Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 310]
[p. 310]

519 A Monsieur, Monsr Joost Baek, woonende inde Nes, naest de geringde kat, tot Amsterdam.

Loont.

 

1 Monsr mon frere,

 

2 Ick vinde mij verplicht in UE vlijt om de boeken van AntwerpenGa naar eind2 3 gedaen. Zie wat de boekverkooper schrijft. Zoo hij Bernardin deGa naar eind3 4 Mendoza bekomen kan, wild' het wel. Ulloa heb nu niet meer vanGa naar eind4 5 doen, als in Italiaensch gelezen ende luttel waerdt. Ook kan mij deGa naar eind5 6 Historie niet dienen die met de doodt van Karel den StoutenGa naar eind6 7 ophoudt. UE gelieve *te*Ga naar voetnoot+ twee ontfange boeken te betaelen vande 8 gl 401-16-8 van Haerlem, voor welke naerstigheit ende gerief U EGa naar eind8 9 ook grooten dank hebbe. Het overschot der voors pen wenschte 10 wel aen Carel vander Wijen getelt, ende schrijf hem zulx. DeGa naar eind10 11 waerdt van D Hasius, genaemt Puppius bindt somtijds wel een boekGa naar eind11 12 voor mij, ende weet in wat gestalte. Mij zal vrundschap zijn datGa naar eind12 13 UE hem beveele alzoo met de voors boeken te doen, ende dat opGa naar eind13 14 't spoedighste. Zalze daer nae van UE verwachten.

15 Bij de loopmaeren zie ick 't Sweedsche geluk noch al zijnen gankGa naar eind15 16 gaen. Mon frere Bartolottj had mij te vooren de geleghenheit endeGa naar eind16 17 't verloop tot Augsburgh vertelt. Maer weete dat Milaen eens vast 18 inden zelven standt zijnde, vande Franchoizen gemist wert teGa naar eind18 19 veroveren, bij mangel van den tijdt bij de wieken te vatten. Der-Ga naar eind19 20 zelve vreeze en kan mij niet ontslaen, voor de koning en is daer 21 binnen: alhoewel men wil dat hij in aentoght derwaerts was. IckGa naar eind21 22 heb die stadt voor een' der treflijxte van Christenheit aengezien, 23 leggende in een vlak, sterk nae dien tijdt, ende lichtlijk sterker teGa naar eind23 24 maken. Zulx, mijns oordeels, 't verzekeren derzelve van weldighenGa naar eind24 25 naedruck zijn zoude. UE zeidt van Schreijhoek; maer die is alleenGa naar eind25 26 tot Amsterdam niet. Alle liefhebbers van wetenschap ende wijsheit 27 zijn thans daer t'hujs. Noopende 't wederkeeren van dien goeden 28 Heere, en is mijn' hoope zoo goedt niet als d'uwe. Ick heb hem 29 voor een' wijle eens zeer smaekelijk hooren bijbrengen, daer 't inGa naar eind29 30 andere rede te pas quam, deze woorden: Ego, medius fidius, nonGa naar eind30 31 existimo, tam omneis Deos aversos esse a salute populi R, ut 32 Octavius orandus sit pro salute cujusquam civis, nedum pro

[pagina 311]
[p. 311]

33 liberatoribus orbis terrarum. Dat is: Ick, bij de heiligheidt der 34 trouwe, en achte alle de Goden zoo afkerigh niet vande behoudenis 35 des Roomschen volx, dat Octavius te bidden zij voor de 36 behoudenis van eenighen burgher, laet staen, voor de bevrijders 37 des aerdbodems. 'T is ujt een' brief aen Cicero geschreven van 38 Brutus, dewelke mij onlanx ingevallen is, dat van den onzenGa naar eind38 39 naegetreden wort. Ende zoo ick deeze spijker op 't hooft slae, legge 40 hem niet toe eenigher wijze te kreuken. Niettemin men zoudeGa naar eind40 41 moghen onderscheit speuren tussen de geleghentheden van den 42 eenen ende den anderen, mitsgaeders de staeten waer in zij geborenGa naar eind42 43 zijn. Mijn Heer Reael zoude UE den heelen brief konnen verduit- 44 schen, oft anders D. Hasius, daer wel wat op te spieghelen valt, endeGa naar eind44 45 meer als dit papier vermagh. 'T welk ‘er hier een’ spelde bij steekt,Ga naar eind45 46 mits alvooren overdraeghende, mijne dienstighe gebiedenis ende 47 groete, met aenroeping Gods om den welgemelden Heere samtGa naar eind47 48 UE ende allen eerlijken lujden te verleenen alles wat zaelighst is, 49 blijvende

50 Monsr mon frere,

51 U E

52 Toegeneghe dienstwe broeder

53 P C Hóóft.

52 In haeste, vanden Hujze

53 te Mujden, 20 Apr. 1632.

 

Over het aanschaffen en binden van geschiedwerken. Over Gustaaf Adolf. De mogelijke terugkeer van Hugo de Groot in ons land.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.125.
T.r. 27-28 in marg. ‘Hugo de Groot’ (GBr).
eind2
vlijt gedaen: ijver, betracht.
eind3
B. de Mendoza, Commentarios de lo sucedido in los payses baxos desde el ano 1567 hasta el de ano 1577, Madrid 1592.
eind4
Alfonso de Ulloa, † ca. 1570, Spaans diplomaat en geschiedschrijver, schr. Commentarios (1569) en biografieën van Ferdinand I en Karel V.
eind5
als...waerdt: daar ik hem in 't Italiaans gelezen en weinig waard bevonden heb.
eind6
Breen wijst erop dat Hooft hier kan bedoelen de Anales de Flandres por Emanuel Sueyro, Anvers 1624, die tot 1477 lopen.
voetnoot+
*de*
eind8
naerstigheit ende gerief: ijver en dienstbetoon.
eind10
getelt: uitbetaald.
eind11
Hasius, vgl. 374, 527 en verderop.
eind12
in wat gestalte: in welke vorm (wat voor band).
eind13
beveele: opdrage; ende dat: en wel.
eind15
Bij: Door, Door middel van, Aan; noch al...gaen: aldoor nog voortgaan.
eind16
de gelegenheit ende 't verloop: de omstandigheden en de gang van zaken.
eind18
standt: toestand; passivum van: De Fransen misten de stad te veroveren, d.i. de Fransen zagen geen kans, die te veroveren.
eind19
bij mangel...vatten: door 't ontbreken van snel optreden. De tijd werd dikwijls gevleugeld voorgesteld (vgl. het sonnet LSt. I 98); Derzelve...benam: Van de vrees daarvoor kan ik mij niet losmaken voordat G. Adolf daar binnen (binnen de muren van Augsburg) is.
eind21
Ick heb enz., nl. tijdens zijn terugreis uit Italië op 6 april 1601 (Reis-heuchenis, vVl. II blz. 439).
eind23
leggende in een vlak: ald.: ‘gelegen in een plain’.
eind24
van weldighen naedruk: van zeer groot belang (Augsburg werd door G. Adolf ingenomen).
eind25
schreihoek noemde men de hoek die de Amsterdamse stadssingel (Geldersekade) met het IJ maakt en waar de Schreierstoren staat. De afleiding van deze naam is onzeker, maar de verklaring dat de vrouwen hier schreiend de uitvarende schepen nawuifden, is volksetymologie (D'Ailly-Wijnman, Historische gids van Amsterdam, 1963, blz. 149 e.v.); Alle liefhebbers enz.: zie de volgende zin: alle intellectuelen zitten in de schreihoek omdat Grotius (‘dien goeden Heer’) waarschijnlijk niet terugkomt. Zie 505.
eind29
bijbrengen, nl. als voorbeeld ter vergelijking aanhalen; daer: toen.
eind30
rede: betoog; gesprek; Ego, etc.: ‘Ik ben waarachtig niet van mening, dat alle goden zo onwelwillend staan tegenover het behoud van het volk van Rome, dat men Octavius zou moeten aanroepen voor het behoud van ook maar énen burger, om nu maar niet te zeggen: voor de bevrijders van het wereldrond’.
M. Brutus in een brief bij Cicero, Epistulae ad Brutum 1, 16, 2, waar voor omneis staat omnes, voor R. Romani, voor nedum non dicam.
Brutus, een van hen, die op 15 maart 44 de wereld hadden bevrijd van den dictator Caesar, heeft vernomen, dat Cicero voor het leven van Brutus heeft gepleit bij den door Caesar als zoon geadopteerden Octavianus, in juni 43 de rijzende zon. De republikein is met Cicero's serviliteit niet zeer gelukkig en vreest, dat de 15e maart niet de uitroeiing der dictatuur heeft gebracht, maar enkel een wijziging in de persoon van den dictator.
eind38
dewelke...wort: waarvan mij onlangs te binnen geschoten is, dat hij door de onzen nagevolgd wordt.
eind40
kreuken: buigen, m.a.w. als ik hierin gelijk heb, heb ik ook groot gelijk.
eind42
staeten: standen.
eind44
daer, nl. op de brief van Brutus.
eind45
meer als dit papier vermagh: het was bijna vol; 't welk...steekt: het papier maakt er hier een eind aan.
eind47
welgemelden: bovengenoemden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra