Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 506]
[p. 506]

624 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: 1634 beantw 29 April)

Loont.

 

1 Monsr mon frere,

 

2 'T geen UE ujt monde van Moeder van Erp, ende L'Hermite, bijGa naar eind2 3 geschrift zal stellen, ben ik, met verlangen, afwachtende, UE 4 naestleste had verschejde tijdingen, daer wel wat op te spieghelen 5 valt. Dat de Prins, dezen zoomer niet te velde zoude gaen, was mij, 6 te vooren door de ooren gewaejt, maer een donderslagh daerinGa naar eind6 7 geweest. Want een van de punten, daer Charnacé op drong, was,Ga naar eind7 8 dat men in Bloeijmaendt op moest zijn, met all' onze krachten. Nu 9 zoude 't mij vreemdt geven, dat de Franchois van geldt zoudeGa naar eind9 10 schejden, zonder andre waer daer voor te hebben, dan enklenGa naar eind10 11 toeleg op bescherming. Het stroojsel van dit gerucht, zal 12 moghelijk van eenen appel zijn, voor den vijandt, om meê te 13 spelen: alhoewel mij de bloem te blaeuw dunkt, om zijn oogh daerGa naar eind13 14 meê te verlejden. De voorslaeghen van nieuwe schattingen zijn ookGa naar eind14 15 geen teken, dat men denkt kleene kosten te maeken. Nu, wij 16 moeten den wondtheeler, met het zeer laeten bewerden, ende oftGa naar eind16 17 wij schoon met de rug tegens 't hoogher boordt aendringen, 't 18 schip helt 'er niet te minder om. Een inzicht, 't welk ook de 19 betrachting zijner Doort is, doet mij 't verdragh met Vrankrijk niet 20 ontijdigh achten: te weeten, dat men den Spanjaert hier heilighGa naar eind20 21 avondt gunnende, hem de handen te rujm zoude laeten, om denGa naar eind21 22 Dujtschen en Sweden in 't hajr te zitten; gemerkt het geschaepenGa naar eind22 23 waer dapper onze beurte te worden, als hij dat werk afgehaspeltGa naar eind23 24 had. Zoo de loopmaeren 't lieghen afleeren, 't en waer geen' kleene 25 zaek, dat de Turk de Ragotzj tot koning van Hongrijen wilde in- 26 voeren. Vreesd' ik niet mij zelven te kittelen, ik zoud' het gaerenGa naar eind26 27 waeghen, met gelooven, dat 'er een' Noorderbui in dien hoekGa naar eind27 28 groejt. De toeleg van Bethlem Gabor, moet, dunkt mij, al wortelsGa naar eind28 29 gehadt hebben, die noch niet ujtgerojt oft verrot zijn. Heerepeeren,Ga naar eind29 30 zeitmen, weeten daer weenigh af. De Polak staet ons ook teGa naar eind30 31 erduchten in de persoon des Sweeds. Doch laete mij voorstaen, datGa naar eind31

[pagina 507]
[p. 507]

32 het daer noch zoo klaer niet is, oft het een' dujf gelezen had: 33 gemerkt de Moscovische Veltheer zoo groot een' ondank, bijGa naar eind33 34 zijnen meester, heeft ingelejdt. Godt weet ons aller best, ende zal 35 't UE wel gunnen, zoo verhoort wort het gebedt,

36 Monsr mon frere, van

37 U E

38 Verplichten dienstwen broeder

39 P C Hóóft.

38 Vanden H.t. Mujden,

39 27 Apr. 1634.

 

De internationale toestand.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.91.
eind2
bij geschrift stellen: opschrijven.
eind6
maer...geweest: maar ik had het nauwelijks kunnen geloven.
eind7
Charnacé: de Franse gezant; op: te velde.
eind9
't zoude mij vreemdt geven: het zou mij erg verbazen (WNT geven 1943 V); van geldt zoude schejden: geld (subsidies) zou geven.
eind10
toeleg op bescherming: defensief opgezette oorlogvoering.
eind13
de bloem dunkt mij te blaeuw: het verhaal klinkt mij te ongeloofwaardig (WNT blauw (I) 2796 3).
eind14
voorslaeghen van nieuwe schattingen: voorstellen voor nieuwe belastingen.
eind16
den wondtheeler...bewerden: de arts (Fred. Hendrik) met de kwaal zijn gang laten gaan (WNT beworden 2435); oft wij schoon enz.: wij gewone burgers kunnen toch niets.
eind20
heiligh avondt: vrijaf, dus wapenstilstand.
eind21
den Dujtschen enz.: Spanje was immers Oostenrijks bondgenoot.
eind22
gemerkt...worden: omdat wij noodzakelijkerwijs aan de beurt zouden komen.
eind23
afgehaspelt: geklaard.
eind26
kittelen: vleien.
eind27
Noorderbui: (zeer oneigenlijk, daar Hongarije in het Zuiden ligt); gure bui.
eind28
Bethlem Gabor (Gabriël Bethlen), † 1629, vorst van Zevenburgen, koos de zijde van de protestanten en veroverde, ten nadele van de Keizer, een groot deel van Hongarije. Hij werd door de Turken en Tartaren gesteund. ‘De Ragotzj’ is George Rakoczy, † 1648, opvolger van Bethlen en voortzetter van zijn politiek, verbond zich met Zweden en Frankrijk; al: zeker wel.
eind29
Heerepeeren...niet: zegsw. die waarschijnlijk betekent ‘wat machtigen doen, houdt stand’ (WNT heerenperen 362 en heer (I) 338).
eind30
De Polak: Wladimir IV, † 1648, koning van Polen sedert 1632, behaalde enige successen tegenover de Russen, Turken en Zweden (vandaar ‘in den persoon des Zweeds’ want nederlagen van Russen en Turken raakten onze belangen niet).
eind31
Doch...had: Maar mij dunkt, dat de zaken daar nog niet volkomen geklaard, helemaal aan kant zijn (vgl. 362 r. 41).
eind33
ondank bij iemand inleggen: (oudere betekenis:) iemands misnoegen op zijn hals halen (WNT ondank 2de art. 1182; inleggen 1771 7); de Moscovische Veltheer: de populaire Michaël Scheïn, die de tsaar in 1632 tot een veroveringsoorlog tegen Polen overhaalde, maar verslagen werd. Hooft bedoelt blijkbaar dat de Russen het daarbij niet zullen laten, zodat de Poolse druk op Zweden verminderen zal.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra