Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 56]
[p. 56]

919 A Monsieur, Monsr Joost Baak, bij 't ouwdemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: 1638 Muijden 22 Junij beantw 24 ditto.)

loont.

 

1Monsr mon Frere,

 

2U.E. bezighejt leez ik tweemaels in uwen brief: eens ujt de spellingGa naar eind2 3 der woorden, ende eens ujt het maxel der letteren, en de swierGa naar eind3 4 hunner haeste. Dies geloove dat U.E. dubbel ander werk heeft, endeGa naar eind4 5 acht mij nae gelang dankschuld[-] te wezen, voor een schrijven ujtGa naar eind5 6 den brandt gehaelt. Mij verlangde zeker, en ik vastte vast nae eenighGa naar eind6 7 verslagh van 't geen zich in deze krijsbeweeghenissen, sint mijn 8 vertrek van Amsterdam moght' hebben toegedraeghen, oft aldaer 9 kundigh geworden zijn. Want de loopmaeren zijn spaerzaemGa naar eind9 10 geweest in dat deel; en de vrienden niet milder: U.E. schrijven hetGa naar eind10 11 eerste aen mij, dat sedert ijets van deze stoffe heeft aengeroert.Ga naar eind11 12 U.E. zejdt niet oft d'onzen van de Marijschan[-] geweeken zijn:Ga naar eind12 13 dan oft zij 't noch aenvechten, en in hoope van verovren staen.Ga naar eind13 14 Doch ik achte dat zij afgetoghen zijn; dewijl U.E. meldt dat zij zich 15 tot Callo beschanssen. Maer als de voorzejde schans schoon ge-Ga naar eind1516wonnen waer, zoo zoud' er, mijns bedunkens, noch vrij wat aen 17 den Blokkers- oft Vlaemschen dijk, als aen een heet ijzer, te 18 knauwen vallen. Dan, die doorgebeeten, zouw den Antwerpe-19naeren de moedt zoo log zinken, als hij nu, met het verdwijnen 20 der eerste vreeze, luchtigh gerezen is. Zoo lekker een beetjen, alsGa naar eind20 21 die stadt, is wel waerdigh dat m' 'er den mondt wat om barne. 22 'T magh echter wel, dat de brok te groot is te begaepen voorshands,Ga naar eind22 23 ende dat men 't, dezen zoomer daermeê zal aenzien. Dat het op 24 eenighe plaets in Vlaendre gemunt waer, zouw mij niet vreemt 25 dunken; ende U.E. magh indachtigh zijn, 't geen ik haer eens terGa naar eind25 26 borze, ujt den mondt van den Heere Kinschot verhaelde, die zich 27 vastelijk liet voorstaen, dat het Hulst zoude gelden. Maer 't schietGa naar eind27 28 volle laet in den tijdt, om zoo een beleg aen te vangen: en deGa naar eind28 29 Franchojzen schijnen niet dan windt te breeken. Hadden zij zoo veelGa naar eind29 30 gedaen, voor 't verloop der zaeken van Dujtslandt, ende eer dat de 31 Cajzar volk moght missen tot hulpe van den Spanjaerdt; grooter

[pagina 57]
[p. 57]

32lichtenis zouden wij daerbij gevoelt hebben. Altijds, terwijlGa naar eind32 33 Picolhuomini hier is, zal Hartogh Baerent te schooner spel hebben;Ga naar eind33 34 en de Sweed misschien niet mis dobbelen. Mij benieuwt niet zekersGa naar eind34 35 te hooren van 't bedrijf der voorzejde Franchojzen, ende oft zij noch 36 voor Sant Oma[-] leggen, oft opgebrooken zijn. God behoede 37 onzen Ammirael, die van de Dujnkerkers gedrejght wort: endeGa naar eind37 38 U.E. aen de welke zich van heelen harte gebiedt,

39Monsr mon Frere,

40U.E.

41Verplichte, dienstwe broeder

42P.C. Hóóft.

41Uit mijn Toorentjen, 22

42Junij. 1638.

 

Oorlogsnieuws.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.1.
Hs. door innaaien en inbinden afgesleten. Emendaties r. 5 dankschuldigh; r. 12 Marijschans; r. 36 Omaers
eind2
U.E. bezigheit: Dat u het druk hebt.
spelling: verschrijvingen door haast.
eind3
maxel: vorm.
eind4
dubbel: zeer veel.
eind5
nae gelang: in evenredigheid.
ujt den brandt gehaelt: op de drukte uitgespaard.
eind6
Mij...vast: Ik verlangde inderdaad (als antwoord op een onderstelling in Baak's brief?) en hunkerde hevig.
eind9
kundigh: bekend, ruchtbaar.
eind10
in dat deel: over dat onderwerp; milder: royaler; U.E. schrijven (is) het eerste.
eind11
sedert (adv.).
eind12
de Marijschans: op de linkeroever, nu Fort St Marie.
eind13
oft zij 't noch aenvechten: het WNT geeft niet de constr. ‘het aanvechten’; ‘het’ moet dan een onnauwkeurige pronominale aanduiding van ‘de Marijschans’ zijn. - De genoemde schansen lagen ten N.W. van Antwerpen op de linkeroever. Men wilde daar door inundaties een insluiting bereiken.
eind15
als (...) schoon: ook al was (...).
eind20
luchtigh: licht en vlug, tegenstelling van log (WNT luchtig 3179 4); Zoo lekker...barne: Zo'n lekkerbeetje (...) is wel waard dat men er zijn mond wat om brandt.
eind22
begaepen: op te happen.
eind25
ter borze: een van de zeer weinige blijken dat Hooft weleens op de Beurs kwam.
eind27
't schiet: het schiet op (WNT schieten 581 2).
eind28
volle laet in den tijdt: erg laat in 't seizoen.
eind29
windtbreeken: snoeven.
zoo veel...Dujtslandt: zooveel (als wij nu) voordat de Duitse zaken (nl. die van Zweden in D.) zich ten ongunste keerden.
eind32
Altijds: Dat is te zeggen...
eind33
Pic(c)olhuomini (vgl. 603, 718): Ottavio Piccolomini (Hooft spelt hier de naam, misschien als scherts, etymologiserend), 1599-1656, veldheer, van 1620 tot 1643 in dienst van de keizer, daarna van Spanje; Reichsfürst wegens zijn diplomatieke verdiensten voor Oostenrijk bij het realiseren van de Munsterse bepalingen; Hartogh Baerent: Bernhard van Saksen-Weimar, vgl. 911 r. 36.
eind34
Mij benieuwt...hooren: Het verbaast me dat ik niets zekers hoor.
eind37
Ammirael: Maerten Harpertsz. Tromp, 1597-1653, Lt Admiraal sedert 1637, in deze jaren dikwijls in gevecht met de Duinkerkers.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart