Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 485]
[p. 485]

611 Aenden H. Jacob Wijtz, Majoor Generael vande leghers ende President van den Krijsraedt der Vereenighde Nederlanden, &c.

1 Welede, Gestrenge, Hooghwijze, zeer voorzienighe Heere,

 

2 Overvloedelijk tujght het antwoort Uwer Ed. gestr. van den 15en 3 dezer, dat 'er geen ujtputten aen de bron haerder heusheit is. DeGa naar eind3 4 diepte der zelve is mij een afgrondt van eeuwighbindende ge-Ga naar eind4 5 houdenissen. Ik en schroome nochtans niet daer in te verzinken, alsGa naar eind5 6 de geen die verlooren waer, zonder dus verlooren te gaen. Zejnde 7 dan bij dezen twee stukken mijner mijmeringen, om ze aen deGa naar eind7 8 straffe en tuchtighing Uwer Ed. gestr. t'onderwerpen. 'T vervolgh, 9 dat onder de afschrijvers is, hoop' ik eer lang Uwer Ed. gestr. toe te 10 schikken. Wel kan ik bezeffen, dat haere bezigheit met d'over-Ga naar eind10 11 wightighe zaeken van haer beroep, swaerlijk lijden zal, alles door teGa naar eind11 12 zien. Maer de kanttekeningen kunnen aenwijzen, wat het stuk derGa naar eind12 13 oorlooghe raekt: 't welk (gelijk het alle ander wereldsch bedrijf inGa naar eind13 14 schorheit en disteligheit overtreft) quaelijk ujt de boeken te leerenGa naar eind14 15 is, ende mij, om eenigh krijskundigh handtrejken, verleghenGa naar eind15 16 maekt. Want de lompe ongerijmtheden te speuren bij andreGa naar eind16 17 schrijvers, quorum me vestigia terrent, doen duchten, dat 'er mijGa naar eind17 18 misschien geen' minder ujt de penne gedroopen zijn. Een landtzaet,Ga naar eind18 19 ende loon van de Staeten trekkende, hangt een' houte burgh, bezetGa naar eind19 20 met 300 muskettiers, aen etlijke masten, voor Haerlem, in de luchte, 21 om de verweerders van den wal te houden; ende dat ten tijde als 'tGa naar eind21 22 hun aen schut, krujdt, nocht koeghels mangelde. Een groot 23 personaedje in Vrankrijk stelt een blokhujs van planken, op eenGa naar eind23 24 schip, toe, om de zelfste stadt te bestooken. Dingen (bedriegh ik mij 25 niet) om hedensdaeghs ujtgelacht te worden, van de leeken in deze stoffe.Ga naar eind25 26 In 't bezonder verlangt mij nae berichting, oft de middelen 27 van beschaedighen, sedert dien tijdt, toegenomen hebben: want deGa naar eind27 28 schranderheit der nieuwe vonden van bescherming is t'over bekent. 29 Ende, indien t'aenvechten, dat pas, even vinnigh, 't verdaedighenGa naar eind29 30 nerghens nae zoo vejligh geweest is, zoo zoude deeze beleghering,Ga naar eind30 31 mij, onder verbetering, wel de pijnlijkste dunken, die tot noch toeGa naar eind31 32 in Nederlandt is ujtgestaen. 'T welk de waerom is, die mij, daer aen,Ga naar eind32 33 zoo veel' woorden heeft doen te kost leggen. De aenvank mijns 34 werx berust nu een' wijle onder den Heere Staakmans, die Vries-Ga naar eind34 35 lands plaets in den Raede van Staete bekleedt; een doorluchtigh 36 vernuft, grondigh gëoeffent in weetenschappen, ende waerdigh der 37 kennisse en vrundschap Uwer Ed. gestr. Ik achte zijn' Ed. zal nuGa naar eind37

[pagina 486]
[p. 486]

38 haere bekoomste van dien hebben ende 't zelve lichtlijk overleverenGa naar eind38 39 aen UEd. gestr. zoo 't haere geliefte zij daer over ook eens het ooghGa naar eind39 40 te laeten gaen. Heel veel van krijszaeken is 'er niet in te vinden; 41 ende heb ik op een deel der zelve, voor dezen het oordeel vanGa naar eind41 42 U.Ed. gestr. verstaen. Doch worden daer ten toon gesteltGa naar eind42 43 verschejdene heftighe partijschappen, die hier t'Amsterdam inGa naar eind43 44 swank gegaen, ende 't vujr der gemeene beroerten, niet slappelijkGa naar eind44 45 hebben helpen opblaezen. Ik zoude dezelve noch wel naekterGa naar eind45 46 ontdekt hebben, waer mij vrije toegang verleent geweest, tot deGa naar eind46 47 schriften der stadt. Maer, (acharme!) voor zoo vreemdt word ikGa naar eind47 48 hier gerekent, dat mij, op aenbodt van eedt, om te swijghen, watGa naar eind48 49 Burgermren te heelen docht, niet en heeft moghen gebeuren, 't geenGa naar eind49 50 de HH Staeten van Ujtrecht zoo mildelijk aen Pieter Bor, bijGa naar eind50 51 openbaer schriftelijk beschejdt gegunt hebben. Derhalven, alsGa naar eind51 52 genoegh gewaerschuwt, zal mij niet te beklaeghen hebben, indien 53 mijn arbejdt elders komt kleenen dank te begaen. Kreune mij desGa naar eind53 54 ook luttel, zoo mij maer de eere ten deele valt, van Uwer Ed. gestr. 55 en haersgelijken, t'eenighen deele te behaeghen. Op welke hoopeGa naar eind55 56 zich in de armen haerder beleeftheit is werpende,

57 Welede, Gestrenge, Hooghwijze, Zeer voorzienighe Heere,

58 Uwer E. gest.

59 Overgewonne verplichtste

60 dienaer

61 P C Hóóft.

59 Ujt Amsterdam,

60 den 22en in Louwmaent,

61 des jaers 1634.

 

Hooft zendt twee stukken van de Nederlandsche Historiën en belooft er meer. Hij vraagt naar vernieuwingen in de belegeringstechniek en noemt voorbeelden van berichten daarover, die hij voor fantasie houdt, vlg. echter 640. Hij klaagt erover, dat de burgemeesters van Amsterdam hem geen toegang tot het stadsarchief hebben willen geven.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.373. Afschr. KA CLXXIab 100.
eind3
haerder: vgl. Mem. 1, evenals in r. 10, 11, 38, 39, 55, 56.
eind4
gehoudenissen: verplichtingen.
eind5
als de geen...gaen: omdat ik datgene waarvoor ik dankbaar moet zijn, niet kan missen.
eind7
mijmeringen: ijdele bespiegelingen (WNT mijmering 710 1-2).
eind10
Wel: Zeer goed.
eind11
swaerlijk lijden: moeilijk verdragen.
eind12
kanttekeningen: trefwoorden in margine.
eind13
gelijk: omdat.
eind14
schorheit en disteligheit: ruwheid en neteligheid.
eind15
ende mij...maekt: en maakt, dat ik enige krijgskundige hulp nodig heb.
eind16
lompe ongerijmtheden: grove dwaasheden.
eind17
quorum etc.: in wier voetspoor te treden mij afschrikt. Horatius, Epistulae I, 1, 74, waar voor quorum staat quia (de vos over de leeuw).
eind18
geen minder: ergere; landtzaet, ende...treckende: een landgenoot, die (nog wel) in dienst van de Staten is.
eind19
hangt, d.w.z. vertelt dat men hing.
eind21
ende dat enz.: de burg was dus een gemakkelijk doelwit (hun: de verweerders).
eind23
personaedje: Thuanus?
stelt toe: richt op, d.w.z. vertelt dat men oprichtte.
eind25
van...stoffe: zelfs door de leken op dit gebied.
eind27
de schranderheit...bescherming: wat Hooft bedoelt is niet gevonden.
eind29
aenvechten: aanvallen.
eind30
nerghens nae zoo vejligh: lang niet zo ongevaarlijk.
eind31
pijnlijk: penible, zwaar.
eind32
'T welk de waerom is: Dit is de reden.
eind34
nu (al); Willem Staakmans, vgl. 574.
eind37
Ik achte...hebben: Ik denk, dat hij er nu wel genoeg van zal hebben.
eind38
haere bekoomste: zijn bekomst (met zelfvernederende bijbetekenis); lichtlijk: zonder bezwaar.
eind39
geliefte: behagen.
eind41
op...der zelve: over een deel ervan, nl. van de krijgszaken; voor dezen: vroeger.
eind42
ten toon gestelt: uiteengezet.
eind43
in swank gegaen (hebben): begonnen zijn.
eind44
gemeene beroerten: de hele samenleving rakende troebelen.
eind45
naekter ontdekt: meer blootgelegd.
eind46
waer (...) verleend: als mij toegang verleend was.
eind47
schriften: archiefstukken.
eind48
swijghen...docht: verzwijgen, wat naar het oordeel van de burgemeesters verborgen moest blijven.
eind49
gebeuren: ten deel vallen.
eind50
P. Bor, vgl. 369.
eind51
openbaer schriftelijk beschejdt: publiek octrooi; als genoegh...hebben: daar ik voldoende gewaarschuwd ben, zal ik mij niet mogen beklagen.
eind53
elders: Het WNT geeft, behalve de algemene betekenis op een andere plaats, nog drie verschillende hapaxen, nl. in andere opzichten, voor het overige, op een andere tijd (vroeger eens). Geen van deze betekenissen past in deze tekst, waar alleen te zijner tijd (nl. als het werk verschenen zal zijn) zin geeft. De enige mogelijkheid is dus, deze plaats aan de derde, temporele, hapax toe te voegen met schrapping van de woorden ‘vroeger eens’; dank begaen: dank oogsten (WNT begaan 1360(7)).
Kreune...luttel: ik bekommer mij daar ook weinig om.
eind55
t' eenighen deele: enigszins.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra