Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 523]
[p. 523]

635 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: Muyden - 1634 beantw 16 Junj.)

Loont.

 

1 Monsr mon frere,

 

2 Dank hebbe UE voor den ijver om mij deelachtigh te maeken aen 3 de goede tijdinge van den H. de Groot. Mij was, ontrent een'Ga naar eind3 4 maent verleden, ijetwes daer af door de ooren gewaejt, maer luttel 5 ter harte gegaen, om dat 'er over lange van geroepen, ende niets op 6 gevolght was. T'Amsterdam zeide mij mijn neef Schepen Hóóft,Ga naar eind6 7 in den Haeghe verstaen te hebben, dat de gemelde Heer nae den 8 Cantzeler Oxenstern toe was: doch dat zijner E swaegher de 9 Raedsheer Reighersbergh mejnde, hij waer van den koning van 10 Denemarken, die zich voor bemiddelaer van 's Rijx vrede, bestaetGa naar eind10 11 ujt te bieden, derwaerts afgeveirdight. Doch 't was maer gissinge; 12 ende heb liever te gelooven, dat het zij, om in Vrankrijk gebrujktGa naar eind12 13 te werden, in dienst der kroone van Sweeden. Want achte, dat 14 zijne gaeven daer beter te passe komen, ook erkent en beloont 15 zullen worden. Ende is te vertrouwen, dat wij, in dien gevalle, 16 voortaen niet alleen de straelen van dat doorhelder vernuft, maerGa naar eind16 17 ook krachtighe werking van de zelve verneemen zullen. Ik hadGa naar eind17 18 laestmaels reden met UE van de akkers in 's Graevenlandt. De 19 ridder Reael, op ons afgaen van de burze, scheen wel te wenschenGa naar eind19 20 dat men zijner Ed. Gestr. ook eenen slagh voeghde, zoo daerGa naar eind20 21 voordeel te doen was. Ik zeid' haer mijn verstandt van 't stuk. AlsGa naar eind21 22 UE eens over quaem, waer goedt hem aen te spreeken: oft hij 23 misschien bedacht waer meê te gaen. Maer, deze week, zal 't nietGa naar eind23 24 wel vallen willen, om dat mijn swaegher Cloek ons op de Beemster 25 genoodt heeft. Ondertussen moght UE de kavelvoorwaerdenGa naar eind25 26 doorlezen: die eissende van zekeren beamtschrijver, onder wien zijGa naar eind26 27 berusten om gedubbelt ende aen ingëerfden omgedeelt te worden.Ga naar eind27 28 Ik en weet jujst zijnen naem niet: maer UE zal dien konnen ver- 29 neemen, bij den adt Davelaer, Burgermr Bikker, oft Benedictus 30 Schaek in den Sperwer, Want in aller maniere zoud' UE dienen teGa naar eind30 31 weeten, hoe 't daermede geleghen is. Ondertussen ben UE den 32 almoghenden bevelende, ende in haere goede gunste,

[pagina 524]
[p. 524]

33 Monsr mon frere,

34 U E

35 Verplichten dienstwen

36 P C Hóóft.

35 Vanden Hujze te Mujden,

36 11 Junij. 1634.

 

Vreugde over de benoeming van Hugo de Groot tot Zweeds gezant te Parijs. - De verkaveling van 's-Graveland.

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXIab 103.
Hs. Watervlek.
eind3
goede tijdinge: zie boven.
eind6
Schepen Hooft: Pieter Jansz.
eind10
die...bieden: die een poging waagt, zich als vredesbemiddelaar in Duitsland aan te bieden.
eind12
heb...gelooven: ik geloof liever; gebrujkt worden: het gewone woord voor een ambt bekleden.
eind16
voortaen enz.: dat overscherpe verstand niet alleen zullen bewonderen maar ook de krachtige invloed er van zullen bemerken.
eind17
Ik...U E: Ik sprak laatst met u.
eind19
op ons...burze: toen wij de Beurs verlieten (dat Hooft daar voor zaken kwam, blijkt nergens).
eind20
slagh: kavel; voeghde: toewees (Kil. committere).
eind21
mijn verstand van 't stuk: mijn inzicht in de zaak.
eind23
bedacht waer: van zins was; niet wel vallen: niet goed schikken.
eind25
kavelvoorwaarden, purisme voor kavelconditiën: de voorwaarden waarop de gronden aan de deelhebbers worden toegewezen en waarin ook de grondslag der onderlinge rechten en verplichtingen voor het vervolg ligt (WNT kavelconditie 1899). 17 maart 1625 was door de Staten octrooi verleend aan Johan Ingel c.s. om een strook van ruim 550 morgen woeste grond aan de westzijde van Gooiland te ontginnen (Gr. Placcaetb. II 1780); met de Gooilanders zou een regeling getroffen moeten worden over vergoeding van hun gebruiksrechten op de te vervreemden grond. Doordat dit, niet om de minieme opbrengst, maar om principiële redenen niet opschoot, legden de Staten 9 october 1626 de regeling op door ampliatie van het octrooi. De bevolking verzette zich door vernielingen en molestaties tegen de uitvoering; dit bereikte zijn hoogtepunt in 1633, waarop de Staten een placcaat hiertegen uitvaardigden (2 april) dat met straffen dreigde; de arbeiders, op wie geschoten was, kregen militaire bescherming. Tenslotte werd 18 maart 1634 een overeenkomst getroffen waarbij een stuk aan het Gooi werd teruggegeven; 7 juni werden de kavelvoorwaarden (635) uitgegeven en het terrein in zessen verloot. Hooft participeerde met 20 morgen maar had die al voor 13 maart 1636 weer verkocht (762). Toen een aantal Hilversummers obstructie bleef voeren (738, 741, 742, 745, 746, 750, 754, 757, 762) adviseerde hij een zelfstandig schoutambt of heemraadschap van 's-Graveland te maken, wat de Staten door een nieuwe ampliatie van het octrooi op 20 juni 1636 deden. (Grotendeels ontleend aan de Geschiedenis van Gooiland van Enklaar en De Vrankrijker).
N.B. Op 9 oct. 1641 besluit de vroedschap van Naarden met meerderheid van stemmen omtrent de dijk ‘leggende omme de landen van s'Gravenlandt dat men als noch den voors. dijck, hier ende daer, ende met verscheide gaten, sal insmijten ende demolieren’. Vroedchapsresol. Naarden. Gem. Arch. C III 8, fol. 96.
eind26
eissen: opvragen; beamtschrijver: klerk.
eind27
ingëerfden: ingelanden.
eind30
in aller maniere: in elk geval.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra