer de schaelen gelijk hangen, doetze 't minste gewightGa naar eind31

[pagina 216]
[p. 216]

32 overslaen: ick laet staen een hartstoght zoo groot van naedruk, als 33 de verbolghenheit, diemen niet ophoudt te terghen. Voor mij, ick 34 zie 't daer voor aen, dat de Sax en zijn bontgenooten den Sweed 35 gaeren voor eenen bulbak zouden bezighen, om den Kaizar zooGa naar eind35 36 vervaert te maeken, dat hij zich de roozen van 't gëeischte geestelijkGa naar eind36 37 goedt, ontvallen liet. Dan, meene, zouden zij 't verre genoegh, endeGa naar eind37 38 de koning ujt hebben. Maer deze vos is ook voor een gat niet teGa naar eind38 39 vangen. Ondertussen zal 't den anderen ook konst zijn zoo te passen,Ga naar eind39 40 ende hunnen toeleg in 't lidt te treffen. Want eer zij hier toe komen,Ga naar eind40 41 moght Sweden oft Oostenrijk wel zoo verre onder oft over raeken,Ga naar eind41 42 dat het hun van d'eene zijde met de geestelijke brok mislukte, dieGa naar eind42 43 zij zouden moeten ujtbraeken, oft van d'andre zijde, de koning overGa naar eind43 44 't hooft wies. Maer wij kouten van 't werk, gelijk onze geestelijk-Ga naar eind44 45 heit van de hemelsche verborghentheden; die op helsche open- 46 baringen van twist en scheuring, ujtkoomen. Die 't LeipsichscheGa naar eind46 47 slot wist, daer waer een fraeije lantaeren, om zulke gaeten wat beterGa naar eind47 48 door te zien. Noch zoud' het quaedt genoegh zijn, om de duistereGa naar eind48 49 letters van Heereboeken, tzaemen te brengen, ende den rechten zin 50 daer ujt te spellen. Zij moeten evenwel lijden, dat wij daer nae slaenGa naar eind50 51 als de blinde nae 't eij; zoomen zeidt. Even alleens leidtmen enGa naar eind51 52 starooght, inde aenslaeghen des Prinssen. Ick sprak mijn' neef 53 P J Hóóft laest ter loop; maer, 't schijnt, men inde vroedschap, niet 54 bevroeden kan, waer 't vast is. Mij was hoope gegeven, dat hetGa naar eind54 55 grijnzen vande twee maghten, op een aenbinden van bestands-Ga naar eind55 56 handel ujt komen wilde. Ende vond ick, in dien gevalle, de kosten 57 wel besteedt. Dan de maer is zoo goedt niet, nae ick hoor. DankGa naar eind57 58 heb UE voor 't gedenken, aen mijn' boodschap tot Haerlem. DatGa naar eind58 59 doet mij vertrouwen, dat het boek van Wijtz niet vergeten wordt. 60 Zoo en doet ook Tacitus van mij niet. Maer Jofrrouw Tols is hier:Ga naar eind60 61 haer man nae Hamburgh, om nootzaeken. Mijn' huisvrouw heeftGa naar eind61 62 meer aen mij in 't vat, dan dat ick zoude konnen ledigh staen, 63 eenighe daeghen in 't vier te werpen, om haer oudste speelnootjenGa naar eind63 64 te vieren, en speelen te leiden. Dit maekt een groot glop in mijnGa naar eind64 65 daeghelijksch bedrijf. Ick anders, ben niet zeer zoet op dusdaeneGa naar eind65 66 oorlofdaeghen: ende als ick immers ujt te spannen had, deed hetGa naar eind66 67 liever in gezelschap van lujden van wetenschap, als UE ende d'H.Ga naar eind67 68 ridder Reael. Moght 'er ujt vallen, laet ons UEE eens zien. DochGa naar eind68 69 om te vernachten diender wat gebejdt. Want wij hebben 't hujs volGa naar eind69 70 kinderen; drie van Joffre Tol, 2 van mijn zuster van Zurk, 3 vandeGa naar eind70 71 onze. Mijn Toorentjen nochtans wordt weenigh aengevochten,Ga naar eind71 72 waer in ick eerlang ijet van Tacitus hoope ujt te broeden, dat UE 73 moghelijk monden zal: die, met alle de haeren,

[pagina 217]
[p. 217]

74 Monsr mon frere, Gode, in genaede, bevolen zij, nevens hartlijke 75 groete ende gebiedenis van

76 U E

77 Weldienstwen broeder

78 P C Hóóft.

77 Vanden Hujze te Mujden,

78 jen Julio. 1631.

 

Speculaties over de oorlogsgebeurtenissen in Duitsland en de politieke situatie. - Lopende zaken.

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXIab 70.
Hs. watervlek.
eind3
het schip op móóij weêr gelaeden heeft: het schip zo geladen heeft, als bij de verwachting van mooi weer, dus voorspoed, past; wel half: tenminste voor de helft, enigermate (WNT half 1609 b).
eind4
en...hoope: en zulke dapperen (meton. WNT hart (I) 36 III,II) doen anderen de voeten diep (dus stevig) in de glibberende hoop zetten.
eind5
zich...hebben: het denkbeeld gekoesterd hebben (zonder ongunstige bijbetekenis).
eind7
Arent: zinnebeeld van moed, sterkte en overwinning, hier Gustaaf Adolf (WNT arend 616 2); op de wip staande: de keus hebbende.
eind8
(hem) een voordeel af te zien: hem een voordeel af te pikken.
eind9
voorts: meteen (of: voorvoegsel van voortstooten); daer: daarheen, waar.
eind11
(dunkt mij) van 't volk: schijnt mij toe, tot de mensen te behoren; de koe...doodt: zegswijze om overvoorzichtigheid aan te duiden; men denke aan het vastbinden van de achterpoten tijdens het melken.
eind13
de zijnen, nl. de Duitse vorsten.
eind14
eenen vreemden, nl. Gustaaf Adolf.
eind16
De...spieren: De naijver leeft sterk; groote gemoeden: gemoederen van de groten.
eind17
ende noode...toeleggen: en zij zien liever geen andere oppervorst optreden - waar de omstandigheden enigszins heen drijven - tenzij zij zichzelf die positie toedenken.
eind19
D' oude dienstbaerheit: Het gehoorzamen aan degeen aan wie men gewend was te gehoorzamen.
eind20
versche vlieghen: nieuwelingen, b.v. ambtenaren.
eind21
verbij gezeilt: gepasseerd; al blijftmen enz.: het beeld zegt, dat men de eerste onder zijn landgenoten blijft, maar achter alle nieuwelingen komt te staan.
eind23
Het graeuw isser zoo aen: Het gemene volk is er zo aan toe, het is met het g.v. zo gesteld.
eind24
lastighst: het zwaarst, en zwaarder dan een niet-tegenwoordige heerschappij.
eind26
zoo zeer: evenzeer.
eind27
van den geenen...staet: door hem die er goed, als door wie er slecht aan toe is.
eind30
dezen, hem: de Keizer.
eind31
daer: wanneer, waar.
eind35
bulbak: boeman (WNT bulbak 1880 3).
eind36
roozen (fig.): schatten, nl. de geestelijke goederen, die volgens het keizerlijk restitutie-edict van 6 maart 1629 teruggegeven moesten worden, een voorname inzet van de oorlog in Duitsland.
eind37
Dan, meene(ick), zouden...hebben: Dan zouden n.m.m. de vorsten genoeg bereikt hebben en Gustaaf Adolf's rol uitgespeeld zijn.
eind38
deze vos...vangen: deze slimmerd kan niet met eenvoudige middelen verschalkt worden (een telw.)
eind39
't zoo te passen: hun maatregelen zo nauwkeurig te nemen.
eind40
ende...treffen: en hun plan precies uit te voeren (WNT lid (I) gewricht 2014 5 fig.). Die toeleg was gebleken tijdens het convent van de protestantse vorsten te Leipzig feb.-apr. 1631: de opheffing van het restitutie-edict te verkrijgen maar overigens neutraal te blijven.
eind41
over: boven (wat Hooft hier zegt gebeurt in september 1631: Gustaaf Adolf wint de slag bij Breitenfeld en de protestantse vorsten sluiten zich bij hem aan).
eind42
dat het...ujtbraeken: dat het òf hun met de geestelijke goederen mislukte, en zij die zouden moeten teruggeven.
eind43
de koning: Gustaaf Adolf.
eind44
kouten van 't werk: babbelen over de politieke en militaire zaken.
eind46
Die...wist: Wie de besluiten van de Leipzigse conventie kende.
eind47
daer waer: daar ware, dan had je.
eind48
Noch...zijn: Toch zou het nog moeilijk genoeg zijn; de duistere...brengen: de moeilijk te begrijpen factoren van de vorstendenkbeelden te combineren.
eind50
spellen: lezen; Zij, nl. de vorstenplannen; daer...eij: er in 't wilde weg een slag naar slaan (geblinddoekt naar een opgehangen ei slaan was een oud volksvermaak, vgl. WNT ei 3974).
eind51
lejdtmen en starooght in: ligt men te staren naar.
eind54
waer 't vast is: hoe de vork in de steel zit (WNT vast 677 zegsw. waar 't eind aan vast is).
eind55
grijnzen (WNT grijnzen 730): lelijk (tegen iemand) doen; bestandshandel: onderhandeling over een wapenstilstand.
eind57
Dan...niet: Maar de berichten zijn zo gunstig niet.
eind58
gedenken, aen: denken aan, niet vergeten; Dat doet enz.: hiermee herinnert de schr. Baak aan het kopiëren van Wijtz' Veltslaaghen.
eind60
Zoo enz.: Tacitus wordt ook door mij niet vergeten.
eind61
nootzaeken: dringende aangelegenheden (WNT noodzaak 2111 2).
eind63
in 't vat: te goed.
eind64
vieren: feestelijk ontvangen; speelen te leiden: voor haar genoegen mee uit te nemen (WNT spelen 2699); glop: gat, hap (WNT glop 149).
eind65
bedrijf: bezigheid.
eind66
oorlofdaeghen: vakantiedagen; als...had: als ik mij nu eenmaal moest ontspannen.
eind67
lujden van wetenschap: mensen die veel weten.
eind68
'er ujt vallen: er tijd voor zijn.
eind69
diender (diend' er) wat gebejdt: zou er wat gewacht dienen te worden.
eind70
mijn zuster van Zurk: Lucretia Hellemans, vr. van Emanuel van Zurk.
eind71
aangevochten: belaagd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra