Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 461]
[p. 461]

1135 Eedelen, gestrengen, erntfesten welwijsen Heere Mijn Heere P.C. Hooft Ridder, Drost van Muijden Baillu van Goijlant etc. tot Amsterdam.

1Mijn Heere ende Me Vrouwe

 

2Uwer Eeden brief vloeijende van gunste t onswaerdts, is mij gisterenGa naar eind2 3 van Bergen t huijs komende ter handen gestelt, waer bij uweGa naar eind3 4 Eeden boven de alreedts genome moeijte over den doop van onsenGa naar eind4 5 Soon, den selven met hare seegeningen gelieven te bekrachtigen;Ga naar eind5 6 welckers werckinge wij te gemoet siende, Uwen Eeden opdragenGa naar eind6 7 eenen dienaer die te gelijck met het sogh, sijnen plicht tot Uwe 8 Eeden hebbende ingesogen, ende daerin sijnde opgewiecht, sichGa naar eind8 9 daer van als van een aengebooren ende aengeerfde schult sal willen 10 quijten, met Uwe Eeden ende den haren ten dienste te mogen sijn.Ga naar eind10 11 De Vuurvaten, die uwe Eeden tot sienlijcke teeckenen vandeGa naar eind11 12 geestelijcke toewensinge daer gelieven bij te voegen, soudenGa naar eind12 13 overtollich sijn voor den gheenen die haer, door voorgaendeGa naar eind13 14 proven derselve verseeckert houden, ten ware Uwer Eeden gunste, 15 van mildadigheijt swanger gaende het alsoo beraemt hadde; welckeGa naar eind15 16 wij danckbaerlijck aenneemende voor onsen jonghen, die sullen 17 opsluijten, tot hij het licht, 't welck Godt door sijnen H. Geest hem 18 wil deelachtich maken! daer op sal doen schijnen ende deselve tot 19 vaten van danckoffer weeten te gebruijcken. Onderwijlen sullen 20 wij God bidden, dat hij Uwe Eedt ende Me Vrouwe UEds 21 Gemalinne met alle de gheenen die haer lief ende weerdt sijn spare 22 in gesontheijt ende voorspoet ende t' uwer Eeden dienste,

 

23Mijn Heere ende Me Vrouwe,

24Uwer Eeden oytmoedigste,

25onderdaenste ende verplichste

26dienaer ende dienares

27A.S. van Zurck.

28Susanna Thibouts.

25Tot Leijden den 20 Decemb.

261642.

[pagina 462]
[p. 462]

Dank voor de aan de dopeling geschonken ‘vuurvaten’.

[tekstkritische noot]Origineel UBL Pap. 2.
eind2
vloeijende...onswaerdts: overvloeiend van genegenheid tot ons.
eind3
t huijs komende: toen ik thuiskwam.
eind4
over: wegens.
eind5
seegeningen: wensen en gebeden.
eind6
welckers, gen. plur. van het relat. welke; alleen bij Chr. v. Heule, De Nederduytsche Grammatica ofte Spraeckonst ed. Caron (Trivium I) I blz. 36; welckers...dienaer: en in afwachting van hun uitwerking, hun invloed, wijden wij aan UEen dienaar.
eind8
daerin: in de verplichting aan Uwe Eeden.
eind10
met: door.
eind11
sienlijcke: zichtbare, stoffelijke.
eind12
daer bij: bij de toewensinge.
eind13
de gheenen die...houden: degenen die er door vroegere bewijzen zeker van zijn (derselve: van die toewensinge).
eind15
beraemt: beschikt; welcke enz.: (demonstr. vert.) Wij zullen die kandelaars dankbaar voor onze zoon aannemen en ze opbergen tot hij het licht, waaraan God hem door zijn Heilige Geest wil doen deelhebben, erop (d.w.z. ervan af) zal laten schijnen en ze als dankoffervaten zal weten te gebruiken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart