Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 478]
[p. 478]

608 Aen de Vorstl: Doorl: des Prinssen van Oranjen.

1 Doorluchtighste Hooghgeboore Vorst, Genaedighste Heere,

 

2 Om Uwer Vorstl: Doorl: te dienen nae d'ordre der apostille, opGa naar eind2 3 de supplicatie van Cornelis Gerartszoon Kujper gestelt ende bij mijGa naar eind3 4 met alle eerbiedenis eerst kortelinx gezien, heb ik uwer Vorstl:Ga naar eind4 5 Doorl. voor te draeghen; hoe de suppliant, inden jaere 1628, 6 's woondaeghs nae Weesperkermisse ten gelaeghe geweest is, in 7 <de> roode vos binnen Weesp. Alwaer hij ende zeker persoon 8 ujt den gestichte van Ujtrecht geboortigh, met naeme Simon 9 Claeszoon, bestonden, zich onderling, voor dief en schelm, oftGa naar eind9 10 dierghelijke in substantie, te schelden: verwijtende ook onder anderGa naar eind10 11 de gemelde Simon aen den suppliant; dat hij Kujperken, zonder 12 den bijstandt zijner moeder, den voorleden winter, metde mande 13 aenden arm, om broodt zoude hebben moeten loopen. Daer de 14 suppliant weder op zeide; Stichtsman, licht man. Welke woordenGa naar eind14 15 nochtans als boertender wijze, en ten deel met lachenden monde 16 gesproken, aen 't ander gezelschap, geen ombrage van groot res-Ga naar eind16 17 sentiment oft ijet sinisters gaeven. Echter gebeurd' het, ende wei-Ga naar eind17 18 nigh tijds hier nae, dat de twee querelleurs ten herbergh ujt, ende 19 d'een den anderen, met getooghe messen toetraeden. Wel wort bijGa naar eind19 20 eenen der getuighen verklaert, dat, eer 't gevecht aengink, weder- 21 parthije door den suppliant, meermaels tot afdrinken van 't geschil 22 zoude genoodight zijn, zonder daer toe te willen verstaen: gelijkGa naar eind22 23 ook een ander getujght, dat de suppliant hebbende den voornoem- 24 den Simon, met een' sneede in 't aenzicht gequetst, hem zejde dat 25 hij afstaen zoude, en vraeghde oft hij noch niet genoegh had. 'T isGa naar eind25 26 niettemin zulx, dat hij den zelven Simon entlijk een' steek, daer hij 27 terstondt aen starf, in de keele gebraght heeft: alles, gelijk d'infor- 28 matien, op 't fait genomen, ende hier ingeslooten, zijn ujtwijzende. 29 Den perpetrant dieshalven voorts fugitif ende niet te attrapperenGa naar eind29 30 zijnde, heb ik nae costume doen indaeghen en aen rechte gevordert. 31 Waer op hij defajllant blijvende, bij schepenen van Weesp, denGa naar eind31 32 9 Januarij ao 1629, balling 's lands gelejdt is, ende gecondemneert in 33 de boete van hondert ponden tot 40 grooten 't stuk, in conformitejt 34 van 't privilegie der plaetse. Doch, alzoo hij eenloopend gezel nietsGa naar eind34 35 en had, waer aen d'exsecutie te dirigeren, is 'er voor dat pas geenGa naar eind35 36 middel geweest om tot de voors penningen te geraeken. Maer op 37 den laetsten Augustj dezes jaers, nae dat hij eenen rujmen tijdt, zoo 38 ik bericht ben, ter zee gevaeren, ende ijetwes verovert moghtGa naar eind38

[pagina 479]
[p. 479]

39 hebben, is mij van zijnent weghe de voors boete ter handt bestelt; 40 staende ter Rekenkamere vande Graeflijkheit, daer af te verant-Ga naar eind40 41 woorden. Hoe hij zich nu, nae de toekoomste dezer manslaght die 42 zeker jegens de bloedtverwanten en maeghen van den doodenGa naar eind42 43 solemneelijk verzoent is, gedraeghen hebbe, waer, overmits zijn' 44 lange absentie, quaelijk nae te speuren. Ende dat, van te vooren, ijetGa naar eind44 45 zonderlinx op zijnen handel en wandel met reden te zeggen geweest 46 zij, hebbe niet kunnen verneemen: maer wel ter contrarie, dat hij 47 den arbejdt zijner handen niet gespaert zoude hebben, om zijn' 48 moeder in haer' gebreklijkheit te soulageren; die, gelijk mij ge- 49 noegh bekent is, anderszins van de goede lujden moet onderhoudenGa naar eind49 50 worden. Ten welken regarde, indien de suppliant zich voortaenGa naar eind50 51 dier wijze wil quijten, zoo te verhoopen staet, uwe Vorstl: Doorl:Ga naar eind51 52 met het remitteren zijner misdaedt, aen de arme oude vrouwe zijnGa naar eind52 53 leven voor een' welgoede aelmoesse besteden zoude. Ende, naerdien 54 mij niet anders voorkomt, waermede Uwer Vorstl: Doorl. in dezen 55 te dienen, kusse haer de victorieuse handt ende nijghe mij in aller 56 needrigheit 't haerwaerts, Godt biddende dezelve en haer door- 57 luchtigh hujs, in gloorije en voorspoedt eeuwlijk te behoeden; ende 58 in haer' goede gratie,

59 Doorluchtighe &c.

60 Uwer Vorstl. Doorl.

61 Onderdaensten ootmoedighsten

62 dienaer

63 P C Hóóft.

61 Ujt Amsterdam, den xixen

62 Dec. 1633.

 

Rapport omtrent de toedracht van een doodslag, met het oog op een rekest om gratie.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.370.
eind2
nae d'ordre: volgens het bevel.
eind3
gestelt: gezet.
eind4
eerst kortelinx gezien: pas kort geleden gelezen, dus ontvangen; heb...draeghen: moet ik U.V.D. mededelen.
eind9
bestonden: de vermetelheid hadden.
eind10
in substantie: in hoofdzaak; verwijtende...suppliant: waarbij de genoemde Simon de verzoeker o.a. verweet.
eind14
licht: ondegelijk.
eind16
ombrage: argwaan.
eind17
ende: en wel.
eind19
d'een den anderen toetraeden: op elkaar afliepen.
eind22
daertoe verstaen: daarin toestemmen.
eind25
afstaen zoude: moest ophouden; 'T is niettemin zulx: Toch is het een feit.
eind29
Den perpetrant...gevordert. Daarom heb ik de dader, die meteen voortvluchtig en niet te arresteren was, volgens de gewoonte doen dagvaarden en in staat van beschuldiging gesteld.
eind31
defajllant: in gebreke (bij dagvaarding).
eind34
eenloopend gezel: ongetrouwd (zijnde).
eind35
waer...dirigeren: waaraan het vonnis ten uitvoer gelegd kan worden; voor dat pas: op die tijd.
eind38
verovert: verworven, verdiend.
eind40
staende...verantwoorden: welke som aan de Rekenkamer der grafelijkheid moet worden verantwoord.
eind42
zeker: naar mij stellig bekend is.
eind44
ijet zonderlinx: iets bijzonders.
eind49
anderszins van de goede lujden moet onderhouden worden: overigens van de liefdadigheid moet leven.
eind50
zich dier wijze wil quijten: zich zo goed wil gedragen (als vroeger).
eind51
zoo: zoals.
eind52
zijn leven...zoude: het leven (van de zoon) als een heel goede aalmoes schenken zou. Met leven bedoelt Hooft blijkbaar aanwezigheid, want de zoon was verbannen maar niet ter dood veroordeeld; het rekest betreft de verbanning.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra