Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 445]
[p. 445]

590 Aen den Heere Geraert Schaep.

1 Mijn Heere

 

2 'T is waer, als wij laestmaels onheuslijk genoegh mê Joffre Uwer EGa naar eind2 3 gemaelinne de hofstêe afliepen, dat 'er eenighe Krauwaeten onderGa naar eind3 4 de troep waeren, die wel 2 oft 3 artichokken van de strujk roofden, 5 en raeuw te lijve sloeghen, naer hunne gewoonte, die nochtans welGa naar eind5 6 te pas quam, om mijne keuken onbezoedelt van metplechtigheitGa naar eind6 7 aen hun misdrijf te houden. Dat UE nu gelieft het zelve niet alleen 8 straffeloos te laeten, maer daerenboven komt beloonen dunkt mij 9 geen' onnoozele gifte maer eer een' doorluchtighe milddaedigheitGa naar eind9 10 te wezen, die bestaen moght om den grondslagh te leggen vanGa naar eind10 11 treflijker staet, dan de geene dien Romulus stichtte: gemerkt hijGa naar eind11 12 om een' volkrijke stadt te maeken, slechts met vejlighe hoede de 13 strujkroovers getroont, niet (gelijk U E) beschonken heeft. D'eeneGa naar eind13 14 helft der vereeringe mij niet voor heden behandight, zeind' ik aenGa naar eind14 15 de stroopers die ze verdient hebben; d'ander eighen' ik zelf, om 16 deel aen een' ongerechtigheit te genieten die hun zoo wel vergaen is, 17 dat ik duchte, zij zich noch met ijdele gloorije bezondighen zullen: 18 cum foelix scelus virtus vocetur. 19 Wijders, zoo UE ons de eere zal gunnen van de sausse te verzoeken,Ga naar eind19 20 die mijn Huisvrouwe tot dit gerecht weet te berejden, wij zullen 21 UE dubbelen dank schuldigh zijn. Indien uwer E de kost niet 22 gevalt, ten minsten beelde mij in, dat Joffre UE beminde smaek inGa naar eind22 23 den drank zal vinden, om de geur der braembeezen, die 'r in ver- 24 dronken zijn. Ende oft met de reste gedeunt moght schijnen, ditGa naar eind24 25 zeker is ernst; insgelijx, dat UE zich verwaerdighende mij erghens 26 te werke te stellen, bevinden zal,

27 Mijn Heere,

28 U E

29 Dienstwillighen

30 P C Hóóft.

29 Van den Hujze te

30 Muiden, 2en in Oestmaent,

31 1633.

 

Vgl. 589: Schaep stuurt, in plaats van een aanmerking op het plukken van artisjokken te maken er nog wat meer, zodat Hooft met deze vurige kolen op zijn hoofd moet bedanken en zijn verontschuldiging aanbieden. Door een woordspeling met ‘struikrovers’ weet hij de adressaat op een eervol klassiek

[pagina 446]
[p. 446]

voetstuk te plaatsen. Hij stuurt als tegengeschenk een door Leonora gemaakte, saus.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.881. Afschr. UBL. Pap. 13.
eind2
'T is waer: allusie op de formule van getuigeverklaring, ‘verclarende hoe waer is, dat enz.’; als: toen; onheuslijk genoegh: onhebbelijk genoeg; mê Joffre...gemaelinne (dat.), namelijk hoewel zij thuis was: daarin zat vooral de onheusheid.
eind3
afliepen: over het landgoed liepen, met toespeling op het al stropend het land aflopen van soldaten; Krauwaeten: Kroaten, huursoldaten, berucht o.a. bij de uitmoording van Maagdenburg die nog vers in het geheugen lag (1631); met bijgedachte aan krauwen: krabben?
eind5
te lijve sloeghen: opaten; hunne, nl. van de Kroaten; wel...quam: goed uitkwam.
eind6
om...te houden: om mijn keuken (waar ze dus niet hoefden te worden gekookt) onbevlekt met medeplichtigheid aan hun misdrijf te doen blijven.
eind9
onnoozele: onbeduidende, geringe; doorluchtigh: verheven.
eind10
bestaen moght: het durfde ondernemen.
eind11
treflijk: aanzienlijk; gemerkt: aangezien (toespeling op het verhaal over Romulus, vgl. 589).
eind13
getroont: aangetrokken.
eind14
vereeringe: geschenk; mij...behandight: mij pas vandaag overhandigd (vandaar dat ik niet eerder bedankt heb); ijdele gloorije: onnozele eigenwaan (WNT glorie 1532).
eind19
verzoeken: proberen, proeven.
eind22
beelde in (Mem. 6).
eind24
gedeunt: geschertst.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra