De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 400]

1097 Weleedelen, gestrengen, manhaften Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Ridder, Raadsheere van de Hoogheit der Landtgraavinne van Hessen, in Den Haaghe.

(v. Wickev.: 18 Jan^r 1642 M. Hooft.)

Loont.

1Mijn' Heere, ende Neeve,

2Mijn' Hujsvrouw, eenighe daeghen voor U. Ed. Gestr. vertrek, 3 had eenighe reedenen met Mê Vrouw, U. Ed. Gestr. gemaalinne,³ 4 onze welwaarde Nichte, van zeekre dienstmaaght, die een' goede⁴ 5 wijle bij Mons^r Looten gewoont heeft: ende nam de voorzejde⁵ 6 Mê Vrouw U. Ed. Gestr. gemaalinne aan, eens naa de gemelde 7 maaght, ende de oorzaak haeres verhujzens van S^r Lootens te 8 verejschen. Alsnu staat de mijne in handeling van huure met de⁸ 9 zelve, ende vindt zich derhalven gepraamt U. Ed. Gestr. aan te⁹ 10 moeijen, met dienstigh verzoek, om, op 't spoedighste verwittight 11 te moghen worden van 't geene Mê Vrouwe U. Ed. Gestr. 12 gemaalinne, dienaangaande moghe ter ooren gekoomen zijn. 13 Wijders, alzoo mij ijets is voorgekoomen, 't welk mij raedt aan den¹³ 14 H. Ad^t Cloops te schrijven; ende ik niet weet oft hij tot Brussel oft in 15 den Haaghe is; zoo bid ik U. Ed. Gestr. eens te doen verneemen, bij 16 den geenen, die aldaar de zaaken des prinsen van Hohensoller waar-¹⁶17neemen, of de H. Cloops zich in den Haaghe bevindt: ende, indien 18 jaa, den brief aan zijn E. te doen behandighen; indien neen, den¹⁸ 19 zelven, bij d'eerste geleeghenhejt, op Brussel te doen bestellen. 20 U. Ed. Gestr. vergeeve mij dit aanverghen, ende gewaardighe zich²⁰ 21 altijds in haare beste gunste te bewaaren,

22Mijn' Heere ende Neeve,

23U. Ed. Gestr.

24Onderdaansten, oormoedighsten

25dienaar,

26P.C. Hóóft.

27Mê Vrouw, U. Ed. Gestr. gemaalinne, zal hier d'ootmoedighste 28 gebiedenis mijner Hujsvrouwe, ende haere handtkus, met 29 U. Ed. Gestr. verlof, neevens de mijne, vinden.

3 reedenen van: gedachtenwisseling over.

4 Nichte vgl. 1182 N.B.

5 ende nam: een van de talloze voorbeelden van Mem. 5; nam aan: beloofde.

8 verejschen: informeren; staat in handeling van huure: is aan 't onderhandelen over een dienstverband.

9 gepraamt: gedwongen; aan te moeijen: lastig te vallen.

13 mij is iets voorgekomen: mij is overkomen, ten deel gevallen; ik heb iets vernomen.

16 de prins van Hohensoller, vgl. 1020.

18 den brief: de ingesloten brief.

20 aanverghen: om een dienst vragen; gewaardighe zich: verwaardige zich.

[p. 401]

Informatie naar getuigen van een dienstbode. - Een brief voor Cloops, wiens verblijfplaats onzeker is.

Origineel. UBA II C 13.197.
Dat. door de geadresseerde gedateerd 18 januari 1642.